15.7.05

[Het bliksemt, schichtige s in de hemel. Meteen volgt hard regengetik, ik sluit het raam, kleine letters o die akoestisch op het vensterglas verschijnen. Op de straat spatten de letters uiteen, de letters PLATSJ als in een stripverhaal. Morsig, weldadig vullen de letters de barsten in de grond, de riolen van de stad drinken het water en daar verschijnen de letters PLATSJ en PRESQUE FINI en EINDE. We moeten deze wereld lezen. (uit: Koen Peeters Het is niet ernstig, mon amour. Amsterdam: J.M. Meulenhoff, 1996. p 186.)]

Geen opmerkingen: