Het mocht nog niet, want ik had het nog niet echt gekregen, maar ik las begin deze week al in Schoonheid is niet pluis, Armando's verzameld proza. Ik koos de negen verhalen uit De ruwe heren. Erg Armando waren ze; abstract en mystiek, heel algemeen maar tegelijkertijd ook met erg specifieke details. Over macht, geweld en schuld, over daders, beklaagden en moordenaars. Veel onzekerheid, een Kafkaiaanse sfeer. De taal is allesbehalve wijdlopend maar hermetisch en strak. Je zegt bijna sober, maar dat is het niet want blinken doet het wel. Maar niet goud, veeleer zwart.
Het is dat blinken in zegging en sfeer waar ik van hou. Armando schrijft namelijk fantastische zinnen en alinea's. Ook al laten sommige verhalen je inhoudelijk wat onbevredigd achter - sfeer en stijl zijn belangrijker dan duidelijkheid of plot - je krijgt gegarandeerd fantastische zinnen. Dat maakt Armando ideaal voor op het krukje naast de makkelijke zetel, binnen handbereik om op een verloren moment op zoek te gaan naar vormschoonheid, een potlood bij de hand. Veel zeggen met weinig woorden, het dient bewonderd.
Ik zou voor u willen citeren maar het boek is ingepakt. Morgen krijg ik het, zo rond vier uur, en ik kijk er behoorlijk naar uit. Nu naar bed en dat de zandman maar gauw komt.
Armando De ruwe heren in Schoonheid is niet pluis. Amsterdam: De Bezige Bij, 2003.
25.12.04
Armando: 'De ruwe heren'
>> peren >> 01:05 >>
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten