19.5.04

Anthony Horowitz: 'Grieselstate'

Toen ik een jaar of twaalf was, las ik Grieselstate, mijn allereerste Horowitz. Er zijn een aantal zaken die ik me nog herinner over dit boek; zo was er de cover met daarop een ijskast waarin zakjes bloed bewaard werden. Dat er een boek met die cover bestond en dat het bloed was in die zakjes, wist ik van enkele klasgenoten die het eerder al gelezen hadden. Ik kan me geen enkel ander boek herinneren waar ons lagere-schoolklasje (de jongens toch) collectief zo mee bezig was. Ook de zinsnede "Twintig centimeter roestvrij staal verdween in haar ribbenkast" herinner ik mij nog levendig, ze baarde immers groot opzien. Wat een manier om te zeggen dat die vrouw neergestoken werd! Wat een formidabele zin! Ik zie ons nog zitten, met onze klas aan tafel in de refter – zwijgen tot na de maaltijd – met Stijn die net bij deze zin aanbelandde en hem voorlas. Er was actie, er was geweld en op wat voor een manier, met welk een wapen; niet met zomaar een mes, maar met een mes van maar liefst 20 centimeter, met staal dat bestand was tegen roest! We sidderden en beefden en meester Danny zei dat we rustig moesten zijn of we konden het babbelen na het eten morgen wel vergeten.

Ik kwam thuis met het boek en ik probeerde mijn twee jaar oudere broer te imponeren met het spannendste verhaal ooit geschreven – ten bewijze de roestvrij stalen zin. Zoals dat gaat met broers, werden er pogingen ondernomen om mijn ongelijk aan te tonen: "Er wordt gewoon iemand neergestoken; dat is niet spannend, er is geen mysterie, er is geen sfeer, er zijn geen mooie beschrijvingen. Dit is niet spannend. Misschien grappig. Misschien. Geef nog eens een ander voorbeeld." Maar andere voorbeelden waren er nog niet want ik was nog niet verder maar ik zou het uitlezen want het was wél spannend. En dus las ik tot na het nieuws en dan ging ik slapen. Met mijn boek. En ik las in bed – het licht eventjes uit als ik iemand de trap op hoorde komen. En het was spannend want er was een achtervolging op een verlaten pretpark en ik liep mee met David en ik was David en ik voelde hoe de gebochelde dwerg achter me aanzat en ik zag zijn ogen oplichten in het donkere spookhuis en ik wou niet meer lezen maar ik moest lezen maar ik durfde niet meer lezen en ik probeerde te slapen. Maar ik nam het boek opnieuw en ik las en ik probeerde mezelf wijs te maken dat een boek maar een boek is en dat er niets is om bang voor te zijn en ik was nog nooit zo bang geweest want nooit eerder was mijn leven zo in gevaar. En toen, plots, was er het einde. En alles was goed en alles was zalig want ik had net mijn meest intense leeservaring achter de rug en ik wist nog niet dat er zodadelijk nog een nachtmerrie zou volgen.

Ondertussen ben ik twee keer zo oud geworden en staat er geen ijskast meer op de cover van Grieselstate. Maar het roestvrij staal is er nog en ook de achtervolging, die ondertussen wel veel korter lijkt. Wat er vroeger echter niet was, maar nu wel, is de neiging om het hoofdpersonage te visualiseren als een jongetje dat lijkt op een jongetje dat op Jan-Peter Balkenende lijkt. Het is me immers wat: een school waar tovenaars en heksen rondlopen, een school waar de schilderijen je aankijken, een school waar je met de trein naartoe trekt (onderweg een goede vriend en vriendin makend), een school die brieven met de post stuurt, maar bij die postdienst speelt ook een vogel (een raaf) een rol, een school gehuisvest in een afgelegen gebouw met kantelen, getraliede raampjes, torenspitsen, waterspuwers en hoge schoorstenen, een school waar je naartoe trekt om uit een heel erg vervelende thuissituatie te ontsnappen. Dat ruikt als Potter, inderdaad. Maar we moeten daar niet over klagen, en we moeten hier niemand beschuldigen van plagiaat. Neen, we moeten blij zijn dat Potter hip en trendy is en we moeten de bibliothecaressen bij een biertje op café vertellen dat Grieselstate bestaat. Want laat ons wel wezen: Harry Potter is toch altijd uitgeleend in de bibliotheek en laat ons dan van de situatie gebruik maken om een, ander, maar gelijkaardig, boek te promoten. Eentje dat authentiek en even spannend is, maar misschien – hoera – ietsje minder dik. Eentje dat door zijn thema weer helemaal in is, eentje dat humor mengt met mysterie en vooral eentje dat ons toelaat om ons heerlijk te wentelen in jeugdsentiment. Hoera.

Anthony Horowitz Grieselstate. Antwerpen: Facet, 2002.

1 opmerking:

Anoniem zei

Ik vind het een prachtig boek echt schitterend. daarom gebruik ik et als boekbespreking.

Jeroen