11.11.22

Vannacht zag ik in een droom een vlucht putters en later ook een sperwer.

Ik was - in mijn droom - op een bijscholing, of een overleg. We zaten aan een lange rij tafels met daarachter ramen als in een kantoorgebouw. Achter de ramen: koterij.

Een vlucht putters zagen we voorbij de ramen heen-en-weren. Het stoorde het overleg niet dat we de putters bekeken vanaf onze plaatsen. Niet veel later zat er een sperwer op een dakrand ergens links bij de koterij. Daar wezen we iedereen in de vergadering op. Die komt natuurlijk op die putters af, zeiden we.

Direct erna bleek de sperwer al een prooi te hebben. Het was een wit konijn. Nee, dat kan niet, zeiden we. En ook: dat is natuurlijk te zwaar.

Mensen gingen bij het raam staan om beter te kijken. De sperwer vloog op, het konijn scheurde in tweeën, een deel viel naar beneden.

[Later in de droom stond ik op straat en bleek een meisje, een dwerg, stukken van een lijk te snijden en overal achter te laten. Ik herinner me een reusachtig oor. We keken dat even aan. We stonden op een verkeerseilandje. Een politievrouw kwam langs en toen we haar op de dwerg wezen, begon ze de straat schoon te spuiten met een tuinslang. Bloed spetterde zo op en maakte mijn witte schoenen rood, of nee, donker oranje. Alsof ik spaghettisaus gemorst had.]

[Te weten hierbij: ik bezit geen witte schoenen.]

Geen opmerkingen: