Ik las net Wim van Wim Hofman uit (mooi was dat); ik zette het bier voor zondag in de koelkast en schreef deze drie namen op het papiertje dat ik als bladwijzer gebruikte:
1. Nick Nuyens (lengte: 1.77 m)
2. Erik Dekker (opleiding: mavo)
3. Tom Boonen (bijnaam: Staf)
Er stonden ook paginanummers op die bladwijzer: een weerlicht en een handvol bliksem.
Overal was het donker nu. Alleen de televisie gaf bliksemend licht. (uit: Wim Hofman Wim. Amsterdam|Antwerpen: Querido, 2005. p 20)
Weerlicht en gerommel van onweer. Steeds meer. Steeds duidelijker. Een donkere lucht schoof over alles heen. Zwartblauwe wolken. De meeuwen staken er goed tegen af. De vogels maakten dat ze wegkwamen. En wie eigenlijk niet? Het zag er griezelig uit. (uit: Wim Hofman Wim. Amsterdam|Antwerpen: Querido, 2005. p 37)
Bliksem op bliksem knipperde in de lucht. Donder kraakte en knetterde en regen kletterde neer, ratelde op het asbest schuurdak. Petste tegen stenen. (uit: Wim Hofman Wim. Amsterdam|Antwerpen: Querido, 2005. p 37)
Af en toe keek hij naar de lucht. Want het beloofde wat te worden. De lucht kwam vol dikke wolken te zitten . Wolken die eruitzagen als puzzelstukken die in elkaar haakten en die steeds meer zonlicht wegnamen. Na een tijdje was het een donkere boel met af en toe een lichtflits: bliksem. (uit: Wim Hofman Wim. Amsterdam|Antwerpen: Querido, 2005. p 104)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten