[Ze klaagde over zwaarte, vermoeidheid en pijn in haar benen, over een drukkend gevoel in haar slapen, over hoofdpijn die zich vertakte zoals bliksemflitsen op een kleurensteendruk van een onweersbui, over trillende oogleden, over een vage malaise, alsof er iets aan de hand was, werkelijk aan de hand, en dan strekte ze zich uit op de blauwgroene damasten sofa in haar moeders salon, en onder een dikke gewatteerde deken, met een arm voor haar ogen, lag ze daar urenlang in het schemerduister van de lange wintermiddagen. (uit: Steven Millhauser Dressler, een Amerikaanse dromer. De Geus, 1999. p 146.)]van Lope
17.2.09
>> peren >> 00:17 >>
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten