19.4.07

's Middags, als de zon heet op de sporen schijnt, kan je Bobbejaanland ruiken op de perrons van Brussel Zuid.

13.4.07

Vannamiddag fietste ik de stad in. Ik wou bij de fietsenmaker langs en daarna ergens een koffie drinken, wat formulieren invullen en nadenken over het avondeten. Maar ik fietste te ver, nog verder en rechtdoor, af en toe naar rechts, en voor ik het wist, was ik in Lourdes, Oostakker, en wandelde ik er de kruisweg. Er waren weinig mensen. Ik haalde een oude kartonnen map uit mijn rugzak en schreef daarop de tekst die ik op een wit bord zag:

ONZE-LIEVE-VROUW
HEEFT GEZEGD aan BERNADETTE
GA DRINKEN en U WASSEN
aan DE BRON en KUS DE GROND,
BOETVAARDIGHEID, BOETVAARDIGHEID,
BOETVAARDIGHEID!
Onder het bord waren tien waterkraantjes. Daarbij zes kopjes van wit plastic. Een meisje van een jaar of tien kwam aangewandeld en hield een gouden ketting kort onder één van de kraantjes.

Terug op de Gentstraat dronk ik multivruchtensap met veel abrikoos erin. Ik keek op de kaart bij de bushalte en in het kookboek dat ik bij me had. Op mijn linkerhand schreef ik de boodschappen die ik onderweg terug naar huis nog oppikken zou.
-250 gram gehakt
-1 paprika
-harissa
-paneermeel
-olijven
[-munt][-amandelen]

Het is met nijlganzen en tramtermini met een lus als met bliksems: zie er één en zie er vervolgens overal.

Lussen: vanaf de Rooseveltplaats in Antwerpen reed ik woensdagnacht met tram 24 naar de terminuslus bij Silsburg.

Nijlganzen: donderdagochtend zag ik er vijf in Zandhoven. Vorige week zag ik er twee in Tervuren. Opgezet, verstoft en verkleurd, die laatste twee, maar wel nijlganzen.

nijlgans, opgezet en verkleurd
Bliksems: hier wat ik afgelopen week langs reactie- en maildoos binnenkreeg van mensen die zichzelf Katrien, met rovers of Koen Peeters noemen. En ook twee van mezelf.

Voor hen verloor Jason zijn evenwicht. Op hetzelfde moment schoot er een enorme bliksemschicht door de lucht, die als een witte vuist op de zee neerdaalde. (uit: Ulysses Moore Het geheim van Villa Argo. Mechelen: Bakermat, 2006. p 57.)

[...] De knal zal erger zijn dan de zwaarste donderslag die ooit is gehoord en de flits feller dan die van alle bliksems bij elkaar [...] (uit: José Saramago Het verzuim van de dood. Meulenhoff, 2006. p 98.)

Er zijn veel vertellingen van de Stoel. In 1602 of 1603 moet een krijgsman er op hebben plaatsgenomen. Eén minuut heeft hij er gezeten. Toen schoot er een bliksemstraal uit de hemel en doodde hem." (uit: Jan Terlouw Koning van Katoren. Lemniscaat, 1981 (23e druk) p 157.)

Zo klonk ze lang niet altijd als er iets vrolijks werd verteld, bijvoorbeeld, wel toen de avond, lauw als nog nooit, terwijl het gromde en weerlichtte in de verte, werd doorbroken, een buurvrouw de tuindeur openstiet en riep dat oom Heine een beroerte had gekregen. (uit: Willem Brakman De sloop der dingen. Querido, 2000. p 60.)

Op dat moment barst het onweer helemaal los boven ons kantoor. Het dondert en bliksemt heftig. Direct daarna een slag. Er is iets tegen de ruit gevlogen en gevallen. Een vogel? Ik kan het niet zien, maar voor het raam dwarrelen veren in de wind. (uit: Koen Peeters Grote Europese roman. Meulenhoff|Manteau, 2007. p 99.)

4.4.07

3.4.07

Den Haag

Met de Grote Europese roman onder de arm loop ik door Den Haag. Voor de tweede keer in mijn leven zie ik nijlganzen. Voor de eerste keer van zo dichtbij. Ze lopen, een paartje en hun jongen, onder de bomen waar 's avonds de halsbandparkieten luidruchtig verzamelen. De kolonisator gekoloniseerd, denk ik erbij. Binnen in het Mauritshuis zie ik een distelvink en een hond die copuleert met een varken.

een nijlgans in Den Haag
Was het Mauritshuis rustig, dan is het Letterkundig Museum uitgestorven. Mijn lief en ik zijn er de enige bezoekers. Ik kijk naar notitieboekjes, manuscripten, brieven, gecorrigeerde typoscripten, enzomeer van enkele van mijn literaire helden.

Nescio heeft een opvallend groot handschrift, maar zijn zwarte opschrijfboekjes zijn zowat het kleinst van allemaal. Vier woorden krijgt hij wel eens op een regel, maar zelden zijn het er meer. Er ligt een manuscript van Titaantjes, in zo'n zwart boekje, opengeslagen op de eerste bladzijde. Ik vergeet te kopiëren hoe ver hij komt op die eerste pagina, vergeet de woorden regel per regel over te schrijven. Van A. Alberts ligt er een paspoort uit de jaren '40. Bij "bijzondere kenteekenen / signes particuliers / special marks" staat er: "scheeve neus".

Later op de dag gaan we met tram 12 naar het strand bij Brakmans Duindorp, en een dag later met tram 1 naar Scheveningen. Beide keren rijden we tot de terminus; een lus rond volkstuintjes bij de 12, een lus rond een bussenterminus en -parking bij de 1. In de NRC.next die ik bij het ontbijt doorblader, zie ik een foto van David Vliestra. Ik koop Hollands Diep maar trek geen kroket uit de muur. Een zucht later zijn we weer thuis.