27.9.07

[Die bezoeken lopen doorgaans vast in akelig zwijgen en de zin: 'Is het al zo laat? Dan moet ik als de bliksem weg.' (uit: Remco Campert "Zomaar gelukkig" in Een mooie jonge vriendin en andere belevenissen. De bezige bij, 1999. p 105.)]

26.9.07

Vanmiddag nam ik tussen twee en drie een pauze in een café. Ik dronk een koffie. Voor ik wegging, betaalde ik bij een man die ik nooit eerder zag. 'A mardi,' zei die, God mag weten waarom.

Het regende zacht.

25.9.07

[Vandaar dat ik nu zonder schroom, zonder schaamte de eetkamer betreed, waar de lunch op ons wacht op een tafel met een oudroze laken, servetten, wijn- en waterglazen, zilveren eetgereedschap, messenleggers, porseleinen borden (onderzet-, plat en diep), soepterrine, broodmandje, kaasplateau, botervloot, de hele bliksemse boel kortom, een mer à boire of beter gezegd om in te verzuipen. (uit: Peter Drehmanns Erfsmet. Contact, 2004. p 36-37.)]

23.9.07

[Als er in de krant staat dat de bliksem ergens is ingeslagen dan kan grootvader van nog wel minstens twintig andere plaatsen vertellen waar de bliksem is ingeslagen. (uit: Astrid Lindgren De kinderen van Bolderburen. Ploegsma, 2007 (14e druk). p 38.)]
van Katrien

[Jaren reeds had ik me beziggehouden met de ligging van boerenwoningen waar de bliksem was ingeslagen, en misschien moest ik daar maar eens verder aan werken. Hemelvuur was een geduchte vijand van het behoud der dingen, het werd tijd de bliksem een halt toe te roepen. (uit: Atte Jongstra De avonturen van Henry II Fix. Arbeiderspers, 2007. p 169.)]
Van Occy, die er ook wat voor zichzelf in vond.

21.9.07

Heel veel moois vind ik de laatste weken op birdpix.nl. Ik hang er 's avonds rond tussen drieteenstrandlopers, steenuilen, grutto's, kepen, winterkoninkjes en meer van dat fraais, tot mijn klikwijsvinger er stram van wordt. Ik hou zelfs van de bijschriften bij de foto's. "Tussen de boeien en op oude rioleringsbuizen troffen wij meerdere tapuiten aan waaronder deze." Is het niet schoon?

Ik vond birdpix.nl in Dorrestijns vogelgids. Eerst stond ik nogal twijfelachtig tegenover dat boek want soms is het allemaal wat makkelijk of flauw of te zeer geëmmer over op elkaar lijkende steltlopers. Maar eerlijk is eerlijk: ik heb er ook onbedaarlijk mee moeten lachen; op de trein bijvoorbeeld en in Au Duc De Brabant en in de North Express bij Brussel-Noord. Sinds ik Bram Vermeulen van de week nog eens hoorde vertellen dat een appel met een rotte plek geen rotte appel is, maar een appel met een rotte plek, vind ik het een zeer aangenaam boek. Een zeer aangenaam boek.

Hans Dorrestijn Dorrestijns vogelgids. Nijgh en Van Ditmar, 2007.

18.9.07

[Gehuld in zijn cape verschijnt Dominique Zebb in de ingang van de eetzaal, terwijl hij bliksemschichten afschiet, een soort lichtrotjes, verblindende flitsen. Op een teken van de goochelaar stopt de muziek abrupt en met een weids armgebaar brengt hij de zaal tot stilte. (uit: Laurent Graff Gelukkige dagen. Nijgh & Van Ditmar, 2007. p 87.)]
van Occy

omelette saucisse

Ik vraag of ik een omelette saucisse kan krijgen.

Het meisje kijkt me aan, zwijgend, twijfelend, en dan gaat haar blik gejaagd de gelagzaal rond. Ze loopt terug naar de toog. Ze praat daar nerveus met een man, men kijkt naar mij. Het overleg is druk – iemand bij de bingo-automaten komt er ook even tussen – en dan, plots, komt ze opnieuw naar me toe. 'Oké,' zegt ze, 'ça va.'

Oef. [Ik heb geen idee wat er aan de hand is, en bestel snel, voor mijn kansen keren, ook een Coca Cola.]

14.9.07

Ik at vanavond stoverij met kroketten in de bistro waar ik ooit Kader Abdolah zag; hij koos toen aan de toog een sigaar, hield ze onder zijn snor en rook eraan. Ik had net Spijkerschrift gelezen en was daardoor in de Max Havelaar begonnen. Was ik iemand die schrijvers aanklampt, dan had ik hem dat gezegd. Maar zo ben ik niemand, nee, ik ben veeleer iemand die probeert al de boeken van Kader Abdolah te lezen voor de man (tegen 2020) de Nobelprijs voor de literatuur krijgt, als eerste Nederlandstalige-letterenman.

Tegenwoordig werkt hij aan een bewerking/vertaling van de Koran. We moeten daar naar uitkijken. [En o jee, wat is die snor wit, en wat blijft dat haar zwart.]

13.9.07

Ik had twee paar schoenen afgezet bij de schoenmaker en zag toen de mooie jonge en wereldberoemde zanger Luc de Vos. Hij reed met een fiets waar niemand rijden mag met een fiets.

Ik moest dezelfde kant op, maar nam toch maar een veiligere route met mijn Vos. Ik ben dan ook geen mooie jonge en wereldberoemde zanger, heb geen zoon, was nog nooit in Wippelgem, nochtans niet ver van hier. Maar ik lees wel Reve, ja dat wel; nu nog een kwartiertje Nader Tot U en dan naar bed.

11.9.07

Au Duc de Brabant / maandag

Vannamiddag, achter in Au Duc de Brabant een spiegel, op die spiegel een briefje:

nous ne faisons
pas de crédits
pour ne pas perdre
nos clients !!!!!

Later, op de trein naar huis, bolde ik mijn wangen en krulde ik mijn onderlip naar buiten. Ik keek naar mezelf in de spiegeling van het raam. Nu het laken van een snookertafel voelen met mijn vingertoppen, dacht ik, of een groenling volgen met een verrekijker. En: ik lijk wel Popeye.

9.9.07

Au Duc de Brabant / vrijdag

12.50u. Nu het Kaaitheatercafé dicht is, drink ik mijn bier en mijn koffie bij Au Duc de Brabant bij metrohalte Ribaucourt. Het is er volkser, de urinoirs zijn er massief, een tuinslang hangt gereed en er is een terras op de brede stoep bij de Leopold II-laan. Ik lees in Dorrestijns Vogelgids, het stuk over de notenkraker. Mooi.

13.09u. Voor de stoplichten wacht een rode vrachtwagen met kiepbak. Transport Itterbeek, Ternat. Naast de chauffeur zit een geraamte, als uit de les anatomie maar dan met een pet, rood als de vrachtwagen.

13.15u. Een vrachtwagen, rood met groene laadbak, van Demets, staat aan de overkant met een grijpkraan enige neergehaalde verkeerslichten op te laden.

13.57u. Een tankwagen van Labor, geel de cabine en wit de tank, komt iets brandbaars leveren. Of ook niet; de chauffeur komt gewoon koffie drinken en praten. Hij heet Luigi, en wanneer hij weer vertrekt – saluukes – stap ook ik op. Ik wandel naar de Fnac in City2, de zon op mijn kop, en dan verder tot aan het noordstation. Maandag kom ik terug.

8.9.07

[Om de haverklap riep hij: 'Vos rechts!' of 'Vos links!' Al volgde ik het bevel nog zo bliksemsnel op, ik zag niks of een zwart streepje in de witte verten waarin ik met geen mogelijkheid een zoogdier kon herkennen. (uit: Hans Dorrestijn Dorrestijns vogelgids. Nijgh & Van Ditmar, 2007. p 154.)]

[Ibland åskade det. En hel natt satt Melkersons i Snickargårdens kök och såg blixtarna fräsande fara ner i sjön och fjärden lysas upp som på ljusa dagen. (uit: Astrid Lindgren Vi på Saltkråkan. Rabén och Sjögren, 1998. p 83.)]
van mijn Elisa

2.9.07

[Bliksemsnel bukte Antoine zich, greep de rand van het tapijt en rukte het onder de voeten van Blauwbaard weg. (uit: Karel Verleyen De torenkamer in Héél lang geleden. Lannoo, 2002. p 152.)]

[Het duurde even, de bliksem en de donderslag meteen erna, het gebaar en het droge geluid van de klap op de blonde wang van Alphonse Courrier. (uit: Marta Morazzoni De zaak Courrier. Serena Libri, 1997. p 99.)]
van Occy