26.3.05

Peter Terrin: 'Vrouwen en kinderen eerst'

Een nieuw hoofdstuk begon, het was bladzijde 158.

Karsten betrapte zichzelf erop 's morgens, onder het aankleden, geregeld uit het raam te kijken. De wuivende man was echter niet meer aan het natuurstenen bruggetje verschenen. De nacht bleef langer in het dal liggen en zij vertrokken steeds vroeger naar de fabriek.
Hier zie je het niet, maar in het boek staat het eerste woord van de eerste zin netjes in kapitalen gedrukt, ook krijgt de initaal twee regels de ruimte. Niet heel bijzonder, maar wel best mooi, dacht ik, hoe dat eerste woord in de bladspiegel zit. Robuust maar toch elegant. Ik dacht ook: het is niet de eerste keer dat "Karsten" het eerste woord van een hoodstuk is.

Ik bladerde terug. Dertien hoofdstukken, dertien keer "Karsten". Het is wat, dat dat me niet eerder opviel. Het is wat. Ik vroeg een potlood aan lief en schreef 158 op mijn bladwijzer. Daarna las ik door, zoals dat hoort bij goede boeken.

Peter Terrin Vrouwen en kinderen eerst. Amsterdam/Antwerpen: De arbeiderspers, 2004.

25.3.05

Armand Pien kwam vroeger wel eens met een meikever op TV. Het ging dan over de lente en dat die al begonnen was of spoedig beginnen zou. Doen onze moderne weermannen dat ook nog, de seizoenen toetsen aan de meikever? Ik kijk nooit naar het weerbericht, maar dit wil ik wel eens weten.

In Zweden gebeurt het alleszins wel, maar dan niet zozeer met meikevers. Ik las net in DN dat de beren in Skansen (Stockholm) uit hun winterslaap onwaakt zijn; de jongen komen weer buiten, spelen in de sneeuw. En sinds zondag zijn ook de eerste 550 kraanvogels geland.. Het leven. Het hoera.



Update 01.04.05: ook de torenvalken van Riddarholmskyrkan zijn opnieuw in Stockholm.
Update 03.04.05: de 550 kraanvogels van vorige week zijn er ondertussen al 12 000 geworden.

24.3.05

Tijdens de voormiddagpauze ging ik beneden mijn handen wassen. De senior-gym, zo zag ik toen, was de bron van het geboenkeboenk geweest.

Ik wou het op de trein vertellen aan Réginald Moreels, maar hij was aan het lezen en deed dat ongetwijfeld in het belang van de mensheid. Hij keek wel op, voelde misschien dat er nieuws in de lucht hing. Leest u maar verder, knipperde ik hem met mijn ogen toe. En ik bleef zwijgen. In het belang van de mensheid. Het is belangrijk hoofd- en bijzaken van elkaar te onderscheiden, dacht ik.

23.3.05

Frank Westerman: 'El Negro en ik'

Op 8 maart kocht ik El Negro en ik in de Fnac alhier. 08/03/2005 / 15:39:36, 18.90€, staat er op mijn kassaticket-bladwijzer. Er viel die achtste maart dan ook een en ander te vieren; zo was Lou Reed bijvoorbeeld enkele dagen tevoren 63 geworden. Daarnaast had ik – eveneens enkele dagen tevoren – op datzelfde El Negro en ik gestemd voor de publieksprijs van de Gouden Uil.

Ja, ik had er al op gestemd voor ik het kocht. Meer nog: ik had er al op gestemd voor ik het las; ik had mij bij dat stemmen dan ook allerminst laten hinderen door enige kennis van zaken want ik had van heel de shortlist nog geen enkel boek gelezen. Zo gaat dat – helaas – bij wel meer mensen in – helaas – wel meer democratische processen. Ik deed het licht blozend, maar ik deed het.

Ondertussen zijn de prijzen verdeeld, en heb ik het boek ook uitgelezen. Mijn stem heeft er niet toe gedaan bij de publieksprijs, maar ik kan er ondertussen wel helemaal achterstaan. El Negro en ik is namelijk een goed boek. Zo goed dat ook de heren en dames van de echte jury het als winnaar uitriepen. "Het is kritisch en mild, twijfelend en onderzoekend, erudiet maar nooit belerend," zegt de jury in haar rapport, en ze heeft gelijk. Het boek gaat over concreet en algemeen, en zet je op een aangename manier aan het denken. En, extra punten: het doet het je verlangen naar nog meer lezen (V.S. Naipaul, David van Reybrouck, Antjie Krog).

Zo hebben afgelopen weekend mooie boeken mooie prijzen gewonnen, want ook de jonge winnaar, Guus Kuijers Het boek van alle dingen, is zeer de moeite waard. Het is altijd leuk als er boeken bekroond worden die je zelf zou bekronen. Het werd nog eens tijd ook, na de ALMA en de Inktaap. Mooie prijzen voor mooie boeken, we moeten daar achter staan, we moeten dat vaker laten gebeuren. Geef de prijzen aan goede boeken. En laat de krokussen bloeien.

Frank Westerman El negro en ik. Amsterdam/Antwerpen: Atlas, 2004.

de fluiter (11)

Zie.
Het is lente. Hij fluit en gaat grijs van vest en bloot van hoofd. Het is lente.

18.3.05

de fluiter (10)

Er is hier geen voortuin, er is hier een extra brede stoep. Mensen die op de stoep willen stilstaan doen dat dus beter hier, voor de ruit, dan elders in de straat waar er wel tuinen zijn, waar de stoep maar een tegel of vijf breed is. Hier heb je ruimte.

Sinds een maand of twee zijn er twee vaste stilstaanders, habitués. Ze zijn een jaar of veertien en een jongetje en een meisje. Vrijdag na schooltijd komen ze hier en krijgt hij kusjes. Er wordt dan een kwartiertje gegniffeld en gefrunnikt aan lange lokken en daarna verdwijnen ze weer. Hij naar rechts, zij naar links.

Het kan natuurlijk zijn dat het al vaker gebeurde, maar vandaag was het de eerste keer dat ik het zag, vandaag waren ze er samen met de fluiter. Ik zag dat zij hem al hoorden voor ik hem hoorde. Ik zag ze kijken, glimlachen. Ik zag hoe ze hem nakeken en nog eens naar elkaar glimlachten. Dan, pats, een zoen op haar neus – mooi toch – en ze verdwenen. Hij naar rechts, zij naar links.

16.3.05

Litteraturpriset till Astrid Lindgrens Minne

Zou iemand het haar gevraagd hebben? Toen ze nog leefde, bedoel ik. Zou er iemand tot onder aan haar klimboom gelopen zijn en naar de kruin geroepen hebben: "Zeg eens Astrid, als je sterft, is het dan goed als we jaarlijks in jouw naam zo'n vijf miljoen Zweedse kronen schenken aan een internationaal gerenommeerd auteur, illustrator of leesbevorderaar?"

Ik heb Astrid Lindgren natuurlijk nooit gekend, maar ik vraag het me gewoon af. "Geef maar aan Unicef," had ze bijvoorbeeld naar beneden kunnen roepen. Of: "Laat er schuren van bouwen, met stapels hooi."



ps: "Syftet med priset är att stärka och öka intresset för barn- och ungdomslitteratur i världen. Priset ska också stärka barns rättigheter på global nivå," zegt de ALMA-website.

ps: Margareta Strömstedt zegt in Dagens Nyheter ook ongeveer wat ik hier zeggen wil, maar dan beter natuurlijk. En uitgebreider.

15.3.05

boodschap voor meisjes van tien

Bent u een meisje van tien? [Ja.] Ja? Dan bent u vast jaloers op mij, want zal ik u eens wat vertellen? Ik sta samen met An Jordens op de foto. [Met An Jordens?! Van Ketnet?!] Ja, met An Jordens. Van Ketnet.

Zo.

[Waar is die foto van An Jordens dan?] Hier, meisje van tien, maar let wel: ik ben niet André Sollie.. [Wie?] André Sollie. [Hé?] Is niet ik. [Hé?][O, wat leuk, een foto van An Jordens!]

Kijk eens aan. Iedereen gelukkig.

[Alleen een foto? Geen handtekening?]

Nou ja, bijna iedereen.

[Loser!]

Hé.
Vort.

10.3.05

God straft onmiddellijk [doch niet te streng bij kleine zonde]

Vier Koreanen horen boven dat de metro beneden aankomt, onder aan de trap en achter het hoekje. Ze beginnen te lopen, trekken hun stewardessenkoffers op wieltjes achter zich aan en daveren de eerste treden van de stilstaande roltrap af. Mensen beneden stappen uit de metrostellen, komen het hoekje om en lopen de trappen op. Ze lopen voorbij een sensor, de roltrap zet zich in beweging.

Kreetjes klinken. Vier Koreanen liggen op een hoopje bovenaan de roltrap naar boven, op hetzelfde hoopje vier stewardessenkoffers op wieltjes.

Ik moet ermee gelachen hebben. Ja, ik moet ermee gelachen hebben, het kan niet anders, want toen ik enkele minuten later perron 6 opliep zette de trein naar Gent zich net in beweging. Maar het was niet kwaad bedoeld geweest en bovendien niet meer dan een glimlach, zulks beseft toch het alwetend oog. En was er schade geweest, ik zou geholpen hebben.. Dat overtuigde. De volgende trein kwam acht minuten later. Ik sms'te lief: ik ben bijna weer thuis.

5.3.05

Laatst zat ik samen met Jan Mulder op de trein. Hij stapte één halte voor mij af. Dan gaat-ie vast niet heen waar ik heenga, dacht ik toen.

3.3.05

Merkt ook u, aan het uitblijven van verse berichten bijvoorbeeld, dat ik mijn nieuwe job behoorlijk ernstig neem?