Ik fietste met L van het werk naar het station. Neerder fietste ik samen met iemand van het werk naar het station, vanaf geen enkel werk, naar geen enkel station. Meer dan tien werkjaren heb ik daarover gedaan. Vreemd is het.
We reden over de Leopold II-laan. Bussen, tegenwind, rode lichten, tramsporen, opkomende regen. Om 16.12u waren we in het station. Om 16.13u nam ik de trein naar huis. Erg smooth.
Weinig mensen helemaal vooraan in de trein. Ik las in Koos van Zomeren - Naar de natuur - over de bonte vliegenvanger.
Onderweg van het station naar huis kocht ik in de Delhaize een nieuwe fles Elixir d'Anvers, tegen opkomende verkoudheden. Ik nam ook een sinterklaas uit chocola mee. Het meisje aan de kassa vroeg of ze in mijn tas mocht kijken. Ik maakte geen bezwaar.
------------
Vier dagen later, dinsdag, want de tekst hierboven ging over vrijdag, fietste ik weer met iemand van het werk naar het station. Met B.
Ik reed met B de Hovenierstraat naar beneden, dan links de Ribaucourtstraat in en dan weer rechts, parallel aan de Leopold II-laan. Zo kwamen we eleganter dan via de Leopold II-laan zelf aan bij het kruispunt van de Sainctelette. We zeiden het, dat het een aangenamere route was. Ondanks een aantal extra voorrangen van rechts. We zeiden ook dat automobilisten idioten zijn. Of dat ze het misschien niet zijn, maar dat het veiliger is daar van uit te gaan.
Na de Stanley sloeg B rechtsaf. Ik reed rechtdoor en kwam nog zeker 40 seconden voor de trein aan op het perron. Ik was ruim op tijd thuis voor de afspraak met de vroedman en de omelet met aardappel en champignon.
En in mijn droom die nacht: een vlucht putters. [Echt zeker was ik er niet van, maar ik zei het een aantal keer, dat het putters waren, en toen geloofde ik het echt.]
23.2.14
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten