9.5.08

Ik kreeg afgelopen week veel bliksems voor het archief, zeer veel bliksems voor het archief. Van Occy, Lena en K.Artman.

[Ik rende en rende. Rende recht in de armen van een politieagent. Het hele station stond in rep en roer. De sirenes bliksemden in mijn oren. Walkietalkies overlegden. (uit: Saskia De Coster Held. Prometheus, 2007. p 58.)

Mijn God, hier komt om te beginnen geen einde meer aan, / Je lach die zwart en langzaam insloeg als een bliksem, / Je lach die ons allemaal helemaal pijn deed, / Je drastische lach die met slaande deuren het pand verliet. (uit: Leonard Nolens Een dichter in Antwerpen en andere gedichten. Querido, 2005. p 21.)

Met één hand greep ze mijn blauwe konijnenoren en hees me bliksemsnel de lucht in. (uit: Eloin Colfer De stoerste jongen van de wereld. Pimento, 2007. p 87.)

Zijn ogen blinken als groen glas. De wolfman lacht en maanlicht spettert van zijn witte wolvengebit. Boven zijn hoofd knettert een bliksemstraal. (uit: Paul van Loon De griezelbus 0. Elzenga, 1999. p 11-12.)

Dooms reageerde als een sprinter die het startschot hoort: als de bliksem. (uit: Pieter Aspe De zevende kamer. Manteau, 2008. p 48.)

Hannelore negeerde de pijnscheuten die als bliksemschichten door haar hoofd schoten en bracht in een paar woorden verslag uit over haar bezoek aan de bungalow van Claes en de achtervolging die bijna fataal was afgelopen. (uit: Pieter Aspe Het Dreyse incident. Manteau, 1999. p 255.)

De lafste schutter schuilt in de bunker van blanke paleizen. / Wij zijn onschuldig en zien ons abstracte begrip van de dood / In het poolijs geslepen van sterren, wij zien hierbeneden / Zijn slordige dagindeling, de bloedende gehoorzaamheid / Een mens te zijn naar de bliksem. Prachtwerk van de gruwel. (uit: Leonard Nolens Bres. Querido, 2007. p 19.)

Geen opmerkingen: