Op de Dageraadplaats kocht ik
tweedehandse exemplaren van De verzopen katten en de Hollander
(Detlev van Heest), Een
zwervend bestaan (Bob den Uyl)
en De griezels (Roald
Dahl). Dat ik die DvkedH
nu vier keer bezit en die Ezb twee
keer, zag ik niet als een bezwaar. Een mens kan overal bezwaren in
zien, net zoals hij overal gek van kan worden als hij maar wil -
afgelopen vrijdag zag ik op de trein een man omstandig & krullend zijn tablet
bedienen en zakte mijn hoofd daardoor nog benoorden Mortsel-Oude-God
al tussen mijn schouders.
Thuis
overwoog ik één van mijn exemplaren van DvkedH aan mijn moeder te schenken. Ze sms'te me dat ze met mijn vader in
Kautenbach was. Toen ik zeven acht negen jaar was, brachten wij
enige zomervakanties door op camping Hamburger in Kautenbach. Mijn
tante G logeerde een keer bij ons in de tent, en mijn broer had een
cassetterecorder waarmee hij het roepen van een papegaai opnam. 's
Avonds in de slaapzak luisterden we naar het donderen van het
bruggetje met de houten leggers. Ik herinner me dat we er
waterjuffers zagen en schaatsenrijders. In de rivier bouwden we
dammen die we voor de nacht weer moesten doorsteken. Onder een
spoorwegbrug woonde een spook, en ergens stond een verkeersbord met
een grappige tekst erop, maar wat was dat weer?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten