Het goot. Ik stond onder een eik te schuilen en bekeek de nachtegaal die links tien meter verderop zat te zingen.
Enkele minuten was ik hem kwijt, maar hij dook rechts weer op, in een nog kaal boompje. Ik nam een foto. Met de verrekijker in mijn linkerhand, het fototoestel in mijn rechterhand en mijn petje als schuiltent boven het geheel, maakte ik ook een superieure dierenfilm.
Een half uur later goot het nog steeds. Ik wandelde naar het jaagpad en begon aan de weg terug, stroomafwaarts, naar het station. Weer een goed half uur later spreidde ik mijn natte goed uit in de trein. Ik had een nachtegaal gezien, zijn zwarte oog, zijn opgezette keelveren bij het zingen, zijn trillende roodbruine staart.
3.5.12
>> peren >> 01:14 >>
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten