[Met een bliksemsnelle beweging kruiste hij mijn armen voor mijn borst en sloeg me met zijn hele gewicht tegen de grond, en toen kneep hij mijn keel dicht, waarbij hij mijn gezicht nauwkeurig in de gaten hield, met zijn ogen die ik me precies herinner, vlak bij de mijne, star, lichtblauw als porselein. (uit: Primo Levi De verdronkenen en de geredden . In "De getuigenissen", Meulenhoff, 1999. p 554.)]
14.11.11
>> peren >> 21:10 >>
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten