30.8.12

[Maar Steven en Piet, en meteen ook Anneke, waren er als de bliksem bij om hun leedwezen uit te drukken. (uit: Louis Paul Boon Memoires van de Heer Daegeman. Grote ABC, 1975. p 108.)]

27.8.12

[Hij was blijven haken aan schoorsteenpijpen, fabrieksschoorstenen, bliksemafleiders en kerktorens, hij was meegesleept door rivieren en meren en had over tuinperken en woeste bossen gescheerd. (uit: Alec Wilkinson De ijsballon. Ambo, 2012. p 46.)]

20.8.12

bidinald

Vorige week kocht ik Belangrijk is dat ik niet aan lezers denk op een rommelmarkt in Antwerpen-Noord. P drong er al enige tijd op aan dat ik A.L. Snijders zou gaan lezen.

Met P en ook W liep ik door de polder. We praatten over telescopen, wespendieven en ook even over AJ, dat ze veeleer jong, slank en knap is, en ook erg beleefd. Ze had mij twee keer een hand gegeven, en u gezegd. Op het middaguur zaten W, P & ik in de schaduw van enkele lindes. De zkv's van Snijders zijn eigenlijk een weblog, zei ik. Nescio is Bob den Uyl, zei P. W zei dat hij in India veel purperreigers had gezien. Wij zagen er één in de polder. Hij liep door een sloot, zijn hals en kop soms zichtbaar, en later zagen we hem ook kort vliegen. Ik sprak - vermoedelijk voor de eerste keer in mijn leven - het woord keelzak uit, in mijn Zweedse vogelgids staat halsköl. Ik ben zeer tevreden met mijn hobby's, dacht ik, vogels, verhalen, oude gueuze.

KvZ schrijft in zijn dagboeken ook soms over de vogels in zijn slaap, zei ik tegen P. En Maarten Koning spreekt er soms over dat hij een roerdomp heeft gezien. En is het niet Maarten, dan is het een ander op het bureau, tien van de negen is dat juist, dacht ik.

's Avonds dronk ik vicardin bij het zkv van 6 dec 2003:

Ik weet niet wie van de twee het was, Van Huët (geschiedenis) of Holtland (Latijn). Hij zei (ik denk in 1952): 'Jullie moeten bij het Athene van Pericles niet denken aan een stralende marmeren stad, maar meer aan iets als Port-Saïd tegenwoordig - vuil, vliegen, bedelaars.'
Ik had dat al eerder gelezen, het was bij Tommy Wieringa. Het is het motto bij Ik was nooit in Isfahaan. Hoog op mijn borst ontdekte ik een rode driehoek. De bovenste twee knoopjes van mijn hemd hadden opengestaan in de polder. Het is dan wel al herfst (paapjes), maar ook nog zeer zomer (zon, 32°C).

19.8.12

de papen zijn er

[Laat God maar zitten. Als die door heeft dat je een moslim vertrouwt dan stuurt hij nu direct een bliksemschicht op je af! (uit: Paolo Cossi Medz Yeghern. Silvester, 2011. p 69.)]

[Het maakt dus niet uit of je de angst uit de bliksem haalt terwijl je schuilt onder een eik, of uit het eeuwig branden in de hel of de onbeweeglijke blik van de woestijngod, je wil lijden en je vindt lijden. (uit: A.L. Snijders Belangrijk is dat ik niet aan lezers denk. AFdH, 2006. p 413.)]

12.8.12

[En ik plaagde de goede Holz met lange verhalen over de mogelijkheden van de handel in landbouwproducten, mogelijkheden die ik natuurlijk bliksemsnel zou aangrijpen. (uit: Hans Fallada De drinker. Cossee, 2012. p 291.)]

2.8.12

[De orglar min släkt tidigare hade byggt var uppbrända av åskan. (uit: Torgny Lindgren Minnen. Norstedts, 2011. p 17.)]