29.12.08

Dinsdag zag ik acht distelvinken fourageren in een elzenbosje. Ik nam er vijf foto's van door mijn verrekijker; digiscoping heet dat en uit de losse & onderkoelde pols is het verdomd onpraktisch. Op één van de foto's bleken naderhand ook echt vogels te staan.

distelvinken in een elzenbosje
De modder die aan mijn laarzen zat is inmiddels opgedroogd en ligt in hoopjes op de vloer in de hal.

28.12.08

[Hij denkt aan die Texaanse opzichter die drie keer door de bliksem was getroffen. (uit: Nicolas Dickner Nikolski. Ailantus, 2008. p 137.)]

23.12.08

afwas
afwas
mijn grootmoeder kwam op bezoek

12.12.08

Er zaten geen andere patiënten in de wachtzaal en misschien was het daardoor dat de muziek me zo luid leek. Het was Thunderstruck van AC/DC. Feestelijk.

De dokter had vettige handen. Een balsem, zei hij, om ze minder ruw te maken. We maakten grapjes, we waren allebei goedgezind. Hij omdat ik de laatste patiënt was, ik omdat de dokter mijn foto's zeer geruststellend had gevonden. We praatten over zijn vrouw en zijn dochter; tja, hoe gaat dat? Hij had mijn gewicht nog nodig ook.

Ik zei: ik haal mijn geld uit mijn zakken, dat scheelt.
Hij: en je gsm, je sleutels.
Ik: en mijn rode botsbal.

Wetenschappelijk is nu vastgesteld: ik weeg 73.4 kg, ik ben 184 cm groot.

Dit merkte ik gisteren: mijn sjaal en mijn tandenborstel hebben exact dezelfde kleur. Het is een soort mooi blauw.

9.12.08

dat het een wild leven is

Ik at pita in een zaak waar ik de baseballknuppel achter de toog kon zien hangen. Ik zat in hetzelfde metrostel als Roel van Miek en Roel. Ik las in Door de liefde toegetakeld van Aat Ceelen een passage met een tramlus erin en ook het woord toverviool. Toverviool! En dat terwijl Roel van Miek en Roel vijf meter verderop stond. Waw.

[En daarna de koelte bij het betreden van de hal in Šporkova 12, de vlak naast de ingang in de muur verzonken loden kast voor de elektriciteit met het symbool van de omlaagkomende bliksemschicht, de achtbladige mozaïekbloem in de gespikkelde kunststenen vloer van de entree, duifgrijs en sneeuwwit, de vochtige geur van kalk, de licht stijgende trap, de op regelmatige afstanden geplaatste hazelnootvormige ijzeren knoppen op de handlijst van de leuning – allemaal letters en tekens uit de letterbak der vergeten dingen, dacht ik, en daarbij raakte ik in zo'n gelukkige en tegelijk angstige verwarring dat ik meer dan eens op de treden van het stille trappenhuis moest gaan zitten met mijn hoofd tegen de muur geleund. (uit: W.G. Sebald Austerlitz. De Bezige Bij, 2003. p 173-174.)]

[How quickly a young man's senses assemble and assimilate the data that are relevant! Without seeming even to look in that direction he had performed the most amazing feat of lightning calculation known to the human faculties. He had added up all the young ladies of his acquaintance, and found the sum total less than the girl before him. (uit: Christopher Morley The haunted bookshop. Lippincott, 1955. p 85.)]
van Occy

[There was much crossing out, but Stela could read parts of sentences: "... only a lightning rod used to draw the people's attention away from their real problems." (uit: Geraldine Brooks People of the book. Fourth Estate, 2008. p 57.)]
van Occy

4.12.08

[De liefdesgod had mij van m'n zolen gebliksemd. Ik sprak zojuist over vergeefsheid; wel, de hele vergeefsheid was verdwenen. (uit: Aat Ceelen Door de liefde toegetakeld. Nieuw Amsterdam, 2007. p 7.)]

3.12.08

le Coq / Brussel / Geen dronken Pieter De Crem te bespeuren daar, trouwens, afgelopen zaterdag

2.12.08

[Donkere wolken pakken samen boven ons hoofd en worden alsmaar dreigender. In de verte klinken donderslagen. Het dagelijkse onweer - typisch voor het regenseizoen - komt eraan. Het landschap neemt achtereenvolgens een moeilijk te omschrijven gamma van kleurschakeringen aan en vervaagt weldra in de schemering. Enorme bliksemschichten splijten de hemel in tweeën (Leopold III in: Prinses Esmeralda van België Leopold III fotograaf. Lannoo, 2006. p 49.)]

28.11.08

Le Dôme / Molenbeek

[I tell him to go easy on the wood pills. Just now, watching him from across the room, dudes are raking bets on how fast he keels over from a stroke. Dude should see how red his face looks, the veins on his forehead standing out as lightning bolts. (uit: Chuck Palahniuk Snuff. Jonathan Cape, 2008. p 53.)]
van Lope

26.11.08

in De Markten / Brussel
een witte hond op een stoel in De Markten / Brussel
Ik lees in het café van De Markten – alweer. W.G. Sebald. Alweer.

Plots en luid hoor ik "Canard! Quack quack. Canard." Ik kijk op. Naast me zitten rond twee tegen elkaar geschoven tafels vijf volwassenen en twee peuters. Ze kijken samen in een prentenboek en leren woorden.

Aan de tafel voor me zit een hond op een stoel. Hij draait zich vaak op zijn stoel naar me om en kijkt me dan aan. Hij ziet er lullig uit en ongelukkig. Door zijn witte vacht heen kan ik de roze schijn van zijn huid zien. Ik wil discreet een foto maken van het tafereel en kan het toestel nog net op tijd naar mijn tafel richten wanneer ik doorheb dat de flits zal afgaan. De tweede foto is beter, voldoende flou. De lucht buiten, achter de ramen naar de inkomhal, wordt al mooi blauw.

25.11.08

[Mijn soepbord vult zich met water, mijn kleren raken doorweekt. De bliksem flitst onophoudelijk, het onweer drijft dichterbij. (uit: Herman De Jonghe Koppenbergblues. Houtekiet, 2008. p 150.)]

22.11.08

koud en vochtig en Maurice Pons

Ik was voor een bewijs van mijn goed & zedelijk gedrag naar het politiebureau geweest – een bewijs dat mij dadelijk en zonder enig probleem verstrekt was, dat spreekt – en ik vond dat ik een espresso nodig had. Het regende namelijk erg koud, met een wind uit het noorden. Ik wandelde dus voort naar de Coffee Lounge, met zijn heerlijke zetels en barista's, nabij het belfort.

Dat ik geen rotte euro bij me had, was een detail. Ik zou na het drinken wel ergens geld uit een muur halen en dan terugkeren om mijn schuld te vereffenen – gesteld dat het ooit zou stoppen met regenen. Ten teken van mijn betrouwbaarheid kon ik desnoods mijn vers verworven bewijs van goed zedelijk gedrag voorleggen, maar dat was uiteindelijk niet nodig want de heren van de Coffee Lounge zijn overtuigend sympathiek. Ja, het was koud en vochtig, maar het was bovenal een mooie dag. En ik had koffie.

Bij de espresso's las ik in De seizoenen van Maurice Pons; een goed boek en ook in het boek was het koud en vochtig. Het regende als in het echte leven. Het is vreemd, dacht ik erbij, dat dit boek, dat dit goede boek onmiddellijk na aankoop en verwerking in de bibliotheek in het magazijn belandde, dat het geen kans kreeg in de rekken van de vierde verdieping bij de P van Peeters, Peixoto, Pleysier. Vermoedelijk ben ik de tweede lezer, ja, ik heb de online-catalogus in de gaten gehouden. Hoeveel moeilijker wordt het zo voor dit exemplaar om een lezersgeschiedenis op te bouwen, om lezerssouvenirs te verzamelen, om ook materieel te leven? Ik maakte ter compensatie dadelijk een koffievlekje onderaan op pagina 153 en en passant besmeurde ik, maar dat per ongeluk, de onderkant. Het is een geluk dat ik eerst mijn bewijs haalde en daarna pas aan de koffie begon.

De laatste regel van De seizoenen las ik later die dag in de KVS in Brussel. Ik zat met mijn lief op het tweede balkon en we zagen hoe Koen Peeters onder ons op het parterre zat. Ik zag hem opkijken en ik zwaaide. Tweemaal. De tweede keer zwaaide hij terug. Ik vermoed dat hij geen idee had wie ik was, maar dat is niet erg en ik moet me ook vaker scheren, dat weet ik.

Bliksem:

Ze gaf geen antwoord. Ze liep rechtdoor en trok de twee meisjes met zich mee. Ze ging recht op huis aan, zwijgend, huiverend, als een merrie die de bliksem achter zich voelt. (p 10.)

---
Maurice Pons De seizoenen Coppens & Frenks, 2007.

[Wat je nu overkomt is een negatieve infectie. Ook wel nachtegaelse bliksemamnesie geheten. Daar heb ik lang op geoefend. Ik betwijfel of het iemand met minder dan zeven breinen goed zou afgaan. (uit: Walter Moers Rumo & De wonderen in het donker. Houtekiet, 2008. p 326.)]
van Occy

20.11.08

mensen riepen

In Brussel/Bruxelles ging ik een koffie drinken in het café van De Markten op de Oude Graanmarkt. In de hal dribbelde een verwaaide vrouw rond. Canard, zei ze. Later kwam ze het café ook echt binnen. Vous êtes tous des canards! Canards! riep ze. Naast me zat een echte Dansaert-vrouw met zeer kort zwart haar en een dure, hippe bril. Eenden, vertaalde ze voor haar kleindochter, dat we eenden zijn, kwak kwak.

Enige uren later, in de metro bij Kruidtuin/Botanique, hoorde ik iemand schreeuwen: Les vélos vaincront!

18.11.08

[Het was een nacht met vreemde temperaturen; het was zo koud dat mijn adem witte wolkjes vormde, maar zo warm dat bliksems ontstonden en insloegen: brandende koorden die steeds ver boven zee stonden en flakkerend licht op de kliffen om me heen wierpen. (uit: Robert Macfarlane De laatste wildernis. De Bezige Bij, 2008. p 256.)]
van Lope

16.11.08

[Onze schuilplaats trilt; de hele nacht lijkt niets dan brullen en bliksemen. We kijken elkaar aan bij de lichtgloed, die telkens maar één seconde duurt, schudden met bleke gezichten ons hoofd en bijten op onze lippen. (uit: Erich Maria Remarque Van het westelijk front geen nieuws. Van Ditmar, 1949. p 77.)]

13.11.08

koen, misschien

Sinds gisterenmiddag rijd ik op een nieuwe fiets. Hij staat niet zo scherp als mijn Vos, ziet er verlepter uit, breder, minder strak, valer, maar ik denk dat we heel goede vrienden kunnen worden. Heel goede vrienden. Voorlopig heet hij Koen.

12.11.08

[De vorige middag, vertelde de directrice (haar bliksemsnelle stem door Frankrijk, België, Nederland), was zij in het park in slaap gevallen en niet meer wakker geworden. (uit: Harry Mulisch Twee vrouwen. Stichting CPNB, 2008. p 11.)]
van k. artman

10.11.08

[He lay down on the bed, his eyes half closed, and rubbed his buzzed hair. "It's like I got hit by lightning." He sniffed. (uit: John Green Paper towns. Dutton Books, 2008. p 192.)]

29.10.08

[lightning claws the eastern sky, and it's neat in the weight room's dark because Lyle is in a slightly different position and forward angle each time he's illuminated through the window up over the grip/wrist/forearm machines to his left, so it looks like there are different Lyles at different fulgurant moments. (uit: David Foster Wallace Infinite Jest. Little, Brown and Company, 1996. p 387.)]
van Occy

28.10.08

Soms lijkt het alsof ze huilen.

22.10.08

Vannacht zag ik in een droom vijf uilen. Ze zaten in een enorme knotwilgholte en ik kon niet zeggen van welke soort ze nu echt waren. De meest linkse droeg een monocle en een militair uniform. Een andere droeg een wittig Afrikaans masker.

[De bomen van Cyprus werden hogelijk gewaardeerd door Assyrische, Fenicische en Romeinse scheepsbouwers; tijdens de kruistochten verdwenen ze merendeels in de oorlogsschepen van Richard Leeuwenhart. Tegen die tijd was de geitenpopulatie al zo groot dat de vlakten boomloos bleven. In de loop van de 20ste eeuw werden aanplantingen van parasoldennen geïntroduceerd, om te proberen voormalige bronnen weer tot leven te wekken. Maar in 1995, na een langdurige droogte, gingen die samen met de resterende inheemse bossen in de noordelijke bergen te gronde in een door blikseminslag veroorzaakt inferno. (uit: Alan Weisman De wereld zonder ons. Atlas, 2007. p 110.)]

21.10.08

Vanavond zat ik een half uur in café Monopole in Gent. Er stond al een bezemsteel klaar om van zaterdag op zondag de klok van Vieux-temps een uur terug te draaien. De witte kat in de gelagzaal had geen staart.

20.10.08

één van mijn favoriete soorten

Er komt schoon vrouwvolk over de vloer in de caffènation. Jong is het, mooi, intelligent, artistiek, belezen. En één dame heeft een lederen handtas met daarop gedrukt: een roodborsttapuit.

18.10.08

In de tunnel van het station van Mechelen staat er tussen spoor 6 en 7 een snoepautomaat die nog rekent met Belgische franken. Voor 0,80 BFR kocht ik er vrijdag een Mambo van Lilly Food (Kluizenhof 19 9170 St.-Gillis-Waas). Zo'n Mambo kocht ik nooit eerder, merkte ik nooit eerder op ook.

In een Spar in Gent zag ik vannamiddag een pak met iets dat op Mambo's lijkt. "Gebak gevuld met creme, vanillesmaak" staat er op het etiket. Ik kocht het (€1,75). Op de rekening heet het "hagelslagcake 250g". Er is te veel plastic gebruikt voor de verpakking. Dat is jammer, maar wellicht eet ik morgen iets dat op een Mambo lijkt.

12.10.08

[Nej, sade bonden i Kvammartjärn. Nåden, han kan sannerligen slå ner som blixten. Man får vara beredd hela tiden. (uit: Torgny Lindgren Norrlands Akvavit. Norstedts, 2007. p 129.)]

Vanochtend, in een droom, zag ik een meerkoet. Ik zag hem niet live, maar hij stond op een foto in een oude De Morgen en hij vloog er boven een avondlijke wereldstad vol lichtreclame, Pepsi en zo. De titel van het artikel was "Meerkoet kan maar tot daar en terug". Iemand had onderzocht hoe hoog meerkoeten kunnen vliegen. Interessant.

Ik weet zeker dat het artikel in De Morgen stond, want onderaan de pagina stond een cartoon van Kim. Die ging over Koen Peeters' Grote Europese Roman. Hij was niet echt grappig.

7.10.08

simonis

de collega's, de dieren, de herfst

K. zei dat hij in het weekend een kleine vogel met een gele kuif had gezien. M. had herten horen burlen. De collega's mogen mij zulks vertellen, ik moedig dat zelfs aan.

Op de hoek van de Leopold II-laan en de Houzeau de Lehaiestraat zag ik weer een zwarte roodstaart. Hij verdween achter een gevelornament. Naar huis ging ik met de stoptrein – herfstig is dat – en met een espresso in de ene en mijn petrell in de andere hand zag ik thuis drie zwarte mezen voor de ruit.

Die zwarte mees wordt misschien de vogel van 2009. Dat zou dan dankzij de witte nekplek zijn.

5.10.08

Bij het lezen van Datumloze dagen bedenk ik dat ik één keer sliep in een ruimte waar ook een dode lag. Het was in 2002 of 2003, misschien 2004, in een ziekenhuis met pastelpaarse en pastelgroene kamers. De man met wie ik de kamer deelde was die dag ontslagen – hij had alle papieren zakjes voor gebruikte maandverbanden van op het toilet mee naar huis genomen omdat die zo goed waren om medicinale marihuana in op te bergen – en ik had de kamer voor mij alleen. In de loop van de nacht stierf een patiënt in de kamer naast de mijne. Het was de man die we de dagen en nachten ervoor voortdurend hoorden kuchen en die we allemaal al verwenst hadden. Na enig geloop op de gang werd de dode mijn kamer in gereden. Enkele uren later kwam de familie groeten achter het gordijntje. Er werd stil gehuild.

[Wellicht klopt dit niet. Wellicht werd de kamergenoot van de dode die nacht bij mij op de kamer gelegd, maar ik had hoge koortsen tijdens die nachten. Vergeef me mijn herinnering.]


Jeroen Brouwers Datumloze dagen. Atlas, 2007.

3.10.08

13.08.08

[Mijn grootvader heeft me onlangs verteld dat het donderde en bliksemde toen ik ter wereld kwam en hij vond dat een zegen voor de familie en zag er een goed teken in. (uit: Bart Koubaa Vuur. Querido, 2000. p 10.)]
van Occy

2.10.08

De ramadan is voorbij en ik kom weer eens langs Snack Grillade La Boulette. Het is meer dan drie maand geleden sinds ik hier nog eens was, maar de snackman knikt me toe als een klant van elke dag en vraagt dadelijk: Comme d'habitude? Ik zeg maar van ja. Je weet nooit wat je zo te weten komt.

Ik krijg een sandwich kefta met daarbij wat frieten, pikante olijven, een gegrilde peper en een kwak andalouse. Dat blijkt mijn habitude. Drank zit er helaas niet bij. Het geheel kost €3.50 en dat vind ik weinig.

Mijn moeder staat op mijn voicemail, dat merk ik ineens. Nonkel F., zegt ze, heeft ergens een oude fiets staan die je mag hebben. Je moet maar iets laten weten.

Ik lees in de krant. Er staat vanalles in.

1.10.08

Zondag.  Er hing nog nevel boven de velden, maar op de hei scheen de zon.  De roodborsttapuiten staken hun borst omhoog naar het licht.

29.9.08

Mijn Vos is gestolen.

28.9.08

[Allerhande stomme-filmscènes begonnen zich nu voor mij af te spelen. In de Via Alberto Mario zag ik diverse heren heen en weer lopen en juist op het moment dat zij zich onbespied waanden met een bliksemsnelle sprong zijwaarts in de ingang van een huis verdwijnen, waar zich de praktijkruimte van de in Parijs en Wenen opgeleide Dr. Ringger bevond. (uit: W.G. Sebald Melancholische dwaalwegen. Van Gennep, 1992. p 97.)]

[Ziezo, dat is wat anders, hé kinderbeul! En nu als de bliksem naar buiten. (uit: Jef Nys De belevenissen van Jommeke: De jacht op een voetbal. Het Volk. strook 27-28.)]

[Wel op een dag... O, dat duurde maar even: een bliksemgedachte in het genre van de blikken waaraan ik vroeger onder mijn vrienden niet schuldig was. (uit: André Baillon Een doodeenvoudig man. Manteau, 1985. p 83.)]
van pironik

flikkendag!

Gelukkig is er koers op tv.

25.9.08

Vannacht, in een droom, zag ik buizerds. Eerst vier of zes op rotsen langs een water. Ik stond met mensen op een bootje en zei: buizerds. En: kijk hoeveel wit ze hebben op hun borst.

Daarna zag ik er vier of zes boven heuvels met pas gemaaide gouden velden. Ik reed er met mijn vos doorheen. Het was aangenaam warm. De buizerds vlogen hoog maar ook laag en schreeuwden. Toen ik eindelijk mijn verrekijker uitgepakt had, stonden er zoveel mensen om me heen dat er nog amper lucht te zien was.

W.G. Sebald bis

Ik stond met K. te praten aan de ingang van de parking achter de basiliek van Koekelberg. Zaken, wou ik hier tikken, want we voelden ons belangrijk, maar het is natuurlijk gewoon werk. Boven het geronk van de auto's die uit de tunnel kropen uit, boven dat geluid uit, hoorden we een slepend gepiep. Het was geen wagen. Het was geen rem die bleef hangen. Het was een spreeuw.

Ook dat is wel eens goed bij Sebald, want ja dat mag: hij schrijft niet vogel, hij schrijft spreeuw, gaai, winterkoning, kauw.

Ik had dat wel tegen K. willen zeggen, maar dat kon natuurlijk niet. We waren zeer professioneel aan het praten over zaken.

23.9.08

Deel I en III zijn me soms wat moeilijk, maar dat middelste stuk, over Georg Wilhelm Steller, is toegankelijk en o zo mooi, episch en ongetwijfeld volkomen waar. De slotregel luidt: "als een doodgeslagen vos".

W.G. Sebald Naar de natuur. De bezige bij, 2006.

21.9.08

[Bliksems, ik liet het kompas vallen. Driedubbele ezel die ik ben! (uit: Jef Nys De belevenissen van Jommeke: Wie zoekt, die vindt. Het Volk. strook 97.)]

20.9.08

Dit merkte ik net: als je het woord links typt, dan gebruik je voor allevijf de letters je rechterhand. Typ je rechts, dan gebruik je voor vier van de vijf letters je linkerhand. Zeer verwarrend is dat; wellicht begon het als een vorm van pesterij.

Ergens tussen donderdag en vrijdag zijn de chikkenbakken in het station hervuld. Bakken voor botsballen en niets anders zijn er niet meer, maar ik vond wel drie bakken koud gemengd. Is dat voldoende, vroeg ik me af, koud gemengd, botsballen en brol?

Eén van de mengbakken had tot donderdag die twee laatste exemplaren in de hoekjes. Ik vond het aannemelijk dat de vuller die ballen tot in de selectieholtes schudde, duwde, rolde vooraleer de bak weer vol te storten. Ik had gelukkig 50 cent op zak. De rode van linksachter heb ik nu in mijn rechterbroekzak zitten.

[Wellicht haal ik verder niets meer uit die bakken. Daarvoor ben ik te weinig gokker. En brol heb ik genoeg, dat ook.]

[Voor botsballen kan je wel nog naar Berlijn. In de Friedrichstrasse staat een automaat op de stoep met een erg laag tarief: €0.20/stuk.]

[Ik had daarbij willen zijn, bij het hervullen. Ik moet dat proberen, ééns in mijn leven de vuller aan het werk zien, 's nachts, en dan toekijken van op een afstand, van naast een pilaar.]

15.9.08

[De bliksemflits die hem zo diep had getroffen, vond hij in haar lijfje belichaamd terug, zo frêle dat het hem verbaasde dat het die intense bevalligheid kon verdragen. (uit: Raymond Queneau Een barre winter. De Bezige Bij, 1989. p 22.)]
van Occy

14.9.08

meer verval

13.9.08

een vermakelijk boekje

Na het werk had ik nog geluncht aan de Leopold II-laan. Ik had er bij wat correctiewerk gegeten wat ik er altijd eet en er een pintje bij gedronken – une bière had ik gevraagd, nadien verduidelijkt: vingt-cinq.

Het regende toen ik door de openstaande grote ruit het natgeregende terras op de natgeregende stoep weer opliep. Onder mijn linkeroksel klemde ik een bibliotheekexemplaar van Wat fietst daar? van Bob den Uyl – misschien is dit twijfelachtig vanuit hygiëne-standpunt, dacht ik, maar waterschade is erger en bovendien: wie leest er nog Bob den Uyl? Misschien verdwijnt het na mij wel weer 13 jaar ongelezen in het magazijn. Wie zal het zeggen?

[Persoonlijk ken ik één, 1, één persoon die ook den Uyl leest en dat is F., de man die den Uyl aan mij aanraadde.]

Wat fietst daar? is een hoogst vermakelijk boekje en ik geloof echt dat ik zonder schroom boekje mag zeggen hier. Niemand vindt dat erg. Het lijkt op een tussendoortje, is nog lichter dan veel van de andere den Uylen en neemt zich ook zelf niet serieus. Een Vitalinea is het, maar dan met humor. En het gaat over fietsen, fietsen op de wijze die ik aanhang met mijn Vos. Het blijft algemeen, maar er staat wijsheid in; ook flauwere redeneringen, dat klopt, maar vooral veel wijsheid. Over wat niet te doen tijdens fietstochten door bos en hei bijvoorbeeld:

Werkelijk sterk af te raden is het aanranden van vrouwen op eenzame bospaden. Tegenover iedere vrouw die u nog jarenlang dankbare brieven zal schrijven, staat altijd wel een tweede die verontwaardigd naar de politie loopt. (p 69)
Wie Wat fietst daar? tegenkomt in een antiquariaat zou het eigenlijk moeten kopen en lezen. Dat duurt in totaal misschien een uurtje. En daarna moet u het mij maar cadeau doen. Voor mijn verjaardag bijvoorbeeld. Ik zal er erg blij mee zijn.

Weer in Gent kocht ik in de wereldwinkel twee flessen cabernet sauvignon en een pot choco. Ik sprak met mijn lief af dat we 's avonds uit eten zouden gaan.


Bob den Uyl Wat fietst daar? Querido, 1980.

update 21.30u:
Vannamiddag was ik in een tweedehands-boekenwinkel. Er lag daar natuurlijk een ongelezen eerste druk van Wat fietst daar? F. was er ook. Dus ik zeg iets als: kijk! Hier!
En ik kan natuurlijk niet voordringen. F. als Bob-den-Uyl-lezer-&-collectionneur van voor mijn Bob-den-Uyl-lezen krijgt natuurlijk de kans om het te kopen. Wellicht zie ik nooit meer zo'n exemplaar. En wie had kunnen vermoeden dat in de eerste druk (1970) nog enkele hoofdstukjes staan die uit de tweede druk (1980) verwijderd zijn en dat er 32 keer zoveel prenten instaan? Het leven is niet om mee te lachen.

12.9.08

[Net voordat ik het woord had kunnen nemen, werd hij door een nieuwe gedachte getroffen. Die bracht hem ertoe bliksemsnel het vuur in een andere richting te openen. Er klonk een oordverdovend geratel en de schrijfmachine spuugde een nieuwe stroom letters uit over het papier. (uit: Göran Sahlberg Aan het einde der tijden. Van Gennep, 2007. p 33.)]
van Occy

11.9.08

[Ik... Ik ging er als de weerlicht vandoor. Ik rende de gang in, het huis uit, over het pad langs het water. (uit: Siska Goeminne Ik was een steen. De eenhoorn, 2008. p 65.)]

['Nothing.' There was a flicker of lightning, electrical and sharp, felt rather than seen. Then after a moment or two a long drum roll of distant thunder. (uit: Iris Murdoch A Fairly Honourable Defeat. Penguin, 1970. p 331.)]
van Occy

9.9.08

naast de okapi's: enige vossen
okapi's in brussel

ik weet nog hoe je daar toen ik 10 was koekjes van Lu kon ruiken, door de fabriek op de noordelijke oever. Misschien kan dat nog steeds. Wie weet.

Het was zaterdagavond, tegen kwart voor acht. Ik reed met de trein over het Albertkanaal bij Herentals. Het water was onder de al zakkende zon tegelijkertijd blinkend blauw en oranje en metalig grijs, onbewogen, zwaar, kwikkig.

Schuin tegenover me was net een bejaard koppel komen zitten. Hun stokken lagen op het tafeltje. Ook zij staarden naar buiten en vonden het uitzicht – hoewel ze natuurlijk al heel wat gezien hadden in hun leven – wonderlijk mooi.

Ze begonnen trompetterend stinkende winden te laten. De rest van de rit hield ik voortdurend mijn vingers onder en tegen mijn neus.

7.9.08

["De hoofdzaak is dat het smaakt," zei zij vergenoegd. Plotseling kromp zij in elkaar en wendde haar hoofd bliksemsnel in de richting van het kamerscherm, waarachter nu een krakend geluid was te horen.
"Ik dacht dat hij niet wakker zou worden," fluisterde zij verblekend, "hij wordt anders nooit wakker." (uit: Edgar Hilsenrath Nacht. Baarn: De Boekerij, 1966. p 194.)]

6.9.08

[Dommerik, als de spionnen dat ontdekken is alles naar de bliksem! Ge moest de naam van Jommeke opgeven! (uit: Jef Nys De belevenissen van Jommeke (nr 27) Geheime opdracht. Het Volk. strook 38.)]

4.9.08

Lommel.  Nabij de Blekerhei.
Iets meer naar het noorden.
Ook daar.

3.9.08

[De bliksem-
(uit: Thomas Pynchon De regenboog der zwaartekracht. Bert Bakker, 1992. p 122.)]
Dit citaat kreeg ik via mail van Lope De Aguirre. Hij schreef erbij: "Ik heb het letterlijk opvergetyped. de zin stopt daarna. Het staat er echt cursief."

Berlijn.  In de kast rechts hangt een snip.  In het midden: de oehoe.

2.9.08

musea / schoon / Berlijn

We waren in Berlijn, we beleden mijn liefde voor natuurhistorische musea.
Op de website staat dat er 'Wiener Würstchen oder Bouletten mit hausgemachtem Kartoffel- oder Nudelsalat' zijn.  Maar er is ook gewoon malachiet.

We waren in Berlijn, we beleden mijn liefde voor natuurhistorische musea. Op de website stond dat er 'Wiener Würstchen oder Bouletten mit hausgemachtem Kartoffel- oder Nudelsalat' waren. Maar er was gelukkig ook gewoon malachiet.

En ik vertel niets nieuws als ik zeg dat Avondlog een zeer schoon weblog is, vol waarheden bovendien. Ik citeer voor u:

Zo, weet ik, moet een museum zijn. Een beetje stoffig, dat verhoogt de concentratie. Er is een koffiehoekje waar je lang kunt zitten staren naar een zeer gesoigneerde, erg Duitse caissière. (bron)

31.8.08

voor
na

30.8.08

mooie mensen van vroeger

*
Donderdag zag ik de fluiter, de fluiter van vroeger. Niet donderdag donderdag, maar donderdag 21 augustus. Ik hoorde hem komen van bij het kippenkraam en zei tegen mijn lief: wacht, luister. Hij liep met zijn handen op zijn rug, hij floot, het was de fluiter. (18)

*
Vanmiddag was ik bij de groenteman, de groenteman van vroeger. Ik kocht jonge wortelen, peterselie en veldsla. Het was 2 euro 68. Ik haalde al het losse kleingeld en twee botsballen uit mijn linkerbroekzak want, en dat zei ik ook tegen de groenteman, ik had ooit een mooi en praktisch doosje maar dat verloor ik op een terras.

Dan heeft nu iemand anders een mooi en praktisch doosje, zei de groenteman. Ik: zo is dat.

We telden samen 1 euro 94. De rest betaalde ik met proton, de botsballen stak ik weer in mijn zak.

[Ongeveer om de tien meter waren er verontrustende geblindeerde ruimten waar zich waarschijnlijk de hoogspanningsinstallaties bevonden, met op de deuren expressionistische pictogrammen die aan duidelijkheid niets te wensen overlieten, gestileerde zwarte schichten en mensen geveld door de bliksem, verstard in hun verwrongen houding, verstild in hun asymmetrische val. Kennelijk was ik de weg kwijtgeraakt (of anders waren ze wel heel slecht aangegeven, de toiletten). (uit: Jean-Philippe Toussaint De televisie. Van Gennep, 1998. p 151.)]

[Nu ik mezelf kan bekijken via die ongebruikelijke blik van bovenaf, waarbij mijn ouderdom me de luxe vergunt om tegelijkertijd een starende sfinx te zijn en de man op wie ze haar strenge ogen heeft gericht, stel ik vast dat mijn levenslot en wellicht ook het lot van anderen lijkt op de tarotkaart van de Major Arcana, met de Toren die door de bliksem wordt getroffen... (uit: Bohumil Hrabal Praagse ironie. Prometheus, 2007. p 65.)]
van Occy

[Het begrip goedkoop (genoeg) kan tot een bepaald punt inzicht verlenen, het inzicht dat zo klaar is als een klontje, net voor het doorslaggevende moment, als bliksem bij heldere hemel. (uit: Dag Solstad T. Singer. Signature, 2006. p 56.)]
van Occy

20.8.08

slak, boom
boom, slak
een blak op een soom
een slak op een boom
slak, boom

19.8.08

[Zelfs God moest mij nu in de peiling hebben gekregen. Daarom holde ik het laatste stuk ook en ik kon nog net aansluiten in de rij toen de bel ging en op datzelfde ogenblik was er een bliksemflits, ik had nog maar tot vier geteld toen de donder over het schoolplein rolde en de kerkspitsen beefden. Ik begon ongerust te worden. Misschien had ik God op zijn tenen getrapt. Misschien was God wat lichtgeraakt? (uit: Lars Saabye Christensen De halfbroer. De Geus, 2008. p 297.)]
van woordenaar

[Terwijl buiten het hemelvuur waarde en de natuur zich laafde, ontstak de meester op de hem eigen onovertroffen wijze verscheidene kaarsen. (uit: Harry Mulisch Het mirakel. De Arbeiderspers, 1962. p 40.)]
van K. Artman

18.8.08

Ik ging fietsen met mijn Vos en mijn lief. We reden door Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en Henegouwen. Ik zag heel wat rijpe bramen.

In Grimminge aten we een snickers van het huismerk van Delhaize, in taverne d'Oude Pompe in Viane een croque-monsieur. Men legt daar de kaas óp de croques en niet tussen het brood. Er komt een bordje groenten uit potjes bij met een kwak mayonaise ernaast en wat ketchup in een plastic schaaltje. We dronken Pompebier en keken naar het springkasteel. Iemand had in zijn broek geplast.

Na Viane stond de wind strak op kop. Het ging gieten. De weg werd een kasseibaan. Wat een helden zijn mijn lief en ik. Maar ik overdrijf; het was goed & mooi. De grond straalde warm en boven de graslanden van De Rietbeemd dampte heerlijk het vocht.

Om 17.58u namen we in Geraardsbergen de trein naar huis.

[Toen liep ik, nadat ik mijn horloge gelijk had gezet met de klok in de latrine, de lange, natte kasseienweg af de stad in. Ik negeerde de bliksemschichten die overal om me heen insloegen. Of je nummer stond erop, of niet. (uit: J.D. Salinger Voor Esmé - veel liefs en morsigheid uit Negen verhalen. De Bezige Bij, 2008. p 109.)]
van woordenaar

17.8.08

['Eva', zeg ik. 'Schat, lieveling, klein zussie, grote liefde van me, natuurlijk heb ik er spijt van. Ik was een schoft', zeg ik en ik kijk op mijn horloge. 'Je was gewoon zo'n hete bliksem dat ik me niet kon beheersen.' (uit: Chuck Palahniuk Stikken. De geus, 2003. p 65.)]

16.8.08

nog twee

14.8.08

veelbelovend

Op de achterflap van Stikken van Chuck Palahniuk (De Geus, 2003):

Na dit boek kan niemand meer op een gewone manier naar een rubberen balletje [...] kijken.

[update 17.08.2008] Ach. Het komt allemaal goed. Men overdrijft, als zo vaak.

[Opereren, opereren; been afbinden, cirkelvormige huidsnede, bovenste bloedvaten afbinden, spieren doorsnijden, weefsel en zenuwstrengen met één gladde snede, dan de beenderzaag, bliksemsnel zagen, dan viel er een arm of een been en werd vlug weggebracht. (uit: Ernst Weiss De ooggetuige. Van Gennep, 2007. p 123-124.)]

en hieronder dan huiszwaluwen

12.8.08

George Orwell schreef in augustus 1938 in zijn dagboek over regen, mist, bramen en slangen in het gras. Exact 70 jaar later, nu, worden zijn dagboeken dag per dag gepubliceerd op een weblog. Te volgen! [Nog tot in 1942/2012.]

11.8.08

Ik fietste met mijn Vos van Nijlen naar Overpelt.

Op de markt van Turnhout zag ik een café Bristol maar ik bezocht het niet; er zaten te veel rokers achter de ruit. In café De Beurs dronk ik een donkere Grimbergen – een saai bier maar van het vat – en bestelde ik een croque. De croques waren op. Ik nam een niet al te lekkere hotdog in de plaats. Op het plein stond de kermis. Er liepen veel lelijke mensen rond.

10.8.08

Gisteren, zaterdag, vond ik een zeer gezellige foto in een tweedehandse-boekenwinkel. Een mooi verhalend tafereel, en verkleurd maar wel nog steeds: die blozende wangen.

9.8.08

['Weet je waaraan die tunnelkinderen mij deden denken?' vraagt Amber.
We zijn weer op onze hotelkamer beland.
'Aan Rio,' Gaat ze verder. 'Ik heb daar eens een paar jonge bliksems een soort hanendans zien uitvoeren, met messen aan hun enkels. Wacht, ik zal het je voordoen.' (uit: Kamiel Vanhole O Heer, waar zijn uw zijstraten?. Meulenhoff, 2002. p 148.)]

8.8.08

maar wie lacht er nog als de hop geweest is?

Vannacht zag ik in een droom een hop. Zijn snavel zat vast in de flank van een tortelduif.

7.8.08

Maria uit Lovendegem
Maria uit Lovendegem zegt: nee, in plaats van die Olympische spelen; doe het liever zelf. Zoek een Vos en neem de trein naar Lierde. Fiets dan naar Deftinge, Geraardsbergen, Onkerzele. Of stort twintig euro voor Natuurpunt en ga wandelen in het Raspaillebos.

Belangrijk is wel dit: eet onderweg worst en vergeet geen appels want, ja, regels moeten er zijn.

En boetvaardigheid! Dat was ik nog bijna vergeten. Boetvaardigheid! En was uw voeten, uw gezicht, uw handen. Boetvaardigheid!

2.8.08

[Hij maakte wandelingen door het dorp, kookte één keer in die twee weken hete bliksem en nam ons nog altijd mee op staatsbezoek. (uit: Arjen Lubach Bastaardsuiker. J.M. Meulenhoff, 2008. p 94.)]

[Het wordt donker en de bliksemstralen in het oosten zijn steeds duidelijker te zien. Suzon zegt: Zullen we naar het onweer gaan kijken? (uit: A. Alberts Haast hebben in september in Romans en Verhalen. Van Oorschot, 2007. p 260.)]

[Hahaha, lachte de procuratiehouder. Die Spijker. Dat kan toch soms ook zo'n ongegeneerde bliksem zijn. (uit: A. Alberts De vergaderzaal in Romans en Verhalen. Van Oorschot, 2007. p 222.)]

["Blurp", sa fru Petrell, och hon kom blixtsnabbt på benen. Där ser man hur bra det är att göra mycket blåbärssoppa, så att det räcker vid olycksfall. (uit: Astrid Lindgren Nya hyss av Emil i Lönneberga. Rabén och Sjögren, 1984. p 81.)]

[Varje gång jag blinkar jag ser hennes svarta lockhår och hennes sexiga putläppar som är södsminkade med mörkare streck på utsidan. På kinderna hon har dyraste pulversmink och bakom tandställningen hennes blixtvita tandrader skiner (uit: Jonas Hassen Khemiri Ett öga rött. Norstedts Pocket, 2008. p 106.)]

[Het was een onverhoeds losbrekende storm van gruwelen uit de vreemde gebieden van het leven, een weerlichten, flakkeren en uitgedoofd worden, de beproeving van twee zich aan elkaar vastklampende mensen en de ondergang van een onschuldige wereld in kots, drek en angst. (uit: Robert Musil De man zonder eigenschappen. De arbeiderspers, 1989. p 982.)]
van Occy

[De vestibule mag niet piepklein zijn; ik denk dat ik er een soort serre van maak; over de hele lengte van het huis? dat zou onhandig zijn, het zou beter zijn dat hij niet verder doorliep dan tot de eetkamer; dus tussen de salon en de eetkamer een tweede vestibule die met de eerste in verbinding staat door een deur, of liever door een deurgordijn; en denk 's aan al die jongedames die goed verborgen en bliksemsnel achter dat gordijn zouden verdwijnen! (uit: Eduoard Dujardin En de sleutel is gebroken. De arbeiderspers, 1986. p 33.)]
van Occy

31.7.08

[Roy Charles Sullivan träffades sju gånger av blixten, sade jag. Han kallades den levande åskledaren från Virginia. Han förlorade naglarna och ögonbrynen och håret och fick ena fotleden avslagen. (uit: Torgny Lindgren Till sanningens lov. Stockholm: Norstedts, 1991. p 268.)]

30.7.08

vriend B.

Maandagavond zag ik vriend B. weer eens. Normaal woont hij in China, maar maandag was hij in Koekelberg en dronken we samen witbier op het terras van La paradise. Witbier met een schijfje citroen erin. Van vriend B. weet ik zeker dat hij in het veld een roodborsttapuit kan herkennen. Er zijn erg weinig mensen die ik in het echte leven ken van wie ik dat zeker weet.

's Nachts namen we samen de trein naar Gent, de laatste. In station Sint-Pieters kochten we een blauwe botsbal. Die botsbalautomaten, die chikkenbakken, zei ik, zijn van de kerels van die tomaten in blik. Die blauwe blikken. Met die rode tomaten op. Echt waar.

[Dan keer je naar de megalieten terug. Er komt onweer opzetten, merk je, althans de lucht begint er stilaan als een woedende menigte uit te zien. Donderkoppen waartussen soms kleine vonkjes overspringen. In de verte hoor je het gerommel al. (uit: Kamiel Vanhole Een demon in Brussel. Meulenhoff|Kritak, 1990. p 158.)]

[Ze weten: nu komt het leukdoen. Alleen, helemaal zeker, zoals bij andere grotemensen, ben je bij Menthol nooit. Kijkt-ie vrolijk, dan bliksemen zijn ogen af en toe zodat je je adem inhoudt uit angst voor een pak slaag. (uit: Kees Verheul Kleine Knieval. Van Oorschot, 2003. p 44.)]
van Occy

29.7.08

twee botsballen uit China

28.7.08

warm voor iedereen / gladiool

['Donner und Blitzen', zei ik. 'Vertel over de veerman!'
'Dat is een lang verhaal', zei Solveig.
'Ik hou van lange verhalen. Alleen lange verhalen lopen goed af.' (uit: Lars Saabye Christensen De entertainer. De Geus, 2008. p 61.)]

24.7.08

Meer en meer houd ik van natuurhistorische musea. Vaak zijn het musea van musea.

Twee weken geleden was ik in Göteborgs naturhistoriska museum en daar hebben ze natuurlijk een kast met malachiet erin, uit Siberië. In de museumwinkel kan je steentjes kopen voor 59 en 79 kronen.

[Idén blixtrar din far oväntat som en blixt. Hm, denna metafor var inte tillräckligt excellent. Låt mig försöka igen: Idén blixtrar din far oväntat som en väldigt, väldigt energistark glödlampa. (uit: Jonas Hassen Khemiri Montecore. En unik tiger.. Norstedts, 2006. p 227.)]

23.7.08

göteborgs naturhistoriska museum
De mooiste foto's van in musea zijn die met veel glas en ook wat blauw erop.

22.7.08

[Zij wilde de integriteit van haar ontdekking niet beïnvloeden door enig onderzoek. Zij vroeg zich zelfs niet af, hoe de fantastische bliksem, die haar getroffen had zich zou kunnen herhalen. (uit: Joseph Kessel Dagvlinder. Bigot & Van Rossum, 1986. p 87.)]
van Occy

[Boven Balikpapan hing een gitzwarte bloemkoolwolk met een omtrek van kilometers, en de hitte was zo geweldig dat het niet ophield te donderen en te bliksemen. (uit: Jeroen Brouwers De zondvloed in De Indiëromans. De Arbeiderspers, 1992. p 226.)]
van K. Artman

[Maar toen hij ten slotte de apotheose van zijn toekomstige gelukzaligheid in eenvoudige maar krachtige penseelstreken afgebeeld zag, raakte hij toch wel van zijn stuk, en als een
bliksemschicht flitste door zijn hoofd: als Helène dit zou zien! (uit: August Strindberg Corinne in Huwelijksverhalen. Aspekt, 2003. p 99-100.)]
van Occy

[Mevrouw Rijnders houdt iedereen voor me tegen, ze is
bliksemsnel in haar bewegingen en ze heeft Rennie al een keer in de houdgreep gehad. (uit: D. Hooijer Bosgrond en peredrups in Sleur is een roofdier. Van Oorschot, 2007. p 52.)]
van Occy

[Camera’s ruisten, fototoestellen bliksemden, maar blijken zou, dat er niet één foto- of filmopname was gelukt. (uit: Jeroen Brouwers Winterlicht. Rainbow Pocket, 1992. p 117.)]
van K. Artman

2.7.08

lekker is dat

Ik neem mijn kauwgom uit mijn mond en rol hem in het papiertje. Hij ruikt nog steeds naar appel. Ik stop het papiertje in mijn linker neusgat. Mmm.

1.7.08

Ik wou zondag naar Knokke om de koers te zien.

Om 7.03 nam ik met mijn Vos de trein naar Blankenberge en van daaruit fietste ik naar de Uitkerkse Polder met zijn wind en zijn vogels. Na de middag reed ik naar Zeebrugge, Heist, Knokke, Westkapelle, naar de koers. Ondertussen liet ik mijn gezicht verbranden, ook mijn kuiten en mijn handruggen.

Tegen 18.00u maakte ik een filmpje van Steegmans in het wiel van Gilbert. Ik at mijn laatste stuk stokbrood op met een restje Salumi Negroni en reed naar huis. Ik volgde vanuit Knokke de knooppunten 44, 47, 53, 98, 94, 99, 70, 5, 6, 15, 21, 95, 96, 97, 50, 51, 54, 56, 59, 4, 7, 8, 19, 22, 23, 25, 64, 29, 53, 54, 51, 50, 5 en 4. Om 21.00u was ik weer thuis. Ik was in Knokke geweest, ik had de koers gezien. Ik moet nog eens terug voor de vlindertuin en het Zwin.

29.6.08

Maria uit Zomergem

26.6.08

en helemaal achteraan: de leeuw

[A crack in the kitchen. It wasn't horizontal (like all good cracks should be). It zig-zagged, like a child's drawing of lightning, and Isidore now thought – Oh, great ... – that there might be a problem with one of the supporting walls. (uit: Nicola Barker Darkmans. Fourth Estate, 2007. p 167.)]
van Occy

24.6.08

afgelopen weekend in drie participia met telkens een bolletje ervoor

  • Gekocht: zeven boeken om te lezen.
  • Gelezen: Submarien van Joe Dunthorne. [Met op pagina 170: "Het scheelde niet veel, maar toch geen sigaar."]
  • Gemorst: 7UP op een traploper.

21.6.08

Over dat natuurdagboek: ik geef er het geziene en bereisde in weer, de oppervlakte, zeer uiterlijk, zeer direct, vlak na de feiten en ik hoed mij voor interpretatie en drang tot stileren, herschrijven, ververhalen. Windrichtingen mogen, ook busnummers en exacte vertrektijden, ook namen van personen, vogels, planten, straten en gehuchten. Lijsten vermijd ik, evenals toekomstplannen en pijlen. Volledigheid is irrelevant.

Ik moet nieuwe wendingen zoeken, halve en hele zinnen, nee, er moeten nieuwe wendingen komen, halve en hele zinnen, om efficiënt te noteren. Het is een andere methode, een andere taal. Het is anders dan een perenblog maken.

drie botstballen

18.6.08

Zaterdagmiddag zag ik mijn eerste roodborsttapuit en de zon scheen ook een beetje. Ik dacht: nu met mijn Petrel en nu ik dat oranje nooit meer mag vergeten, moet ik doen als Nescio; ik zoek een schrift en begin een natuurdagboek.

17.6.08

Woensdagnamiddag kocht ik in het station een botsbal. Hij was paars met witte vlekken binnen rode randen. Vanavond kocht ik er weer een; volledig paars en veel malser dan al de andere.

Mijn broekzakken worden te klein.

13.6.08

Op de hoek van de Karel De Stoutelaan en de Leopold I-Laan in Brugge at ik in het bushokje twee sandwiches met hespenworst. Ik las er Een zwervend bestaan van Bob den Uyl. Ik was er zeer gelukkig.

Een half uur later kocht ik voor mezelf een Petrel 8x42. De dalende koopkracht, ik lach ermee. Op de trein maakte ik met zorg de koordjes vast.

7.6.08

Ik kocht een nieuwe botsbal in het station. Eén van de botsbalautomaten zit nu vol kauwgomballen. Er blijft nog één automaat over. Vanuit de hal vooraan keek ik in de tunnel die onder de sporen door loopt, van 1 tot 12. Er liep niemand door.

[Ook in de Delhaize is de botsbalautomaat hervormd, hervuld. Hij zit nu vol met iets anders; ik geloof dat het hondjes zijn.]

Mijn nieuwe botsbal komt uit China. Ik botste ermee in de stationshal. We zijn een internationaal gezelschap.

pioenen in huis

6.6.08

[Ik zag, toen zich de situatie voordeed waarbij iedere bejaarde iets waarachtigs tegen zijn kinderen wilde zeggen, hun iets wilde meedelen, namelijk dat ze het moesten waarderen dat ze nog jong waren, dan keek altijd elk zo'n familielid dat tot taak had op te letten dat het niet zover kwam dat deze bejaarde iets wilde opbiechten, dan keek die snel op zijn horloge en schrok, hij sloeg zich dan zelfs met zijn hand voor het voorhoofd en kreunde, en nu vlug terug, en dan leek opeens alles afgelopen, als een noodgedwongen afgelaste markt of festiviteit of bioscoopvoorstelling in de buitenlucht, wanneer er een hoosbui neerkletterde, dan namen ze vliegensvlug afscheid, pakten hun tassen, namen de kinderen bij de hand en trokken die haast door de lucht achter zich aan, want over minder dan een halfuur zou de trein of bus vertrekken, en als ze met de auto waren gekomen, dan wilde opeens iedereen op tijd thuis zijn, waar hen een belangrijk bezoek wachtte dat erover zou beslissen of er iets geregeld kon worden in verband met de toelating tot een gymnasium, of waar iets belangrijks afgemaakt moest worden, zelfs ook al was het mooi weer, dan keken de verwanten opeens naar de hemel, snoven wat lucht naar binnen en roken dat er onweer op komst was, dat zo dadelijk de bliksems langs de hemel zouden schieten en het hard zou gaan regenen en dat zijn auto banden had met een lichtelijk afgesleten profiel en dat zo'n band op een nat wegdek gemakkelijk slipt... (uit: Bohumil Hrabal Harlekijntjes miljoenen. Prometheus, 2005. p 150.)]

3.6.08

[Al een paar dagen wisselen de broeierige warmte en onweersbuien die gepaard gaan met veel bliksemlicht elkaar voortdurend af. (uit: Rafael Chirbes Het schot van de jager. Menken Kasander & Wigman, 2004. p 35.)]
van Lope

29.5.08

baby - met in zijn rechterhand een botsbal
Mijn collega S. mailde me een foto van haar baby. Met zijn rechterhand houdt hij een botsbal vast.

[Het onweert. Het rommelt, het dondert en bliksemt. Ook dat nog. Er is van alles aan de hand. (uit: Armando Soms. Augustus, 2007. p 121.)]

28.5.08

Vanochtend zag ik op de bus hoe een vrouw 20 euro vond onder de zitting van een zetel. Ze was erg blij met dat geld.

22.5.08

Hoe komt dat lied van Rosa en Modest zo inenen in mijn hoofd?

17.5.08

Zonder toestemming ging Anna tweemaal naar de kapper, telkens voor een nieuwe 'coiffure', eerst een 'coup de vent', met haarslierten op de wang, en enkele weken later een 'jongenskop'. Als bliksemafleider liet ze mij, het kleine zusje, dezelfde behandeling ondergaan. Ze betaalde alles met haar zakgeld. De storm die volgde nam ze op de koop toe. (uit: Ida De Ridder Fine, levenslang met Elsschot. Athenaeum - Polak & Van Gennep, 2007. p 57.)
Hij viel me wat tegen, deze nieuwste van Ida De Ridder, maar ze geeft er wel een alternatief voor "schoenschraper" in: "voetkrabber" (p 72). Dat verdient ook aandacht.

["Ik heb eens het boek 'De Atmosfeer' van Camille Flammarion gelezen (wat een prachtig bij de planeten passende naam: Flammarion - dat is zelf een ster!). In dat boek beschrijft hij het merkwaardige effekt van een sferische bliksem die als een gladde, ronde bol geluidloos het vertrek inrolt en het vult met een verblindend licht... O nee, het is helemaal mijn bedoeling niet mijn toevlucht tot afgezaagde vergelijkingen te nemen. Maar de wolk was verdacht." (uit: Joeri Oljesja Afgunst. Van Oorschot, 1967. p 73.)]
van Occy

16.5.08

moeten we Elsschot dan ook niet eren als de man die Koen Peeters verzamelbaar maakte? En at Elsschot niet af en toe een sinaasappel?

Ik heb een mooi exemplaar van Het tankschip: een eerste druk uit 1942, met de Joséphine op de cover, volledig afgeleefd en vol stempels en cijfers uit een bibliotheek of drie. Een eerdere bezitter kocht het in 1942 en een andere op 14 maart 1975, "op de luizenmarkt". Ik kocht het op 21 april van vorig jaar. Het stonk toen zo – naar tankschip, dat klopt – dat het heel lang duurde voor ik erin kon lezen. Ik liet het eerst dertien maanden verluchten.

sinaasappels, Het tankschip, een nieuwe kast

Vorige week deed ik het open, las ik het. En ik vond iets interessants:

"Heb eenig geduld," suste hij, "windt u niet op en tracht niet alleen te begrijpen maar vooral te gelooven, want had die Griek Papagos van de rue Royale geloofd, dan had ik verleden week met hem afgesloten en dan had Peeters nooit van mij iets gehoord, want Papagos of Peeters dat is voor mij precies hetzelfde. En beiden beginnen met een P.
Dit stuk tekst is zeer Koen Peeters. Er is natuurlijk de naam Peeters, de toegesprokene hier; wel niet Koen, maar Jack. Maar Koen of Jack, dat is precies hetzelfde, het zijn twee Peetersen.

En de spreker hier is Boorman, een terugkerende naam in Elsschots werk, een steen om onderweg op te rapen, even mee te nemen en dan weer te laten vallen. Noem Boorman Elsschots Robert, Elsschots Marchand. Ah, Marchand. Het feit dat Jack Peeters en Boorman hier met elkaar praten komt voort uit een advertentie geplaatst in het tijdschrift Journal de la Marine Marchande. Ah, Marchande. En wie kan er straatnamen in het Frans lezen zonder aan Koen Peeters te denken? En dan nog een straatnaam met een koning erin. Toeval ongetwijfeld, en onbelangrijk, maar net daardoor misschien ook wel zeer belangrijk. Elsschot, geschiedvervalser die hij is, verzamelde Koen Peeters al in 1941, jawel, en dat het allemaal om het geloven gaat, wist hij ook.

Wanneer Elsschot een sinaasappel at, dan pelde hij die eerst met een mes op een wit bordje, en at hem nadien partje per partje op. Zwijgend.

[Het is wel prettig in zoo'n ruimen, splinternieuwen, comfortabelen wagen die bij de minste beweging stopt als een betooverd monster om er dan geluidloos, maar als de bliksem, weer van door te gaan. (uit: Willem Elsschot Het tankschip. P.N. Van Kampen & zoon, 1942. p 6.)]

15.5.08

Niet dat ik echt geïnteresseerd ben in buitenliteraire bliksems, maar toch: op buienradar.nl kan je ook zien waar het het afgelopen uur bliksemde.

En je kan er ook zien dat ik nu gerust naar de bibliotheek kan fietsen. Het blijft nog wel even droog.

14.5.08

[Als we op een ochtend zitten te ontbijten, hoor ik geluiden bij de tent. Ik loer naar buiten en zie een hond die ik ken. Het is de hond van de rechtse man en ik denk, bliksemsnel, dat de rechtse man dan zelf ook niet ver uit de buurt kan zijn. Ik grijp mijn pijl en boog en ga op mijn hurken in de tentopening zitten (uit: Erlend Loe Doppler. De Geus, 2006. p 110.)]

13.5.08

14 betalingsbewijzen
Zondagmiddag vond ik een stapeltje betalingsbewijzen in een biljettenautomaat in het station.

[Het waren er veertien. Het oudste was van 10.43u en het recentste van 11.15u, dat was het mijne. Het laagste aangerekende bedrag was €2,40, het hoogst aangerekende €71 en dat was het mijne. In totaal werden er in die 32 minuten 14 biljetten verkocht, voor een totaalbedrag van €174,70. Dat maakt één verkocht biljet per 137 seconden met een omzet van €5,46 per minuut.
Ik vind dat veel. Zelfs zonder mijn railpass (d.w.z. -€71 en -3 minuten) was dat nog €3,57 per minuut geweest. Ook dat vind ik dus veel.]

We brachten de zondag door op het platteland. Ik las Vogels kijken van Bob den Uyl – mooie cover van Dolf Zwerver – en zag twee boerenzwaluwen, mijn eerste van het jaar.

9.5.08

Ik kreeg afgelopen week veel bliksems voor het archief, zeer veel bliksems voor het archief. Van Occy, Lena en K.Artman.

[Ik rende en rende. Rende recht in de armen van een politieagent. Het hele station stond in rep en roer. De sirenes bliksemden in mijn oren. Walkietalkies overlegden. (uit: Saskia De Coster Held. Prometheus, 2007. p 58.)

Mijn God, hier komt om te beginnen geen einde meer aan, / Je lach die zwart en langzaam insloeg als een bliksem, / Je lach die ons allemaal helemaal pijn deed, / Je drastische lach die met slaande deuren het pand verliet. (uit: Leonard Nolens Een dichter in Antwerpen en andere gedichten. Querido, 2005. p 21.)

Met één hand greep ze mijn blauwe konijnenoren en hees me bliksemsnel de lucht in. (uit: Eloin Colfer De stoerste jongen van de wereld. Pimento, 2007. p 87.)

Zijn ogen blinken als groen glas. De wolfman lacht en maanlicht spettert van zijn witte wolvengebit. Boven zijn hoofd knettert een bliksemstraal. (uit: Paul van Loon De griezelbus 0. Elzenga, 1999. p 11-12.)

Dooms reageerde als een sprinter die het startschot hoort: als de bliksem. (uit: Pieter Aspe De zevende kamer. Manteau, 2008. p 48.)

Hannelore negeerde de pijnscheuten die als bliksemschichten door haar hoofd schoten en bracht in een paar woorden verslag uit over haar bezoek aan de bungalow van Claes en de achtervolging die bijna fataal was afgelopen. (uit: Pieter Aspe Het Dreyse incident. Manteau, 1999. p 255.)

De lafste schutter schuilt in de bunker van blanke paleizen. / Wij zijn onschuldig en zien ons abstracte begrip van de dood / In het poolijs geslepen van sterren, wij zien hierbeneden / Zijn slordige dagindeling, de bloedende gehoorzaamheid / Een mens te zijn naar de bliksem. Prachtwerk van de gruwel. (uit: Leonard Nolens Bres. Querido, 2007. p 19.)

7.5.08

wat ik heb

Ik heb groenlingen voor de grote ruit in de woonkamer.
Ik heb zin in worsten van Zwan.

6.5.08

12.20u. Terras! Eerst dacht ik dat ik een broodje tonijn zou bestellen, maar ze hebben hier omelette saucisse. En dan neem ik omelette saucisse. Dat spreekt. Zo simpel is dat; het spreekt en traditie mag.

12.28u. Er rijdt een vrachtwagen voorbij van Nieuwkuis OKAPI Nettoyage à sec. Joggers op de Leopold II-laan, gierzwaluwen boven de huizen.

12.32u. Ik mors bier op mijn enkels. Het geeft niet. Terras!

1.5.08

Op de fruitetiketten van de natuurvoedingswinkel staat sinds mensenheugenis bedankt en tot. Daar kijk ik niet meer van op. Maar dat de blauwe accenten op diezelfde etiketten zo mooi zijn, dat was me nog niet eerder opgevallen, niet voor maandagmiddag. Ik kocht toen 626 gram bananen, zeer kleine bananen, tegen € 2,31 per kilo. Totaalprijs: € 1,45.

Ik ben zelden thuis op maandagnamiddag, maar deze week was ik het dus wel. Ik at een zeer kleine banaan in de zetel en vond het prijsetiket mooi. Ik kleefde het op een blad dat ik op het werk helemaal zwart gekopieerd had. Naast me lagen De boodschapper en De Koran van Kader Abdolah. Op BBC2 scoorde Ronny O'Sullivan een maximum break.

Omdat ze ook mooi is: Maria

[Toen hij dit hoorde, leek hij getroffen door bliksem. Een moment lang staarde hij me aan als een versteende man. Verder werd er geen woord tussen ons gewisseld. Hij trok zijn jas aan en we gingen samen eten, zo vertrouwd alsof we oude vrienden waren. (uit: Kader Abdolah De boodschapper. De geus, 2008. p 144.)]

28.4.08

[En als je je verloren, zwak, lelijk, eenzaam en wanhopig voelt, hoef je me maar te bellen; dan kom ik naar je toe en vertel je hoe, in de tijd dat ik je leerde kennen, alle mannen je maar hoefden te zien of ze werden onmiddellijk verliefd op je, zac, als door de bliksem getroffen. (uit: Sandro Veronesi Kalme chaos. Prometheus, 2008. p 236.)]

24.4.08

["O God," dacht hij, "wat heb ik een inspannend beroep gekozen! Dag in, dag uit op reis. De opwinding veroorzaakt door de zakendrukte is veel groter dan in de zaak zelf, en bovendien wordt mij nog de plaag van het reizen op de hals geschoven, de zorg voor trein-aansluitingen, het ongeregelde, slechte eten en een altijd wisselende, nooit blijvende, nooit hartelijk wordende omgang met de mensen. Het kan allemaal naar de bliksem lopen!" (uit: F. Kafka De gedaanteverwisseling. Wereldbibliotheek, 1952. p 10.)]
van pironik

18.4.08

iets over vlooien, vingers en zeer schone geschenken voor al wie het perenblog met aandacht leest

Occy stuurde me een bliksem. Deze:

Ik luisterde naar hun roekoe roekoe en liet die twee oude Gandaners maar kletsen en drinken en die jonge oude man ontblootte zijn borst en kneep met een bliksemsnelle beweging tussen twee nagels een vlo dood, ze moesten er allebei om lachen ... (uit: Jachym Topol Het gouden hoofd. Voetnoot, 2007. p 12.)
Hij stuurt me wel vaker bliksems, maar deze is bijzonder, want een uur voor ik bovenstaand citaat las, las ik in een ander boek zelf over het doden van vlooien. Hier:
De kat mocht niet meer binnen, ik veegde tweemaal daags mijn kamer en inspecteerde mijn kuiten als ik terugkwam van keuken of toilet. Als ik het huis uitging, trok ik in de gang mijn broekspijpen op en verpletterde de zwarte puntjes tussen mijn vingernagels. (uit: Koen Peeters Bezoek onze kelders. Meulenhoff/Kritak, 1991. p 77-78.)
Merkt u de kans op die ik u schenk? Hier kan u nu, in een bestek van 2 minuten, lezen over het doden van vlooien tussen vingernagels in twee compleet verschillende literaire werken. Maakte u zulks al eerder mee?

15.4.08

Met dit besef werd ik vannamiddag wakker op de zetel: op mijn reisroute tussen huis en werk liggen geen verkeerslichten. Dat is goed.

[Substanties, uitgebreidheid, energie, materie en ziel, allemaal abstracties, bedenksels. En wat God betreft, het is onmogelijk erachter te komen hoe Hij is en zelfs of Hij is! Vroeger veroorzaakte hij de wind, de bliksem en revoluties. Tegenwoordig neemt zijn betekenis af. Ik zie er trouwens het nut niet van in. (uit: Gustave Flaubert Bouvard en Pécuchet. Arbeiderspers, 1988. p 267.)]
van Occy

9.4.08

wit, verlept
Torgny Lindgren is mijn Schone Buitenlandsche Schrijver van de week. In Pölsan rijden twee mannen samen op één motorfiets door het Zweedse Västerbotten om hier en daar en ginder de pölsa te proeven. Pölsa is een louche vlezige streekspecialiteit en de motorfiets heeft een eigennaam: hij heet Diamanten. Het is allemaal klein maar ook zeer schoon. En Torgny Lindgren heeft een hond, hij heet Sapfo.

Ook dit: als ze niet stinken, heb ik weinig tegen verlepte bloemen.

En dit: misschien is Sapfo de enige hond ter wereld die niet stinkt. Dat zou best kunnen.

4.4.08

04.04.07
04.04.07
04.04.07

[Ze zou nooit inzien dat haar gehoor als door barmhartigheid van hogerhand bliksemsnel werd uitgeschakeld - en toch, hetgeen ze zag was reeds te veel. (uit: F. Bordewijk Tijding van ver. Querido Salamander, 1973. p 171.)]

31.3.08

Ik fietste met mijn Vos van Veurne tot Blankenberge. In de Uitkerkse Polder zag ik voor de eerste keer een echte lepelaar – een beest dat ik tot vandaag enkel kende van in mijn vogelgidsen, van op birdpix, van uit mijn dromen. Hij wandelde naar een plas en begon te vissen.

ja, scherp hoor, die lepelaar
In mijn enthousiasme probeerde ik een filmpje te maken van zijn fourageergedrag. Probeerde. Zelf vind ik het resultaat behoorlijk geestig.

Verder waren er ook scholeksters, en naar het noorden: een charmant zicht op de achterkant van de zeedijk-hoogbouw.

de zeedijk

[Nu flitste de dood voor zijn ogen als een zwarte bliksemstraal, trof zijn onschuldige vreugde, verzengde zijn jeugd en dreef hem naar de rand van de schemerige afgrond, die het levende van het dode scheidt. (uit: Joseph Roth Radetzkymars. Atlas, 2001. p 43.)]
van Lope De Aguirre

27.3.08

['Zien de mensen het hem dan niet doen?' vroeg Sofie.
Nooit ziet zij hem. Vergeet niet dat het schemerdonker is dan. En de Schrokschranzer heeft een bliksemsnelle arm. Zijn arm gaat nog vlugger op en neer dan een kiekeboe.'(uit: Roald Dahl De GVR. Fontein, 2000. p 77.)]

26.3.08

mensen, alstublieft

A. Alberts' romans en verhalen zijn in 2007 heruitgegeven voor amper €15, en niemand die mij daar iets over zegt. Niemand! En we zijn nondepie al drie maanden onderweg in 2008.

[nu, Vos, ik, boekenwinkel, nu]

---
update 17.00u
A. Alberts: Romans en verhalen
Wat ligt hij daar mooi, bij het rijtje nieuw in maart, bij het stapeltje nu in bezig, bij de plant, op de kast.