De afgelopen dagen kreeg ik heel wat cadeaus. Leuk is dat, zelfs al is Valentijn pas over een week.
Father Ted gaf me twee bliksems:
Nadat hij Fischer met een 25 meter lang koord had gezekerd, overreedde Lopsang zijn vriend niet te springen en toen zette hij hem langzaam in beweging richting Zuidcol. 'Storm is heel erg nu,' gaat Lopsang verder. 'Boem! Boem! Twee keer, als geluid van geweer, grote donder. twee keer slaat bliksem vlak bij mij en Scott in, keihard, doodsbang.' (uit: Jon Krakauer De ijle lucht in. Prometheus, 1998. p 199.)Ook Cockie vond bliksem: in Het leven van Pi. Twee bladzijden vol (1-2) stuurde ze me. Ik citeer hier de eerste relevante paragraaf. Meer nog: ik citeer hem twee keer, ook een keer uit mijn Engelstalig exemplaar, want – eerlijk is eerlijk – Life of Pi is zowat het beste dat ik de afgelopen vijf jaar las en dat verdient lof. En herhaling. Life of Pi is zowat het beste dat ik de afgelopen vijf jaar las.
En daar kwam de volgende, die spleet Kenneth’s perenboom in tweeën, dus ik rende de schuur in en wachtte tot de bliksem een pitttig eindje weg was en ging toen bij Oud Egypte kijken. Hij bewoog niet meer, maar hij was ook niet dood, nog niet. (uit: Annie Proulx Accordeonmisdaden. De Geus, 1996. p 415.)
Op een keer bliksemde het. De hemel werd zo zwart dat het wel nacht leek. De regen viel met bakken uit de lucht. In de verte hoorde ik onweer. Ik dacht dat het daarbij zou blijven. Maar toen stak er een wind op die de regen alle kanten op blies. Vlak daarop knetterde er een witte splinter naar beneden die het water doorboorde. Het was een eind bij de sloep vandaan maar de gevolgen waren haarscherp te zien. In het water vertakten zich een soort witte wortels; even stond er een schitterende hemelse boom in de zee. Ik had niet gedacht dat zoiets mogelijk was, bliksem die inslaat op zee. De donderslag was ontzagwekkend. De lichtflits was onvoorstelbaar fel. (uit: Yann Martel Het leven van Pi. PCM pockets, 2005. p 234.)Een erg goed boek, dat Life of Pi; zowat het beste dat ik de afgelopen vijf jaar las.
Once there was lightning. The sky was so black, day looked like night. The downpour was heavy. I heard thunder far away. I thought it would stay at that. But a wind came up, throwing the rain this way and that. Right after, a white splinter came crashing down from the sky, puncturing the wather. It was some distance from the lifeboat, but the effect was perfectly visible. The water was shot through with what looked like white roots; briefly, a great celestial tree stood in the ocean. I had never imagined such a thing possible, lightning striking the sea. The clap of thunder was tremendous. The flash of light was incredibly vivid. (uit: Yann Martel Life of Pi. Edinburgh: Canongate, 2002. p 232.)
En dan was er vorige week natuurlijk ook het cadeau van Koen Peeters [Van Koen Peeters!!!?!] Ja, van Koen Peeters. [Leuk!] Jazeker. Een brief, wat spulletjes en een "schone synoptische tabel [...] om de Wereld beter te begrijpen." Dank aan hem, dank aan alledrie. Dat spreekt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten