22.9.05

a stalker in a Taurus

Wezenloos voor je uit zitten staren en daar dik voor betaald worden, het is een hele kunst en Bill Murray is er de Cézanne van. Staarde hij in Lost in translation vanop een hotelbed, dan mag hij het in zijn nieuwste, Broken flowers, overdoen vanuit een dure zetel (2), of vanop een krat, of een bankje op het vliegveld. Murray is Don Johnston, Murray is Bob Harris – het is al gelijk – en ondergaat de film kalm en onderkoeld. Murray is geen actie, Murray is geen uitleggerij, Murray is – ik zei het al – Bob Harris, en dat is aangenaam.

Murray draagt de film. Het is waar, er zijn enkele dames en er is Winston de Ethiopiër, maar bij gebrek aan een echte tegenspeler met voldoende acteerminuten staat Bill Murray er grotendeels alleen voor. Murray mag dan aangenaam zijn, hij kan op zijn eentje helaas niet verhullen dat de plot wat magertjes is. Niet dat een plot heilig is, natuurlijk niet – en weer verwijs ik naar Lost in translation – maar als er geen Scarlett of heerlijk voortdrijvende sferen zijn, wil het wel eens helpen.

De Tokiosfeer uit Lost in translation was eten en drinken, sushi met saké, schijven dag en nacht die schijnbaar inwisselbaar rondslingerden maar perfect gedoseerd door de huid naar binnen trokken. Een onovertroffen nostalgisch infuus, een noodzakelijk ademen. De sfeerbeelden van Amerikaanse straten, wijken en baantjes die de roadmovie die Broken flowers wordt ons schenkt, kunnen daar niet aan tippen; het terugkerende beeld van een cd die in een autoradio geschoven wordt al helemaal niet. Als je daar dan nog het gevoel bij krijgt dat de scenarist ook niet meer helemaal wist hoe hij er nog iets geestigs van maken kon, dan is het toch net niet goed genoeg. Aardig is hij, dat wel, maar de beste film is het niet. Want ja, dat einde, of dat begin – ook dat is al gelijk – het is toch wat te open.

Geen opmerkingen: