29.10.07

[We wanted to strike lightning in dark waters, to see, if only for a second, the entire world that lives down there, the ten million species in amazing colors and patterns; show us life, now. (uit: Miranda July No one belongs here more than you. Scribner, 2007. p 139.)]
Kende ik nog vier andere boeken met zulk een geweldige promo-website, dan maakte ik een lijstje van vijf. Maar helaas.

[Toen bliksemde het en er klonk een donderslag waar de bergwanden van dreunden. En we zaten er middenin. (uit: Astrid Lindgren De gebroeders Leeuwenhart. Ploegsma, 2002 (13e druk). p 148.)]
Van Lena

23.10.07

[Terwijl je niettemin uit volle borst begint te loeien, sla je jezelf erbij met vlakke hand in het gezicht zoals je doet als een mug op je wang landt en zijn steeknaald in je boort, bonk je met de knokkels van je beide vuisten tegen je kop tot er sterren en bliksemstrepen achter je ogen voorbijschieten. (uit: Jeroen Brouwers Datumloze dagen. Atlas, 2007. p 10.)]
van Occy

18.10.07

Maar gelukkig is er snooker op tv.

16.10.07

Ik ken weinig boeddhisten persoonlijk. Erg weinig zelfs. Eén. Hij heet S. en is monnik in Brussel. We zien elkaar zo'n twee keer per week en praten dan wat. Over dat boeddhistische monniken niet zingen, bijvoorbeeld, of over ballet en geweld op de bus.

Vanavond gaf S. me twee bananen cadeau. Omdat ik, zo zei hij, graag bananen eet.

12.10.07

verval in huis
gevallen verval
Altijd goed voor wat fin de siècle in huis: lelies. Een sfeer en een geur van decadent verval en van hardnekkige vlekken op de kasten.

[Op de avond dat iedereen in het hele land voor de buis zat en naar Koe keek, klom een grote groep islamitische studenten, met goedkeuring van Khomeini, over de hekken van de Amerikaanse ambassade en viel de ambassade binnen. Met een bliksemactie arresteerden ze de ambassadeur en vijfenzestig medewerkers die uit veiligheidsoverwegingen in het gebouw verbleven. (uit: Kader Abdolah Het huis van de moskee. De Geus, 2005. p 316.)]
Bijzondere dank aan Occy, aandachtiger lezer dan ik.

11.10.07

[Perhaps Julia opened her mouth to answer, Helen wasn't sure. For in the next instant they were lit by a flash: a flash, like lightning, brief but unnaturally lurid, so that a thousand little details - the stitches in Julia's collar, the anchors on the buttons of her coat - seemed to spring from her body into the aire, to leap into Helen's eyes and blind her. Two seconds later, the explosion came - fantastically loud, not terribly close, perhaps even as far away as Liverpool street or Moorgate; but close enough for them to feel the shock of it, the freakish beating against them of a gust of airless wind. (uit: Sarah Waters The Night Watch. Virago, 2006. p 348.)]
van Occy

10.10.07

Vannacht zette ik vier vuilniszakken buiten. Ik deed was en afwas, dweilde de keuken en poetste daarna het toilet.

7.10.07

17.58u// Ik zit met enig correctiewerk in een café. Achter de toog staat een blond meisje dat ik nooit eerder zag. Als iemand een koffie bestelt, een Orval, of een druivensap, geeft ze dat in op een touchscreen. Uit een printer rolt dan een bonnetje dat net met één hoekje vasthangt aan het vorige bonnetje. Er hangt nu een lint van twaalf zulke rekeningetjes aan de printer. Van de toog naar beneden. De onderste twee raken de vloer.

18.25u// Op het toilet hoor ik zingen. Veel stemmen samen. I have built a treehouse. I have built a treehouse.

5.10.07

"Volgens het Brussels Instituut voor Milieubeheer, dat er een folder over verspreidt, zuigt u de diertjes best op met een stofzuiger waarna u de beestjes 'euthanaseert' door ze een tijdje in de koelkast te stoppen."
(vandaag in Het Nieuwsblad, over Mia's)

handwerk, en ook niet

olfnt
Voor de tweede keer deze week naaide ik een knoop aan mijn jeansbroek. Met een alcoholstift tekende ik een olifant op een kladblad. Ik maakte geen messenger bag.

4.10.07

Verontrustend vaak denk ik: 'Hoeveel kleine honden zouden er op deze trein zitten? Hoeveel stinkende kleine honden behalve die stinkende kleine hond die hier nu net met zijn baas naast mij is komen zitten?'

Soms zijn ze ook ontiegelijk groot, de stinkende honden die met hun baas naast mij komen zitten op de trein. Soms begeleiden ze blinden, en ook dat stinkend. Soms eten ze suikerwafels, stinkend. Stinkend. Stinkend. Stinkend.