30.6.07

[Op een bepaald moment valt achter onze rug een zwaar hekwerk dicht, bliksemsnel wordt het vergrendeld en je hebt geen tijd meer om nog terug te gaan. (uit: Dino Buzzati De woestijn van de Tartaren. Amsterdam: Wereldbibliotheek, 2006. p 47.)]

Ik droom niet langer over botsballen, nee. Tegenwoordig lig ik wakker, halve nachten, en tijdens die nachten hoor ik in mijn hoofd het dreunen van Love Like Semtex. Ik voel me er opnieuw 16 door, maar liever zou ik slapen.

made in china
Ik denk wel nog na over botsballen, ja, dat dan weer wel. Over hoe interessant een wereldkaart zou kunnen zijn met daarop grafisch aangegeven de nationale botsballenproductie van elk land. En een andere kaart met daarop grafisch aangegeven het nationale botsballenverbruik van elk land en – waarom niet – de verhouding tot het aantal inwoners.

26.6.07

een wit konijn
Ik droom de laatste weken geregeld over botsballen. Dat de automaat stuk is bijvoorbeeld, en je er de ene na de andere uit kan nemen. Of dat ik er in Berchem Station één draai die helemaal doorzichtig is aan de ene kant en roze-rood doorschijnend aan de andere. Erin zit dan een klein, plat, wit konijntje. Nogal geometrisch; misschien iets met driehoeken.

[Op het moment dat Mioe haar haar aanraakte, was Sumire ogenblikkelijk, als in een reflex, verliefd geworden. Alsof ze bij het oversteken van een weidse vlakte uit het niets werd geraakt door de bliksem. Het kwam beslist in de buurt van artistieke inspiratie. (uit: Haruki Murakami Spoetnikliefde. Sanoma, 2007. p 13.)]
via Occy

[Presle is linguïst: hij kent allerlei talen. Hij heeft met name lessen in het Lazisch en het Ingoesisch gevolgd bij Duzémil. Iers had hij in een mum van tijd onder de knie: zijn verblijf in Dublin is als een bliksem dwars door de spier van mijn hart gegaan. Maar vooral in het Frans wist hij hoe de toeters blazen! (uit: Raymond Queneau Dagboek van Sally. Uitgeverij IJzer, 2003. p 9.)]
via Occy

21.6.07

Voor vannacht, drie dingen en een half:

[1] In de metro zag ik een man met een flapoor. Eén flapoor.

[2] Torgny Lindgren heeft een hond. Het beest heet Sapfo.

[3] Mensen die mij tegenwoordig bliksems sturen, zijn allemaal mensen die Koen Peeters' Grote Europese Roman gelezen hebben. Hieronder zijn er één van mezelf (die 100% zeker de GER las), één van Lope (die 100% zeker de GER las), een aantal van Occy (die 100% zeker de GER las) en één van een homonieme Koen Peeters (van wie ik zwaar veronderstel dat hij de GER las).

Tweeënhalve dag zullen ze dan tevreden over hem kunnen zijn. Daarna zal de slag komen. Precies als een bliksemstraal aan een heldere hemel. (uit: Stig Dagerman Het verbrande kind. Meulenhoff, 2006. p 140.)

De laatste vierentwintig uren waren een groot zwart gat. Af en toe werden, als verlicht door een bliksemflits, beelden zichtbaar. (uit: Paul Mennes Kamermuziek. Nijgh & Van Ditmar, 2007. p 175.)

Ze hijgde heel zachtjes, haar linkerarm, die in de knel zat, deed pijn, en Chéri voelde dat zijn nek stijf werd, maar ze wachtten allebei roerloos en eerbiedig tot de bliksem van het genot langzaam uit hen was weggetrokken. (uit: Colette Chéri. Atlas, 2006. p 138-139.)

She niver come out when Thon's on shower or when Thon's flash with his Nixy girls or when Thon's blowing toomcracks down the gaels of Thon. No nubo no! Neblas on you liv!
&
Zij komt nimter naar buiten als Thon een bui geeft of als Thon de blits maakt met zijn meisjes van Nix of als Thon doemklappers omlawaait met de hagelstormen van Thon. Nee nubo nee! Van z'n lang ze nebel neit! (beide uit: James Joyce Finnegans Wake. Athenaeum, 2002 (tweetalige editie). p 11.)

En weer flitsten door de wolken de blauwe schichten, en met een droog gekraak barstte de donder boven ons hoofd los. Angst en vreugde voeren door mij heen; het onweer kwam naderbij, het laatste onweer van de zomer. (uit: Tsjingiz Ajtmatov Dzjamilja. De Geus, 1990. p 81.)

’t Zal bliksemen,
’t zal donderen,
van boven
en van onderen
(uit: Hubert van Herreweghen Aardewerk. De golfbreker|Lannoo, 1984. p 7.)
[3bis] Dat van die mensen die mij bliksems sturen en de GER lazen, dat, dat probeerde ik gisterenmiddag tijdens een treinrit te noteren volgens de verzamelingenleer die men mij op de lagere school onderwees. Dat was niet moeilijk en zag er uit als volgt:

A is dus een deelverzameling van B
[3tris] Spijtig is het dat ik bij heel die GER-bliksem-redenering deze schenking van Jozef Peter over het hoofd zag. Ik stel voor dat de man zich snel aan het werk zet en de Grote Europese Roman gaat lezen; hoe ik iets als "vooral hier, minder daar" grafisch kan voorstellen in de verzamelingenleer, is mij niet meer direct duidelijk.
Met de jaren
moet er veel worden weggegooid.
De gedachte bij voorbeeld
dat geluk mild is en duurzaam
iets als een zuidelijk klimaat
in plaats van een blikseminslag
die levenslang gekoesterde
littekens achterlaat.
(uit: Hanny Michaelis Onvoorzien. G.A. van Oorschot, 1966.)

12.6.07

wereld nog ondraaglijker sinds nieuwe rechtse ruk – voorbeelden te over

  • blein op mijn duim
  • trapas Vos kapot
  • botsbalautomaat in station geblokkeerd door stuk van 20 cent

6.6.07

[Anna knikt, maar ze luistert niet echt. Voor Anna is er een nieuwe tijdrekening begonnen. Ze zit erbij met ogen die glazig zijn en die zonder iets te zien in de ruimte staren. Zij zit erbij als een bang kind bij wie thuis zonet de bliksem is ingeslagen. (uit: Leo Pleysier De Latino's. De bezige bij, 2007. p 91.)]

[De bliksem
slaat een nis in de nacht
tast af: zijn schichtig gewei
raapt geschrokken
zijn licht weer op.

(uit: Leo De Haes Tussen wolk en wak. uitgeverij Walter Southoudt, 1977. p 60.)]
via Koen Peeters

3.6.07

Ik kreeg een boete. Van de bibliotheek kreeg ik een boete. Een boete! 1 euro en 40 cent. Van Lope De Aguirre kreeg ik een bliksem, ah een bliksem.

En terwijl het omweer nadert, het ijllichten al geen ijllichten meer is, maar bliksem die gevolgd wordt door naderbijkomend gerommel... terwijl zegt ge tot siekegheest: ik geloof dat gij in de wetenschap ook al niet bijster veel vertrouwen hebt! Boem, en de bliksem slaat ergens in, en tegelijkertijd is het een gekraak en een gedonder, en slaat de regen met 1000 vlakke handen op de grond. (uit:L.P.Boon Zomer te Ter-Muren: Het 2de boek over de Kapellekensbaan. De Arbeiderspers (11de druk), 1995. p 39.)
Bij die bliksem stuurde hij me ook vier nota's, oeh, vier nota's.
  • Nota 1: 't is echt omweer, en niet onweer.
  • Nota 2: siekegheest staat er effectief zonder hoofdletter.
  • Nota 3: L.P. Boon kan het weer mooi beschrijven.
  • Nota 4: daarstraks sloeg de regen hier ook met 1000 vlakke handen op de grond.