["Some flowers for the girl?" vraag ik aan Ali, want ten slotte zijn zij het die in deze het laatste woord moeten spreken.
Hij pleegt overleg met zijn vrienden en zegt dan dat het goed is.
Goed is, goed is. Dat vind ik geen antwoord. Mij kan het eigenlijk geen bliksem schelen, geloof ik, want ik heb geen aandeel in de onderneming en ik vraag dus nog even of zij er op gesteld zijn of niet.
"In ieder land moet men doen zoals de mensen die er wonen," beweert hij. En of ik ze dan maar kopen wil, want zij worden hier nog al eens afgezet, omdat zij met ons geld niet overweg kunnen. (uit: Willem Elsschot Het dwaallicht in het verzameld werk. Amsterdam: Van Kampen en zoon, 1960. p 696.)]
21.10.10
>> peren >> 15:41 >>
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten