2.1.12

In de achterzak van een jeansbroek in de wasmand vond ik deze stukken tekst:

Mijn vrouw keek boven naar Lewis, de kat lag in zijn nest, ik las Primo Levi (De verdronkenen en de geredden) een Sint Bernardus 6 (-> peer, iets van chocolade, karton) bij de hand.

+
Me ervan bewust dat ik de woorden ging gebruiken voor een stukje, schreef ik ze op op een papiertje - peer, iets van chocolade, karton - meer nog, ik schreef heel deze zin op.

+
Op mijn knieƫn voor de cd-speler en het boekenrek herlas ik de eerste drie pagina's van Conversaties met K. Kuifje zit daarin. Zijn silhouet is uitgesneden aan het puntdak van een houten hondenhok. Onder het silhouet de naam FOX, maar de hond is dood. Van Kuifje en Koen Peeters herinner ik me vooral een stukje van Koen Fillet.

Geen opmerkingen: