20.2.15

Enige nachten geleden zag ik in een droom twee ransuilen - ze zaten in de voortuin van mijn ouderlijk huis.

Rechts naast de oprit was een onkruidveldje en daarnaast een rij coniferen met daar weer achter een weilandje. Op het onkruidveldje stond een opel manta geparkeerd, of een soort cadillac, in geel en wit. De uilen zaten beurtelings op die opel/cadillac en in de coniferen. Zelf probeerde ik op een gegeven moment ook op de opel/cadillac te klimmen, en dat viel me niet mee. Het onkruidveldje lag ietwat in een helling en de graspollen waren fameus. Er was nog iemand bij, maar wie?

14.2.15

[Hij schreef: 'Ik sukkel op dit ogenblik verschrikkelik. Ik kan zo te zeggen geen "poe" zeggen. Een miserie, vriend. Ik weet wel dat ik, fysies, als mens naar de bliksem ben, maar ik vind dat men mij toch een minimum mocht laten.' (uit: Koen Broucke, Peter Holvoet-Hanssen, Koen Peeters & Pascal Verbeken Miavoye. De Bezige Bij Antwerpen, 2014. p 88.)]

4.2.15

[Mijn oog viel op een beeldje van een engel, helemaal in de nok van zijn huismuseum.
'Is dat je bliksemafleider?' (uit: Frank Westerman Stikvallei. De Bezige Bij, 2013. p 152.)]