Om mijn verjaardag te vieren zou ik gaan wandelen in het bos – dat zat zo al maanden in mijn hoofd – maar omdat ik steeds open sta voor nieuwe ideeën, jazeker, kocht ik twee weken geleden Hoe ik mijn verjaardag vierde van Remco Campert. Het leek me, met zijn mooie blauwe cover, een boek vol creatieve tips.
[Voor mijn sympathieke lezers hier een grotere versie, om de glimlach van Campert goed te kunnen bekijken.]
Op advies van mijn collega A, moederlijk bezorgd over mijn imago op de trein, op de metro, op café, had ik het boek gekaft. Dat kaften bleek geen goed idee; ik voelde me er alleen maar marginaler door, bijna een pervert, met mijn boekje zo stiekem gewikkeld in een beurspagina van De Morgen, lezend in café De Nachtvlucht. Meer mensen dan anders vroegen me wat ik las, drie collega's vonden het zo verdacht dat ze de kaft openprutsten.
Nu het uit is, heb ik de krant er weer afgehaald en ligt het boek in volle glorie op één van de stapels voor het boekenrek. [Ja, tegenwoordig liggen onze boeken op stapels in het huis.] Campert is vooral een goed dichter, heb ik besloten, en zijn verhalenbundels vallen me wel eens tegen, ook deze. Gelukkig is er naast de frisse flap ook een bliksem:
Het bliksemde en de regen plensde neer op de kap van zijn voertuigje. (uit: Remco Campert Hoe ik mijn verjaardag vierde. De Bezige Bij, 1971. p 53.)Een lelijke zin, we zijn het eens, maar op pagina 97 wel iets moois over een botsbal:
Ik zweet altijd in warenhuizen en ik pik er ook altijd wat weg, laatst op de speelgoedafdeling een bal van een speciaal soort gummi – als je stuitert springt hij zowat tegen het plafond. En ook een keer een meisjesbroekje, heel klein en doorzichtig. Dat was een rare dag.Ik ben trouwens verjaard. Ja, bedankt, ach. Ik vierde mijn verjaardag met twee wandelingetjes rond een veld.
1 opmerking:
Gefeliciteerd dan maar. En ja, mij vallen die verhalen van Campert ook vaak tegen. Inderdaad een betere dichter dan schrijver.
Een reactie posten