30.10.14

[Ik hoor de druppels dof op haar lijf plenzen, zie haar gezicht in de korte flits van een bliksemschicht, haar geopende ogen, de donder rammelt door het duister. (uit: Elvis Peeters Oradour. Voetnoot, 2012. p 42-43.)]

18.10.14

Niet zo heel erg lang geleden, zag ik in een droom een vlucht putters en drie nonnetjes. Die nonnetjes waren mannetjes, alledrie.

5.10.14

4.10.14

[Plotseling keerde hij zich, onder het lopen, bliksemsnel om. (uit: L.H. Wiener Niet aaien. Contact, 1997. p 45.)]