23.1.09

het Rouppeplein / Brussel

Er is een verhaal van Kamiel Vanhole dat ongeveer zo begint: Ik sta op het Rouppeplein in Brussel en heb geen idee meer waarom. Je kan me geen fan of kenner van Vanholes werk noemen, maar interessant vind ik hem wel. Door de cultuur van het wandelen bijvoorbeeld, het reizen, het lezen, en door de band met Koen Peeters; door plaatsen als Brussel, de Borinage, het kanaal naar Charleroi.

Op het Rouppeplein denk ik wel eens aan hem, en dan meteen ook aan Baudelaire. Vandaag bijvoorbeeld. Ik had de trein van 8.15u naar Brussel genomen en stond om 9.10u op het Rouppeplein; ik zou daar een vergadering bijwonen, dacht ik. Jammer was dat ik de enige was met dat idee. Een mens schrijft soms jammerlijke onwaarheden in zijn agenda, of – en dat is waarschijnlijker – heel wat mensen vergeten jammerlijkerwijs heel wat in hun agenda te schrijven. Het één of het ander, maar ons erin verdiepen heeft geen zin. Feit is: ik wist plots niet meer wat ik op het Rouppeplein kwam doen. Langer blijven gaf geen pas dus nam ik in Anneessens tram 4 terug naar het Zuidstation, kocht een krant en een koffie. [In de koffiezaak zag ik F., stel je voor. Hij had net een belegd broodje gekocht en zou de trein van 10.25u naar Keulen nemen. We spraken over de griep en de banken.]

Overbodige treinritten van en naar Brussel zijn cadeaus in leestijd. Nu De welwillenden (Jonathan Littell) uit is, gaat er weer een wereld van mogelijkheden voor me open. Korte, snelle boekjes wil ik nu. Bob den Uyl, zoiets, of Laurent Graff, of iets over Muminpappan. Ik begin met Opkomst & ondergang van de Zwarte Trui (Bob den Uyl), want het titelverhaal van die bundel gaat over fietsen en een belangrijke rol is er voor koningin Fabiola, en speelt het niet in de Borinage? Als je oppervlakkig diep over Bob den Uyl en Kamiel Vanhole zou nadenken, over leven en werk, zou je kunnen vermoeden dat ze dezelfde persoon waren.

Weer in het thuisstation reed ik naar de bibliotheek voor nieuwe boeken [Den Uyl, Graff] en nieuwe boetes [€0.30] en ik wou ook de banden van mijn fiets [die wellicht toch geen koen gaat heten] oppompen aan de luchtautomaat rechts. Natuurlijk was er weer wat mis met die pomp – wat ik natuurlijk pas merkte nadat ik door het gewrik en gepas alle lucht uit de band geperst had. Geen zucht bleef er over. Niets. Maar ook daar weid ik beter niet over uit. U kent het leven zo ook wel. Ik vertel niets nieuws, nee. Ik stalde mijn platte fiets aan de Vooruit en ging voor een koffie naar de Marimain. Er werd muziek van The Police gespeeld, ik begon in Opkomst & ondergang van De Zwarte Trui.

Geen opmerkingen: