14.7.14

[Ach, een arm man vergaat het slecht als hij gezondigd heeft, en als hij ziek is, vergaat het hem ook slecht. Je moet je noodlot dragen! Laat onze zoons in dienst gaan, ze zullen niet te gronde gaan! Tegen de wil van de hemel is geen macht opgewassen. "Uit de hemel dondert en bliksemt het, hij welft zich over heel de aarde, de mens kan er niet voor weglopen" - zo staat het geschreven.'
Maar Debora antwoordde, met haar hand in haar zij, boven de bos roestige sleutels: 'Een mens moet zichzelf proberen te helpen, dan helpt God hem. Zo staat het geschreven, Mendel! Altijd ken jij de verkeerde zinnen uit je hoofd. Vele duizenden zinnen zijn er geschreven, de overbodige onthoud je allemaal! (uit: Joseph Roth Job. LJ Veen Klassiek, 2014. p 42-43.)]

[Mijn aanwezigheid brengt rampspoed en mijn liefde trekt de vloek aan, zoals een eenzame boom in het open veld de bliksem aantrekt (uit: Joseph Roth Job. LJ Veen Klassiek, 2014. p 162.)]

Geen opmerkingen: