29.12.05

We gingen de stad in, lief en ik, om te bekomen van de witte wijn van gisteren. Ja, we gingen de stad in. Bovendien hadden we 10 euro om uit te geven.

We zagen Walter van den Berg. Er viel heel wat sneeuw, we gaven 10 euro uit, we dronken wat, er was een brandje.

Ja, wij maken heel wat mee. Het is wat.

28.12.05

een lezer / een eiland

Leest u mee in DN?
In 2005 verschenen er in Zweden zo'n 12.000 boeken. De gemiddelde lezer / Svensson leest 3000 boeken per leven.

Möjligheterna i urvalet, uppmuntran att individualisera sitt läsande, gör varje läsare till en ö. Och är det någonting som vill uppmuntra till diskussion och meddelande så är det böcker. (Jonas Thente in DN)
De verhoudingen maken dat zowat niemand leest wat Svensson leest. Dat maakt dat Svensson met hoogst individuele boekervaringen zit en zijn leesenthousiasme over een en ander niet met eender wie delen kan. Dat maakt dat Svensson een weblog opzet.

23.12.05

Jan van Mersbergen: 'De hemelrat'

Toen
Op 10 mei 2005 las ik Jan van Mersbergens tweede boek, De macht over het stuur, uit. Het was dinsdagavond en iets na tien. Lief en ik waren het weekend voordien verhuisd en ik zat op de trein tussen Brussel en Gent. Ik zie het nog voor me; ik zat alleen op een plaats voor vier, tegen de rijrichting in, links het raam en op het tafeltje De macht over het stuur met ernaast een stapel briefpapier. Verderop zaten de West-Vlaamse cipiers; ze lazen in De Da Vinci code.

Ik heb die avond op de trein uit puur post-lees-enthousiasme enkele vellen gevuld. Eerst over De macht over het stuur, en daarna was er ook een aanzet tot kortverhaal met daarin een station, een bremstruik en een ziek meisje. Ik zoek al een halve namiddag naar die vellen papier. Ze hadden het briefhoofd van mijn werk eerder die dag hadden we collectief brieven naar ministers geschreven maar nu bestaan ze blijkbaar alleen nog in mijn hoofd. Het is tijd om de herinnering hier te bewaren.

Ik weet nog dat ik behoorlijk lovend was over stijl en sfeer. Dat ik het een ontdekking vond, dat ik me voornam om het nieuwe werk te blijven lezen. Ook stond er een lovend citaat op de achterflap waar ik een probleem mee had. [hier helpt google]

In dit werk zoemt en lispelt een grote woede. (Kees 't Hart)
En het is niet moeilijk mijn probleem met dat citaat weer te vinden. Dit werk zoemt, dat klopt, maar lispelen doet het niet. Het is net erg zuiver, zonder geslis.

Nu
Maar dat was toen, dat was De macht over het stuur. De afgelopen dagen las ik De hemelrat, Jan van Mersbergens derde roman. In een oordeelsaanval zei ik tegen lief "dit wordt echt een groot schrijver". Opnieuw is er een sfeerschepping die er wezen mag in een aangenaam passief verhaal. Er is weinig uitleg en weinig expliciteringsdrang maar vooral geborrel ver onder de oppervlakte. Dat is goed. Dat is aangenaam. En weer is er een lovend citaat van Kees 't Hart op de achterflap:
Adembenemende vertelkunst, dwingend van opbouw, zwijgzaam over drijfveren en verlangens, onverbiddelijk uitmondend in wat niet meer te zeggen valt. (Kees 't Hart)
Ditmaal kan ik er wel helemaal mee instemmen. Ik vond het goed, net iets te lang, dat is alles. (Het einde had er niet meer bij gemoeten; het punt mocht op p 169 i.p.v. op p 175. Ook, maar dat is echt een detail: de conversatie tussen Edward en de vrouw op het station p 151 en 152 hoefde niet.) Nu ja, dat was niet alles dat was een leugen want er is ook dit: Jan van Mersbergen moet een nieuwe eindredacteur zoeken, of toch een extra kracht die alles nog eens een zevende keer naleest op dwaze spelfouten want [en u denkt er natuurlijk overal de (sic) bij] fouten als hieronder zijn altijd irritant:

  • p 7: In de boekenkast lagen studieboeken en mappen met aantekeningen. Sommigen zaten nog in het plastic omhulsel.
  • p 46: Tom stapte hij uit zijn schoenen en deed de leren klompen aan die onder het bankje stonden.
  • p 69: Ze zei tegen hem dat ze toen ook in de tram zaten, met de rat, en hij knikte en ze lieten ze tram wegrijden.
  • p 87: Zijn arm sliep, de spieren tintelde en hij kon zijn arm niet meer bewegen.
  • p 164: Er zaten nog meer mensen in witte jassen in de kamer en ze hadden papieren en mappen voor zich leggen en het leek erop dat ze een vergadering hadden.
Maar laat ons positief eindigen: de man verdient hulde. Hij mag mij de drukproeven voor zijn nieuwe roman ter spelcheck toesturen. En bovendien is er bliksem, twee keer zelfs.
Hij zag de tram niet aan komen rijden, het gele gevaarte stond opeens voor zijn neus en hij stapte in, ging op een bankje zitten en liet zich de stad in rijden. De tram slingerde speels door de bochtige straat en hij schoof over het bankje. De bovenleidingen bliksemden* tussen de muren, de vonken flitsten op in de etalageruiten. (p 73-74)

Ze rende weg. Edward volgde, eerst over een modderig paadje en daarna door een kleine straat die uitkwam op een straat waar een trambaan doorheen liep. Boven de huizen was de lucht zwart en een bliksemschicht* verlichtte de straat. (p 136)

Jan van Mersbergen De hemelrat. Amsterdam: Cossee, 2005.



update (17.02.2006):
Jan van Mersbergen reageerde op dit artikel in de reactiedoos. Omdat Haloscan elke reactie die ouder is dan 3 maanden opeet, plak ik hem hieronder. Als souvenir. Zulks mag soms.
Hai,

Google helpt inderdaad, om stukjes over mijn boek te vinden op het web. Dat zijn mooie woorden! Over het lispelen: dat komt uit een recensie over mijn debuut. Over de dwaze fouten: ik ben een vreselijk slordige schrijver. Verschillende mensen hebben me al aangeboden drukproeven te controleren. Dank voor het aanbod. Over de bliksem: daar zal ik bij mijn volgende boek ook aan denken.
Jan

18.12.05

Nieuw en misschien wel de mooiste uit heel de collectie:

Masereels bliksem

(uit: Frans Masereel Geschichte ohne Worte. Insel Bücherei, 1957. prent nr 1.)

17.12.05

een magere hamster

Steve Davis. Hij kijkt, hij krijt. Hij schrijdt over het blauw en neemt iets meer tijd. Niet omdat hij twijfelt, vergis u niet, niet omdat hij geen oplossingen ziet, maar omdat haast geen zin heeft. Hij kijkt, hij krijt, hij speelt. En iedereen – wij, de tv-kijkers, de mensen in de zaal, Stephen Hendry – weet dat de keuze die hij maakt de best mogelijke is.

ballen op de BBCHij kent zijn job. Hij kan het. Hij heeft het in zijn vingers, in zijn achterhoofd, in zijn ogen en zijn arm. Verder is hij ongetwijfeld ook vriendelijk en – maar dat naast het 'veld' natuurlijk – extremely witty. Want meer nog dan zijn techniek, meer nog dan zijn anticipatie, is het zijn natuur, zijn vriendelijke ingetogenheid die charmeert. De rust en competentie die hij uitstraalt maken mij fan. Naast deze man wil ik naar het werk pendelen. Bovendien lijkt hij op een magere hamster.

Zondag speelt Davis de finale van het UK Championship. Hij doet dat in York en hij zal daarbij een strik dragen. Zaterdagavond, straks, speel ik snooker met vriend F. Had ik een strik, ik nam hem mee, ik stak hem in mijn broekzak en zou zijn troost voelen tegen mijn bil.

[Zondag op BBC2 om 16.00u en 21.00u. Op diezelfde BBC2 om 24.20, maar dat is iets anders, ook Extras.]

15.12.05

'Maybe. But in my experience poetry speaks to you either at first sight or not at all. A flash of revelation and a flash of response. Like lightning*. Like falling in love.' (uit: J.M. Coetzee Disgrace. Vintage, 2000. p 13.)

13.12.05

Un éclair* sur le mont Fuji.
L'orage est passé.
Miki dit qu'elle a la tête
dans les nuages.

(uit: Chiaki Miyamoto & Dominique Vochelle Le petit monde de Miki. Gallimard Jeunesse / Giboulées, 2005.)

8.12.05

een herfst / een cursus

Zeven mannen met gele hesjes stonden toe te kijken. Ze zagen hoe de verplaatsbare rolstoelhelling aan de wagon gekoppeld werd. Man acht hanteerde. Man acht schopte alles in de juiste positie, wreef in zijn handen en haalde de rolstoel uit de oostelijke wachtzaal op perron 7. ‘Ja, komaan,’ zei hij,’Wie komt zitten?’

Zes mannen met gele hesjes – en ook met baarden, wat betekent dat? – keken toe hoe man zeven wijdbeens in de stoel zat. Man acht duwde man zeven de wagon in. Man acht trok man zeven de wagon uit en zei ‘Merci.’ ‘Gij zijt bedankt,’ zei man zeven en hij stond recht en voegde zich bij de zes. Ze stonden toe te kijken hoe de verplaatsbare rolstoelhelling opgeplooid werd.

Man acht werd man één, man vier man acht. Man zes werd man zeven, hij zette zich vast klaar in de stoel. Zes mannen met gele hesjes – vier van hen hadden een baard – keken toe hoe man acht de verplaatsbare rolstoelhelling aan de wagon koppelde. Ze zagen hoe man zeven wijdbeens de wagon in- en uitgereden werd. Man acht plooide de helling op en reed ze naar de kant.

Man acht werd man één, man twee man acht… Ach u kan zelf ook verzinnen hoe het verder ging. We kijken naar iets anders: de trein naar Brugge had vijf minuten vertraging. De zon scheen, wind was er amper. Waarschijnlijk is de fluiter dood, dacht ik, want kan het anders, na de sneeuwprik van twee weken geleden?

1.12.05

Ik vloek niet, ik citeer:

CRAP, CRAP and CRAP. That's all I have to say.
Zo. En binnen exact vier uur gaat de wekker.
Crap.