31.10.09

maar niemand is echt gelukkig met zijn cadeaus

[Maar in zijn stille kamertje zit hij, de meester, de kenner, zijn bijzondere geschriften te schrijven. Zijn oog heeft alles van het leven gezien, en niets menselijks is hem vreemd. Hij zegt onuitsprekelijke dingen. Hij schuift gordijnen opzij en wijst, hij zegt een woord, - en een tot nu toe onbelicht moeras in de menselijke ziel vlamt op in een bliksemstraal. (uit: Knut Hamsun De koningin van Sheba en andere verhalen. Bright Lights, 2008. p 43.)]
van Occy

28.10.09

zorgeloos bestaan

Ik zat op spoor 16 te wachten met een strip en met mijn voeten in de zon en pas na 20 minuten merkte ik dat de trein aangekomen en weer vertrokken was. En dat was niet erg.

+Vanavond zag ik mijn eerste smient van het najaar en verder ook weer watersnippen.

23.10.09

Ik at donderdagmiddag met V en B op de hoek van de Jubelfeestlaan en de Leopold II Laan, alledrie hadden we een assiette omelette saucisse gevraagd. We dronken pils en blauwe Chimay. Nadien betaalde B koffie.

Ik vertelde over de serveuse, dat die vroeger verderop in de straat werkte bijvoorbeeld, in de Dôme. Dat ze een tijdje krullen gehad heeft ook. Het is belangrijk zo'n informatie te delen. Mijn grootmoeder zou dat ook doen.

[Wanneer het tè gevaarlijk wordt, rent hij er ineens bliksemsnel vandoor. Pas achterna gezeten door vastberaden jagers, zoals honden, vliegt hij op. (uit: Theo Schildkamp Tussen hemel en aarde. Het spectrum, 1978. p 58.)]

16.10.09

op tafel

een takje els

Vannamiddag hadden we tijd. We konden èn naar de Or èn naar de Walter. We fietsten naar de plas om de wintertalingen te zien. Mijn vriendin nam een afgebroken takje els mee voor op tafel.

op tafel

12.10.09

[Deze gedachten gingen bliksemsnel door hem heen. (uit: Remco Campert Het gangstermeisje. De Bezige Bij, 1965. p 106.)]

9.10.09

[Een bliksemstraal flitste, en veranderde een gedeelte van een seconde de kamer in een bleek verblijf; toen viel de duistere nacht weer. (uit: Henri Barbusse De hel. Querido, 1919. p 70.)]
van Occy

een muur vlakbij

5.10.09

*Koen Peeters' nieuwe, De bloemen, kocht ik op 19 september in de Standaard Boekhandel in de Kerkstraat in Lommel. Het zijn drollige winkels, de Standaard Boekhandels, maar wie in de Kempen boeken wil kopen, heeft vaak niet al te veel te kiezen.

*Vorige week dinsdag zag ik op de trein een man die las in Grote Europese roman. Zijn kapsel was bijna rasta.

*Het kapsel van Koen Peeters is in een juiste richting geëvolueerd sinds zijn vroege werk. Klara.be biedt tegenwoordig twee nostalgische Peeters-filmpjes aan uit de tijd van Wie schrijft die blijft. Drollige filmpjes.

*Ik begon in Weerde in De bloemen. Ik zat op de trein. Het eerste deel, gelooft u mij, schittert door de brieven van Hortence en door haar kennis over boter, door de gesprekken tussen Louis en God.

3.10.09

de buizerdboom
Wind of geen wind, ik fietste naar het westen, naar de bomenrij waarin ik in de voorzomer zo vaak buizerds zag. Ik stond op het pad en speurde door mijn verrekijker de bomenrij af. Maar ik zag geen buizerds, nee, in de plaats een ventje met een geweer en een hond. Af en toe hoorde ik een schot, soms van het ventje, soms van rechts, daar stond 50 meter verderop nog een ventje tussen het gestruikte. Ik kan u wel vertellen: wie vanop een bospad van tussen de struiken met een verrekijker naar ventjes met een geweer kijkt, voelt zich niet op zijn gemak. Nee, geef mij dan maar Molenbeek.

Ik nam enkele foto's en vertrok snel weer naar huis. Er stond nog afwas te wachten ook en N. zou om half elf komen om mijn fiets te lenen. Onderweg zag ik misschien een wilde zwaan overvliegen, maar wie durft daar echt zeker van te zijn?

2.10.09

Eergisterennacht, in een droom, fietsten mijn vriendin en ik – we kopen samen een huis – een brug op. Het was nacht en we voelden hoe plots allemaal dode muggen uit de lucht op onze hoofden en armen vielen. Dat kwam doordat het hoog in de lucht vroor. Onnoemelijk veel droge tikjes waren het, maar het deed geen zeer. De baan was al gauw bedekt onder een laag grijs-bruine muggenlijkjes; ze knisperden en knapten onder onze wielen.

Onlangs, misschien twee weken geleden, zag ik in een droom een visarend. Dat kan tellen, daarom dat ik het hier na die twee weken toch nog neertik. Een visarend. Een visarend is behoorlijk straf. + Ik zag hem van dichtbij.

1.10.09

rijstpap & bloemen
Vanavond maakte ik een liter rijstpap. Dat komt door Koen Peeters. En morgen draag ik mijn beste hemd.

[Als een witte bliksem schoot ze de tuin door. (uit: Hans Dorrestijn De donkere kamer van Dorrestijn. Uitgeverij Bert Bakker, 1985. p 34.)]

[De schelle klap van de blikjes bliksemt in twee gevoelige tanden rechtsonder maar het geluid dat ik steeds met de hongerdood associeer, beangstigt mij deze keer minder. Ik hoop dat Harry straks fluitend over zijn buik zal wrijven en zal zeggen dat niemand ons dit meer kan afnemen. (uit: Peter Terrin De bewaker. De Arbeiderspers, 2009. p 106.)]

[Een van de Amerikanen, die in de tijd die hij in de Oude Wereld had doorgebracht meer talen geleerd had dan de meeste diplomaten, vertelde waar het over ging: "Die vent met die mooie spullen aan zegt dat we als de bliksem moeten opdonderen. Er schijnt een nieuwe officier te zijn die dit zaakje wil opruimen." (uit: Evelyn Waugh De laatste latinist. De tijd. p 91.)]
van Occy

[Aan het hele bizarre interview heb ik – en hoe gretig ging hij daarop in – maar één, overigens verzonnen, verhaal bijgedragen: dat ik af en toe thuis tegen de bliksemafleider pieste om God in de gelegenheid te stellen mij met één bliksempje weg te nemen. (uit: Maarten 't Hart De gevaren van joggen. De Arbeiderspers, 1999. p 73.)]
van K.Artman