31.3.21

Vannacht hoorde ik in een droom een bosuil. Of ik hoorde hem in het echt - weinig is zeker.

28.3.21

Vanmiddag, rond enen, dommelde ik weg op de drempel van mijn ouderlijk huis, met mijn rug tegen de voordeur. In mijn droom zag ik twee grutto's.

Die grutto's waren erg rood geweest. En ik had ze wellicht gezien in het gebroekt - ik had door een telescoop staan kijken, had erbij gedacht: rood!

9.3.21

Vannacht zag ik in een droom een oehoe.

Ik wandelde met enige anderen door de stad, Antwerpen werd eerst gezegd. Er was een bouwplaats, alles was platgelegd en daarachter, op een binnenplaats zagen we een oehoe springen. Eén van ons bleek aan die binnenplaats te wonen en was al op de hoogte: die oehoe zat er al langer.

Ik probeerde met mijn nieuwe telefoon een overzichtsfoto van de wijk te nemen, want we klommen ondertussen een heuvel op, het was misschien eerder Rochefort. Ik probeerde een foto te nemen. Met mijn nieuwe telefoon. Of was het een tablet? Ik probeerde een foto te nemen, maar ik kreeg de camera niet open. Steeds opnieuw kwam er een soort 3D-gegenereerde kaart naar boven, een kerk in bruine baksteen erbij. Ik gaf het op, we waren ondertussen ook al een heel eind verder.

2.3.21

[Overal langs de weg zag ik ze staan. Het hout bezit een ongelooflijke combinatie van eigenschappen: het is verderlicht, ijzersterk, waterdicht en het groeit bliksemsnel. (uit: David Van Reybrouck Revolusi. De Bezige Bij, 2020. p 317.)]