We zochten een zin voor op de nieuwjaarskaartjes, lief en ik. Ik zocht in Hemelstof, herlas Hemelstof. Hemelstof, omdat dat het enige boek van Gie Bogaert was dat ik nog maar één keer las, en omdat Gie Bogaert mooie zinnen schrijft, natuurlijk, vaak over de liefde en dat mag op een nieuwjaarskaart.
Ik las het uit in een wasserette tussen de hoogbouw van de Watersportbaan; de klanten daar vleesgeworden Bogaert-personages. Geen helden maar mensen, kleine mensen met kleine verhalen. Geen actiefiguren maar ingetogen kijkers, luisteraars, vertellers die proberen uit te vogelen hoe ze best omgaan met de liefde. De liefde die niet dramatisch passioneel en allesverslindend is maar echt en bijna banaal alledaags. De liefde die soms moeilijk te begrijpen is, de liefde die altijd en overal aanwezig is. Gie Bogaert predikt liefde; liefde voor mensen en voor verhalen en voor de kracht van die verhalen en voor de kracht van de liefde, dat ook. Geen leven zonder liefde, geen boek zonder liefde.
Ik hou van Bogaert, van zijn personages, van het mededogen, de empathie die uit Bogaerts verhalen spreekt. Ik hou van het sobere in de zegging, van de opeenvolging van kleine verhalen, doorspekt met flarden tekst en observaties uit de bistro. Ik hou van de regen, van etalagepoppen die fietsen in elektrozaken, van kerstmannen die Jos heten... Ik hou van veel dingen, maar meest van al hou ik van lief - zo eenvoudig is het wel. Ik las haar - zij ziekjes in bed - zonet nog het laatste deel van Hemelstof voor. Gewoon omdat het mooi is, want een fragment voor op de kaartjes hebben we al; het komt uit Blote handen (B. Moeyaert).
[En goed nieuws vanop zijn website: in januari en februari leest Bogaert op Radio 1 voor uit nieuw, nog ongepubliceerd, werk]
Gie Bogaert Hemelstof. Leuven: Van Halweyck, 2004.
28.12.04
Gie Bogaert: 'Hemelstof'
>> peren >> 23:53 >>
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten