In het kastje naast mijn ziekenhuisbed bewaarde ik een appel die ik elke dag oppoetste tot hij glom, meer dan glom.
Ik zou hem eten bij mijn ontslag. Ik zou in de zon naar huis wandelen over de grasveldjes van het domein en dan die appel eten. Het zou een overwinning zijn: ik, gezicht in de zon, borst rechtop naar de einder, staand op mijn tenen, haren in een briesje en dan die blinkende appel en een grasveld. De camera de lucht in cirkelend, de muziek – instrumentaal en heroïsch – aanzwellend tot stand 8 en ik op pad. Ik die zon achterna.
---
* Hé, een voetnoot:
die regel regel komt uit Geerten Gossaerts Thalassa! Opgenomen in Paul Rodenko's Met twee maten.
3.5.07
en briesend sprong mijn vos naar voren*
>> peren >> 16:46 >>
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten