27.9.14

De herinnering is erg vaag, maar ik denk dat ik onlangs, in mijn slaap, een notenkraker zag. Zwart en wit en al.

Of het was op het wereldwijde winterweb, dat kan ook. Het lijkt alles zo op elkaar. Als Pannepeut en Malheur 12.

[Mijn vader heeft al eens de gehele bliksemafleidingsinstallatie moeten nakijken omdat ze had gedroomd dat de boerderij door een bliksemschicht werd getroffen. (uit: A.L. Snijders & Erik Harteveld Koude oorlog aan de IJssel. AFdH, 2013. p 77.)]

21.9.14

[En dan komt er ineens een soort flits uit mijn vinger, een bliksemsnelle witte flits, als een elektrische vonk. (uit: Roald Dahl De tovervinger. De Fontein, 2010. p 12.)]

20.9.14

[From the tail of my eye, I saw what I took to be a kestrel. I turned my head to watch it as it climbed, and I waited for it to go into its hover, according to timehonoured kestrel custom. But it did nothing of the kind. It turned itself into an anchor, or the Greek letter psi. Or a thunderbolt. (uit: Simon Barnes How to be a bad birdwatcher. Short Books, 2004. p 14.)]

11.9.14



Ze maakt heerlijke geluidjes. Haar kak ruikt naar bosviooltjes, rijpe pruimen en een hint van vanille.

In de frituur probeerde ik me te laten uitleggen wat een Duitse Boulet is. Dat mislukte.

---

In een droom, ondertussen drie nachten geleden, zag ik twee zwarte wouwen. Het was in een heidegebied met rietpercelen. Sommige drogere delen waren afgezet met prikkeldraad. Er liepen behoorlijk wat mensen rond, een heel aantal daarvan bleek vogelkundig want toen de wouwen opdoken, gonsde het langs alle kanten van "zwarte wouw, zwarte wouw!"

Het eerste dier was erg herkenbaar als een wouw, het tweede leek ook best veel op een van de filmmonsters uit Where the wild things are.