9.1.09

Stora Hundudden

In Åhléns hadden we een thermosfles gekocht om hete thee te kunnen meenemen op onze wandelingen door de stad. We liepen er Djurgårdsbrunnsviken en Djurgårdsbrunnskanalen mee af, de westenwind in de rug, langs de noordelijke oever tot aan Stora Hundudden. De zon scheen. Het was oudejaarsochtend. In een rozenbottelstruik bij de aanlegplaats van Måsenborg zat een groep pestvogels luidruchtig te eten – een vijftiental exemplaren waren er. Toen we ze opschrikten vlogen ze een eik in. Soms kwam er één kort naar beneden om wat te drinken op het ijs of nog een vrucht te nemen. Om hun geluid niet te vergeten, maakte ik er een mooie dierenfilm van.

Op de terugweg naar de stad, langs de zuidelijke oevers ditmaal, zagen we in de kale boomkruinen bij Isbladkärret de nesten van een reigerkolonie. Dat deed me denken aan de zoo van Berlijn. Nelders zag ik ooit zoveel reigers bij elkaar als in en rond de treurwilgen daar. Ook bij het kasteel van Ooidonk, in Bachte-Maria-Leerne zou een stevige reigerkolonie zijn. Bachte-Maria-Leerne is natuurlijk geen Stockholm, geen Berlijn, maar op fietsafstand ligt het wel.

1 opmerking:

Lope de Aguirre zei

En Berendrecht niet vergeten.