[We zaten in den avond op 't terras van 't Tolhuis en keken over 't IJ naar de stad. De electrische lampen aan de spoorbaan brandden lila in de hoogte tegen een donkerblauwe lucht. 't Weerlichtte wat boven de drie spitse torens van de kerk aan de Haarlemmerstraat, onder de kap van 't Centraalstation hijgde een locomotief, de tram reed brommend over de De Ruyterkade, 't water golfde verlaten koudblauw met nerveuze, korte en onnoozele golfjes, maakte een zwak geluidje tegen den steenen rand van 't terras en riekte zwakjes naar dood water. (uit: Nescio Boven het dal en andere verhalen.G.A. Van Oorschot, 1961. p 110.)]
17.5.07
>> peren >> 01:19 >>
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten