18.11.04

de fluiter (5)

Vannacht droomde ik van de fluiter - dat is me nog nooit gebeurd. Ik zat in de woonkamer met een boek en zag twee oudere mensen voorbijwandelen aan de andere kant van de ruit. Het was de fluiter met zijn vrouw. De fluiter floot niet en droeg geen blauwe jas, maar toch was het de fluiter, en de vrouw was zijn vrouw, daar was ik zeker van.

Er was een geschil, ze hadden een woordenwisseling. Niet dat er echt woorden gewisseld werden want het was enkel de vrouw van de fluiter die sprak, op een drammerige en verwijtende toon, verongelijkt ook. Ze bleven staan recht voor de ruit, op de extra brede stoep hier voor de deur en de vrouw van de fluiter bleef haar klachten opsommen terwijl de fluiter de stoep afkeek, afwezig de meters leek te tellen tot aan het plein, de handen samen op de rug. En ik, ik bekeek hen. Ik hield een vinger tussen de bladzijden van mijn boek en bekeek hen. De fluiter boog zijn hoofd, de vrouw klopte pluisjes van de mouwen van haar groene kleed. Ze zwaaide met een vinger, zette haar andere hand op haar heup.

Langer dan vijftien seconden stonden ze er niet, ze gingen snel weer verder; ik zag nog net hoe de vrouw van de fluiter haar man met twee handen een duw verkocht. Ik denk dat ik hem nog net zag vallen, achter de heg van de buren. Verder herinner ik me niets meer. Man man man, dromen van de fluiter.

Geen opmerkingen: