10.7.06

boeken, bier en straattoerisme

als ik u was, ik klikte niet hier
Zelden zag ik zoveel drank vloeien in een jeugdboek als in Het huis aan de Bargiekaai van Henri van Daele. Er wordt gedronken, genipt, gezopen; tafelbier, jenever, whiskey, Carlsberg, export. Vooral export. De eerste export komt al op p 14 en later volgen er nog liters, liters, liters. Vreemd dan dat het op p 144 – dat is 8 bladzijden voor het einde – plots een sterretje krijgt (*een soort bier).

Jawel, ze zorgen steeds weer voor mysterie en vertier, de verklarende woordenlijsten van Henri van Daele. Want er is ook een geprotesteerde wissel* (p 93), met sterretje maar zonder verklaring achteraan.

Waar, zo vraag ik me af, zitten de redacteurs en revisoren als we ze nodig hebben? Op welk Grieks eiland, in welk hotel? Of misschien op Madeira all-inclusive en in hun hand een pint, in een zwembad hun voeten. We moeten ze terugroepen, hun loon intrekken en hun billen tuchtigen met een riet.

Waar de bliksems zitten, is daarentegen wel erg duidelijk:

'Dertig, veertig misschien,' zeg ik.
Nonkel Richard kan bliksemsnel rekenen. 'Dat is ook geen vetpot!' (p 15)

Uit de deur van Het Vaderland komt een bijzonder dikke dame gestuiterd met een wit schortje voor. Als ze nonkel Richard ziet, blijft ze als door de bliksem getroffen staan, klapt in de handen en zegt: 'Richard!' (p 80)

Met open mond sta ik me te vergapen aan dat schouwspel, minutenlang.
De naald tikt in de groef, maar als de bliksem start ik de grammofoon opnieuw. (p 151)
En nu neem ik de fiets voor een toeristische tocht naar de Bargiekaai, als was Van Daele Boon en ik Peeters. Ik zal er opschrijven aan de huizen. Het is vakantie. Ik ben toerist.

Henri van Daele Het huis aan de Bargiekaai. Lannoo, 2005.

Geen opmerkingen: