21.5.05

Ooit wilde ik landmeter worden. Het is een mystieke job; wat ze precies doen met die stok en dat kijkmeubel weet niemand. Bovendien dragen landmeters laarzen, doen ze dingen met kaarten en mogen ze uren turen over lanen en weides. Soms begeven ze zich tussen het dagdagelijkse gewriemel in drukke straten, maar ze maken nooit zelf deel uit van dat gewriemel; ze staan erboven; ze vertegenwoordigen een groter, tijdlozer gegeven, de rust van een onverzettelijke en aantoonbare waarheid. Ze werken grondig, niet gehaast, niet te snel. Ze zijn goed, ze zijn zwijgzaam. Ze vinden het niet erg als het een beetje regent. Het zijn helden. Ja, ooit wilde ik landmeter worden. Net als Frank Westerman:

Ooit wilde ik landmeter worden. Ik voelde mij aangetrokken tot de landmeters bij ons in de straat - mannen in oranje hesjes met reflecterende strepen. Turend door hun kijkers liepen ze alle dingen in de omgeving na, gewoon voor de zekerheid: of alles inderdaad zo was als het leek. (uit: Ingenieurs van de ziel.)
Maar ik ben geen landmeter, nee, maar dat is Frank Westerman ook niet, en wij schamen ons daar niet voor. Nu trek ik het gewriemel in, op zoek naar lief en eventueel een fototoestel.

Geen opmerkingen: