Aan huisdieren geen gebrek. Mijn grote kameraad van de laatste week is Mia.
Mia is een zeer nuttige verdelger van bladluizen, lees ik in De Grote Encyclopedie Van Het Dierenrijk. Ze zoekt die bladluizen bij ons thuis op en rond de verzamelde brieven van Elsschot en dat wil zeggen: op mijn nachtkastje. Elke avond slaapt ze daar, naast mijn hoofd, en eigenlijk zou ze ook overdag moeten slapen, maar de winter is haar niet hard genoeg. Overdag maakt ze kleine expedities over de rug, het leeslint, de kaft en de snee. Tijdens die wandelingen lacht ze met de winter. [Ik hoop dat we daarover geen klachten krijgen van de buren.]
Zaterdagavond dacht ik dat ik haar kwijt was. Ik legde mijn leesboek – geen brieven van Elsschot meer de eerstkomende tijd, natuurlijk – ik legde mijn leesboek naast het bed en tuurde de nachttafel rond op zoek naar Mia. Mensen zullen lachen of zeggen hij liegt, maar ze dreef op haar rug in mijn glas water, haar poten spartelend in de lucht. Ik heb haar gered met de linkerwijsvinger en midden op het boek geplaatst. Het lampje knipte ik pas uit toen ze volledig stilzat, op het leeslint, zo ver mogelijk van de natte plek vandaan.
15.1.07
Mia
>> peren >> 22:18 >>
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten