Ik vond drie bliksems in De zigeuners van F. Bordewijk. Ik typ er – zoals dat hoort – twee van over.
Hij herinnerde zich nog een verward en ontzettend lawaai, de dokter, het bliksemen van opnamen, het binnendringen van nieuwsgierigen en hun verwijdering, de komst van de lijkbezorger, en het afleggen. Heel duidelijk herinnerde hij zich, voorafgegaan aan deze draaikolk van beweging en geluid, het gieren van de politiesirene toen hij nog buiten stond en het reeds van ver zichtbaar blauwe spatten van het alarmlicht op het autodak. Ook later het boenen en dweilen van de achterkamer en de gang, en het opbaren. (uit: F. Bordewijk De zigeuners. Amsterdam: Meulenhoff Pocket nr 50 (2e druk), 1961. p 110-111)
De schoonmoeder had ondertussen de gids verwelkomd met vijf, zes bliksemsnelle plonsbuigingen vanaf het middel, gepaard aan het wijd uitslaan van haar armpjes.
- Ze heeft 't vandaag al heel erg te pakken, merkte de vrouw op.
- De aanstaande verhuizing, anders niet, verklaarde zakelijk de dochter met de frisse stem.
(p 145)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten