Elke keer weer verwacht ik wielrenners te zien, hun explosiviteit trainend op de korte hellingen. In kleine groepjes zouden ze tot twintig keer per dag dezelfde heuvel op kunnen rijden. De jongens met minder talent - of meer ambitie - doen er 's avonds in de schemering nog drie beklimmingen bij. Langs de kasseikant!
Maar ik zie ze niet. Als een ongerust ornitoloog tuur ik dag na dag de heuvelruggen af op zoek naar donkere silhouetten, zwoegende ruggen. Maar ik zie ze niet. Maar.., natuurlijk, natuurlijk, nu komt het besef: een trekkende soort hier. Heus terug in maart en april. [Geen zorgen.]
13.12.04
trein naar het atelier. uitzichten
>> peren >> 17:50 >>
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten