30.5.06

Afra vond en schonk een bliksem. Mooi is dat.

Zo nu en dan lichtte de hemel op door bliksemschichten, waarna het geraas van de regen voor een moment werd overstemd door de donder. (uit: Karel Glastra van Loon De onzichtbaren. Amsterdam: L.J. Veen, 2003. p 169)

update
Cockie vult aan in de reactiedoos:
In een van de laatste hoofdstukken van De Passievrucht zit ook wonderschone bliksem. (Ik kan het niet fotograferen, want het is een luisterboek) :-)
Smaskens filibajs, welk een interactie deze week, denk ik daar dan bij en van me verder inhouden is natuurlijk geen sprake meer; ik duik gewoon het boekenrek in. Bedoel je deze, Cockie?

bliksm op flickr
bliksm op flickr
bliksm op flickr
Alledrie uit De passievrucht (L.J. Veen, 2001. Alledrie p 228.) van Karel Glastra van Loon. God hebbe zijn ziel, wij zijn bliksems.

21.5.06

All we need is lightning
With power and might

(Lordi: Hard Rock Hallelujah)

19.5.06

mijn IVAC en ik

Steeds weer word ik kort wakker wanneer de verpleger – hij heeft pleisters over zijn neusbrug – mijn volumetrische pomp controleert. Volle snelheid nu, zegt hij. De display geeft 125 milliliter per uur aan. Ik luister naar het voortdurend onderbroken zoemen. Hij leeft, denk ik, mijn pomp, mijn IVAC 598, hij ademt, hij leeft.

In de kamer zijn verder vier dames. Ook zij ademen, maar ze hebben geen pomp. Opgeteld zijn ze zo'n 260 jaar oud; samen gaan ze terug tot de geboorte van Hiëronymus van Alphen. Dat is heel wat, dat maakt mij een broekie.

Met afgunst kijken de dames naar mijn pomp, ik zie het wel. Ze snuiven wanneer hij piept [P2.1 bijvoorbeeld], ze storen zich eraan, ze zijn jaloers. We merken het wel, IVAC en ik, en telkens weer glijden hun ogen zijn richting uit wanneer ze spreken [Peekes, da bleft in maan kaal hange].

We gaan samen een chocoladedrank halen, mijn IVAC en ik. We stoppen oordoppen in onze oren en lezen een boek over Siberië. Stilletjes vertel ik hem over de twee groenlingen voor de ruit gisteravond. We zijn de beste vrienden. Dames deren ons niet.

De verpleger – u kent zijn neus – ontmantelt na vier en een half uur mijn IVAC. Ik zeg bedankt voor de zorgen. Goed weekend en ook: dag IVAC. Tot de volgende keer, murmel ik nog naar de dames, ik moet naar huis. Stofzuigen.

De volgende keer zullen ze samengeteld 261 jaar oud zijn. Stel je voor: de conceptie van Hiëronymus.

13.5.06

België evolueert naar een perenland

Nee, zoiets verzin ik niet, nee, ik knip en plak het gewoon uit De Morgen. Nog eens: België evolueert naar een perenland.

Rijst de vraag: is dat goed of slecht nieuws?

12.5.06

Het geluid zwol aan. Ver weg was bliksem zonder donder, toen was het in één klap donker. (uit: Tommy Wieringa Ik was nooit in Isfahaan. Amsterdam: De bezige bij, 2006. p 13)

Ik ga per bus naar Harar, zestig kilometer de bergen in. Een skyline van minaretten kondigt de op drie na heiligste stad van de islam van veraf aan. Daarachter bliksemt het, de regentijd is begonnen. (uit: Tommy Wieringa Ik was nooit in Isfahaan. Amsterdam: De bezige bij, 2006. p 89)

2.5.06

Doordat 1 mei op een maandag viel en liefs lesgever ziek was, had ik bijna een hele week vakantie. Zo komt het dat ik fijn doorlezen kon en vanavond mijn vijfhonderdste "gedocumenteerde" boek dichtsloeg. En wat voor een boek: Negen open armen van Benny Lindelauf. Eten zou ik ze niet willen geven, alle sjiethoezer die zich door de drie namen uit de eerste alinea van het boek lieten afschrikken, maar medelijden heb ik wel met ze. Want: wat een heerlijk boek. Familiewarmte als uit een potkachel. Beelden, wendingen om lang te onthouden. Veel onweer rond onze oren en welgeteld één bliksem.

Sjar. Net twaalf en het verkeerd overgebleven kind van Lame Krit. Drie oudere zoons en Lames vrouw waren omgekomen bij de grote stadsbrand van 1861 die was veroorzaakt door een blikseminslag. De meubelmakerij was helemaal afgebrand. (uit: Benny Lindelauf Negen open armen. Amsterdam|Antwerpen: Querido, 2004. p 129)
[Lindelauf is zo iemand die ervan overtuigd is dat je schrijven kan leren, dat hij het zelf ook leerde. Nu geeft hij cursussen. Dat zijn studenten maar goed luisteren.]
[Zelf ben ik natuurlijk ook een sjiethoes, maar ik heb een lief vol tips dat weet wat goed voor me is. Dank, lief, daarvoor.]
[Nu ja, geen complete sjiethoes natuurlijk. Natuurlijk.]