Na het werk had ik nog geluncht aan de Leopold II-laan. Ik had er bij wat correctiewerk gegeten wat ik er altijd eet en er een pintje bij gedronken – une bière had ik gevraagd, nadien verduidelijkt: vingt-cinq.
Het regende toen ik door de openstaande grote ruit het natgeregende terras op de natgeregende stoep weer opliep. Onder mijn linkeroksel klemde ik een bibliotheekexemplaar van Wat fietst daar? van Bob den Uyl – misschien is dit twijfelachtig vanuit hygiëne-standpunt, dacht ik, maar waterschade is erger en bovendien: wie leest er nog Bob den Uyl? Misschien verdwijnt het na mij wel weer 13 jaar ongelezen in het magazijn. Wie zal het zeggen?
[Persoonlijk ken ik één, 1, één persoon die ook den Uyl leest en dat is F., de man die den Uyl aan mij aanraadde.]
Wat fietst daar? is een hoogst vermakelijk boekje en ik geloof echt dat ik zonder schroom boekje mag zeggen hier. Niemand vindt dat erg. Het lijkt op een tussendoortje, is nog lichter dan veel van de andere den Uylen en neemt zich ook zelf niet serieus. Een Vitalinea is het, maar dan met humor. En het gaat over fietsen, fietsen op de wijze die ik aanhang met mijn Vos. Het blijft algemeen, maar er staat wijsheid in; ook flauwere redeneringen, dat klopt, maar vooral veel wijsheid. Over wat niet te doen tijdens fietstochten door bos en hei bijvoorbeeld:
Werkelijk sterk af te raden is het aanranden van vrouwen op eenzame bospaden. Tegenover iedere vrouw die u nog jarenlang dankbare brieven zal schrijven, staat altijd wel een tweede die verontwaardigd naar de politie loopt. (p 69)Wie Wat fietst daar? tegenkomt in een antiquariaat zou het eigenlijk moeten kopen en lezen. Dat duurt in totaal misschien een uurtje. En daarna moet u het mij maar cadeau doen. Voor mijn verjaardag bijvoorbeeld. Ik zal er erg blij mee zijn.
Weer in Gent kocht ik in de wereldwinkel twee flessen cabernet sauvignon en een pot choco. Ik sprak met mijn lief af dat we 's avonds uit eten zouden gaan.
Bob den Uyl Wat fietst daar? Querido, 1980.
update 21.30u:
Vannamiddag was ik in een tweedehands-boekenwinkel. Er lag daar natuurlijk een ongelezen eerste druk van Wat fietst daar? F. was er ook. Dus ik zeg iets als: kijk! Hier!
En ik kan natuurlijk niet voordringen. F. als Bob-den-Uyl-lezer-&-collectionneur van voor mijn Bob-den-Uyl-lezen krijgt natuurlijk de kans om het te kopen. Wellicht zie ik nooit meer zo'n exemplaar. En wie had kunnen vermoeden dat in de eerste druk (1970) nog enkele hoofdstukjes staan die uit de tweede druk (1980) verwijderd zijn en dat er 32 keer zoveel prenten instaan? Het leven is niet om mee te lachen.
2 opmerkingen:
Wat een handige tip! Geldt dezelfde waarschuwing ook voor paden in het open veld? Of kerkwegels?
Enig veldwerk dringt zich op.
Een reactie posten