15.6.05

Vanavond eten we friet, lief en ik. Dat is langgeleden. Dat is jeuj! [Neen, dat is inderdaad niet langgeleden – we aten zondagmiddag nog frieten – maar de laatste keer telt niet mee want toen was ik onaangenaam gezelschap.] Vanavond eten we friet. Jeuj! En ik heb een werkaanbieding binnen die mij in staat stelt elke maandag 6 uur met het openbaar vervoer te reizen. Jeuj! (jeuj jeuj) Dubbel jeuj!

Oh, kijk daar: drie elanden in een keuken. Tripel jeuj; wat een feest.

Geen opmerkingen: