Een nieuw hoofdstuk begon, het was bladzijde 158.
Karsten betrapte zichzelf erop 's morgens, onder het aankleden, geregeld uit het raam te kijken. De wuivende man was echter niet meer aan het natuurstenen bruggetje verschenen. De nacht bleef langer in het dal liggen en zij vertrokken steeds vroeger naar de fabriek.Hier zie je het niet, maar in het boek staat het eerste woord van de eerste zin netjes in kapitalen gedrukt, ook krijgt de initaal twee regels de ruimte. Niet heel bijzonder, maar wel best mooi, dacht ik, hoe dat eerste woord in de bladspiegel zit. Robuust maar toch elegant. Ik dacht ook: het is niet de eerste keer dat "Karsten" het eerste woord van een hoodstuk is.
Ik bladerde terug. Dertien hoofdstukken, dertien keer "Karsten". Het is wat, dat dat me niet eerder opviel. Het is wat. Ik vroeg een potlood aan lief en schreef 158 op mijn bladwijzer. Daarna las ik door, zoals dat hoort bij goede boeken.
Peter Terrin Vrouwen en kinderen eerst. Amsterdam/Antwerpen: De arbeiderspers, 2004.