25.9.08

Vannacht, in een droom, zag ik buizerds. Eerst vier of zes op rotsen langs een water. Ik stond met mensen op een bootje en zei: buizerds. En: kijk hoeveel wit ze hebben op hun borst.

Daarna zag ik er vier of zes boven heuvels met pas gemaaide gouden velden. Ik reed er met mijn vos doorheen. Het was aangenaam warm. De buizerds vlogen hoog maar ook laag en schreeuwden. Toen ik eindelijk mijn verrekijker uitgepakt had, stonden er zoveel mensen om me heen dat er nog amper lucht te zien was.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

"Wel op een dag... O, dat duurde maar even: een bliksemgedachte in het genre van de blikken waaraan ik vroeger onder mijn vrienden niet schuldig aan was."

André Baillon, Een doodeenvoudig man. Manteau, 1985. p 83.

(het betreft wellicht een onwelvoeglijke gedachte over de stiefdochter)

Anoniem zei

schrap 'aan'.

peren zei

Dan schrap ik toch gewoon 'aan'.