28.10.04

de fluiter (4)

Het was herfstig en iets voor vier.
Ik stond op de stoep hier voor de ruit en tastte in mijn zakken. Ik had een brief van vijftig euro, maar daar kan je niets mee in de wasserette, zo'n brief moet gewisseld. Ik twijfelde tussen de natuurvoedingszaak hier en de superette daar. Maar.

Hoor.
Dit was geen kind op straat, dit was geen nieuwe huurder hierboven. Dit was de fluiter, de fluiter met zijn blauwe jas. Als ik een stap naar voren deed, zou ik hem kunnen zien komen van achter de heg van de buren, uit de verkeerde kant, maar ik bleef staan. En ik luisterde en draaide me met mijn gezicht naar de ruit, keek beschroomd naar mijn voeten, keek pas opnieuw op toen ik enkel nog zijn rug kon zien.

Ik ben hem gevolgd. Het was als een onvoorbereid avontuur, geen stevige wandelschoenen of sjaal had ik mee. Geen vogelboek, boterhammen of thermos met warme thee. Ik ben hem gevolgd, de straat uit, zag hoe hij voortdurend de handen op de rug hield. We liepen samen naar het plein, over het plein, heel even naast elkaar daar. Misschien was dat te veel. Misschien kwam ik daar te dicht. Plots ging een hand omhoog, bus 70 stopte.

De fluiter was weg, richting Z. Ik bleef met de bonte was van anderhalve week en een zakje Ariel achter op het plein. Schoolkinderen joelden.

- eerder: (l) (2) (3)-

Geen opmerkingen: