3.6.09

[In de jaren twintig was het niet ongewoon om op je omzwervingen in het buitenland het pad te kruisen van onbekenden, die zich al net zo'n vreemde voelden in dat land als jijzelf en dan deed je je best om ze in een of twee middagen te leren kennen. Soms werd zo'n bliksemsnelle kennismaking als vriendschap aangeduid. (uit: Glenway Wescott De slechtvalk. Wereldbibliotheek, 2002. p 7-8.)]
van Occy

1 opmerking:

K. Artman zei

“Met iets van vertedering en evenveel van schrik had ’t gekeken hoe de bliksems de bomen spleten, waarna de hitte het licht was en het licht de hitte.” (Dimitri Verhulst, Godverdomse dagen op een godverdomse bol, Uitgeverij Contact, 2008, p. 14-15) En : “God schuilt in het getal en het getal zal schoonheid zijn. De modder, het pluimvee, de bliksemschichten, olijfpitten, meubelen, muggenlarven, spruiten, schaakstukken, waterkruiken… niets kan worden bedacht of de dodecahedron is er de meester van.” (Ibid., p. 42)