3.2.07

[Bij de eerste bliksemschicht zaten mijn vader en ik alleen aan tafel in het huisje uit het raam te kijken. We hadden net gegeten zonder ook maar iets te zeggen en het had eigenlijk licht moeten zijn, het was nog steeds juli, maar het was zo donker als op een avond in oktober, en plots weerlichtte het en konden we moeiteloos de bomen zien die na de kap nog waren blijven staan en de stapels stammen bij de oever en het water in de rivier en zelfs een stuk van de andere oever. (uit: Per Petterson Paarden stelen. De Geus: 2006. p 91.)]

Geen opmerkingen: