Ik ga eens voor een onperens lange post. De Literaire Prijs van de Provincie Gelderland is namelijk uitgereikt en ik ken een 'kort verhaal voor de jeugd van 8 tot en met 12' dat niet gewonnen heeft: Stroop voor de koningin. Ondertussen weer vier maanden geleden geschreven.
De koningin van Nederland heeft een been gebroken.
Ja, ik schrok me ook een aap toen ik het voor de eerste keer hoorde en Henk, dat is mijn pa, die geloofde het zelfs niet. Maar het is waar. Gisteravond was het op het jeugdjournaal en vandaag staat het in de krant. De koningin van Nederland heeft een been gebroken. Van het keukentrapje gevallen, staat erbij.
Het is haar linkerbeen, dat kan je zien op het plaatje in de krant. Er zit gips rond. Eerst dacht ik dat er ook wat met haar hoofd was, maar Henk zegt dat dat gewoon een erg duur hoedje is. De koningin zit in een rolstoel, met haar been en het hoedje, en één van haar zoons duwt haar het ziekenhuis uit. Dat gipsverband moet zeker zes weken blijven zitten, zegt Henk, en daarna zal het nog wel een week duren voor ze weer mag voetballen. Dat is een hele poos! Dat zal die zoon ook wel niet leuk vinden als ie haar de hele tijd duwen moet.
--
Ik had meteen medelijden met de koningin en haar zoon. Ik ging natuurlijk niet snotteren of zo, maar zielig is het wel. Ze hebben toch maar pech gehad met dat keukentrapje.
Niks pech, zei Henk toen, als je een arm of een been breekt, is het eigenlijk net alsof je jarig bent. Daar sta je misschien van te kijken, ik anders wel hoor, maar Henk heeft het uitgelegd. Als je een arm breekt, mag je namelijk een week lang elke avond naar de bioscoop, en als je een been breekt, krijg je tien dagen lang elke avond pannenkoeken. Dat zijn de regels van de breuken. Die regels staan nog niet in de grondwet, maar volgende week worden ze hoogstwaarschijnlijk goedgekeurd door de minister van gezondheid. Je kan er dus best nu al rekening mee houden. (Anders krijg je misschien problemen met de politie.)
Dankzij die regels is een arm of been breken even fijn als verjaren. Je zou al bijna kunnen denken dat de koningin met opzet van haar keukentrapje gevallen is.
--
Vanmiddag hebben Henk en ik pannenkoeken gebakken. Dat kwam natuurlijk omdat we er na al dat gepraat over die regels enorme trek in hadden. We zijn wel nog eerst naar de supermarkt geweest om stroop te halen, want dat is het allerlekkerste op pannenkoeken.
Je zal het altijd hebben als je stroop voor pannenkoeken gaat kopen: er was maar één kassa open en er stond een rij van wel zesentwintig mensen. Mensen met hoedjes en mensen met petten. En heel veel mensen die uren rommelen tussen hun muntjes wanneer ze moeten betalen.
Ik vroeg aan Henk of de koningin ook moet betalen in de supermarkt. Dat wist ie niet zeker, maar, zo zei ie, ik denk wel dat ze niet hoeft aan te schuiven... En wat Henk toen deed! Hij stak de stroop boven zijn hoofd en zwaaide en riep: Opgepast! Hier komt de stroop voor op de pannenkoeken van de koningin. Iedereen aan de kant! Laat de koningin niet wachten op haar stroop!
En alle mensen keken ons aan en gingen aan de kant. Alle zesentwintig. En ze fluisterden: het is waar want de koningin van Nederland heeft haar been gebroken. Haar linkerbeen. Van een keukentrapje gevallen. Tien dagen lang krijgt ze pannenkoeken. Die twee zullen de keukendienaars van de koningin zijn.
En de dame van de kassa zei dat we niet hoefden te betalen. En ze gaf ons ook een prentkaart met 'veel beterschap' erop, en zei dat we die aan de koningin moesten geven. Ze bloosde er een beetje bij.
--
Wat een toestand! De stroop was helemaal niet voor de koningin, die was gewoon voor ons. En wij zijn helemaal geen keukendienaars van de koningin, wij zijn gewoon Wimmert en Henk. Wat kan die Henk een potje liegen. Nee, van Henk krijg ik geen goede opvoeding hoor, dat kan ik je wel verzekeren. Meestal moet ik hém zelfs opvoeden. Zo wou ie die prentkaart met 'veel beterschap' erop thuis al dadelijk in de prullenmand kieperen.
Henk, die is voor de koningin, riep ik, die mag niet in de prullenmand! We moeten dat kaartje opsturen. En ik vind dat we ook een pannenkoek met stroop moeten meesturen want je hebt zelf gezegd dat die stroop voor haar was.
Henk moest wel toegeven dat ik gelijk had. Want ik had gelijk natuurlijk. Hij stond er wel op dat de koningin hem dan ook pannenkoeken brengt als hij zelf ooit nog eens een been breekt. Dat heb ik snel even aan haar gevraagd en dat was oké.
--
(Ja, dat weet je misschien niet, maar je kan heel snel dingen aan de koningin vragen. Je moet niet bellen of e-mailen of zo, je kan dat veel sneller gewoon aan een muntje van 50 cent vragen. Dorien uit mijn klas heeft me geleerd hoe dat moet. Eerst stel je je vraag, en dan gooi je gewoon je muntje in de lucht. Als het muntje op de grond valt met het gezicht van de koningin naar boven, dan betekent dat ja. Valt het muntje met het gezicht van de koningin naar beneden, dan betekent dat nee. Als het muntje op zijn kant rechtop blijft staan, dan betekent dat dat de koningin het antwoord niet mag vertellen omdat het een staatsgeheim is, maar dat heb ik nog nooit gehad.
Brengt U mijn vader pannenkoeken als hij zijn been breekt, vroeg ik dus aan het muntje. En het viel met de koningin aan de bovenkant. Ja dus. Ik wou het best nog wel eens vragen om zeker te zijn, maar dat mag je nooit doen. Dat is de regel van de 50 cent: je mag nooit twee keer hetzelfde vragen. Als je zeker wil zijn dat je een eerlijk muntje hebt, moet je daarna een vraag stellen waar je het antwoord al op weet. Ik vroeg dus: Is dat een erg duur hoedje op Uw hoofd in de krant? En weer viel het muntje met het hoofd van de koningin naar boven. Toen kon ik er wel zeker van zijn dat Henk zijn pannenkoeken zal krijgen.)
--
Hier is mijn envelop nu. Ik heb hem net dichtgelikt en er twee postzegels opgeplakt. Dat moest, want hij was nogal dik. Het kaartje van de dame aan de kassa zit erin, samen met twee pannenkoeken. Ik heb er ook een heel klein beetje stroop ingedaan, maar niet te veel want ik wou niet kliederen. Achterop staan onze namen en ons adres, voor als ze met de pannenkoeken komt. Dan zal het feest worden, net een verjaardag. Met tien dagen pannenkoeken én met de koningin! Hopelijk brengt die dan haar zoon mee want ik heb gehoord dat die heel goed kan voetballen. Was het al maar zover.