29.5.08

baby - met in zijn rechterhand een botsbal
Mijn collega S. mailde me een foto van haar baby. Met zijn rechterhand houdt hij een botsbal vast.

[Het onweert. Het rommelt, het dondert en bliksemt. Ook dat nog. Er is van alles aan de hand. (uit: Armando Soms. Augustus, 2007. p 121.)]

28.5.08

Vanochtend zag ik op de bus hoe een vrouw 20 euro vond onder de zitting van een zetel. Ze was erg blij met dat geld.

22.5.08

Hoe komt dat lied van Rosa en Modest zo inenen in mijn hoofd?

17.5.08

Zonder toestemming ging Anna tweemaal naar de kapper, telkens voor een nieuwe 'coiffure', eerst een 'coup de vent', met haarslierten op de wang, en enkele weken later een 'jongenskop'. Als bliksemafleider liet ze mij, het kleine zusje, dezelfde behandeling ondergaan. Ze betaalde alles met haar zakgeld. De storm die volgde nam ze op de koop toe. (uit: Ida De Ridder Fine, levenslang met Elsschot. Athenaeum - Polak & Van Gennep, 2007. p 57.)
Hij viel me wat tegen, deze nieuwste van Ida De Ridder, maar ze geeft er wel een alternatief voor "schoenschraper" in: "voetkrabber" (p 72). Dat verdient ook aandacht.

["Ik heb eens het boek 'De Atmosfeer' van Camille Flammarion gelezen (wat een prachtig bij de planeten passende naam: Flammarion - dat is zelf een ster!). In dat boek beschrijft hij het merkwaardige effekt van een sferische bliksem die als een gladde, ronde bol geluidloos het vertrek inrolt en het vult met een verblindend licht... O nee, het is helemaal mijn bedoeling niet mijn toevlucht tot afgezaagde vergelijkingen te nemen. Maar de wolk was verdacht." (uit: Joeri Oljesja Afgunst. Van Oorschot, 1967. p 73.)]
van Occy

16.5.08

moeten we Elsschot dan ook niet eren als de man die Koen Peeters verzamelbaar maakte? En at Elsschot niet af en toe een sinaasappel?

Ik heb een mooi exemplaar van Het tankschip: een eerste druk uit 1942, met de Joséphine op de cover, volledig afgeleefd en vol stempels en cijfers uit een bibliotheek of drie. Een eerdere bezitter kocht het in 1942 en een andere op 14 maart 1975, "op de luizenmarkt". Ik kocht het op 21 april van vorig jaar. Het stonk toen zo – naar tankschip, dat klopt – dat het heel lang duurde voor ik erin kon lezen. Ik liet het eerst dertien maanden verluchten.

sinaasappels, Het tankschip, een nieuwe kast

Vorige week deed ik het open, las ik het. En ik vond iets interessants:

"Heb eenig geduld," suste hij, "windt u niet op en tracht niet alleen te begrijpen maar vooral te gelooven, want had die Griek Papagos van de rue Royale geloofd, dan had ik verleden week met hem afgesloten en dan had Peeters nooit van mij iets gehoord, want Papagos of Peeters dat is voor mij precies hetzelfde. En beiden beginnen met een P.
Dit stuk tekst is zeer Koen Peeters. Er is natuurlijk de naam Peeters, de toegesprokene hier; wel niet Koen, maar Jack. Maar Koen of Jack, dat is precies hetzelfde, het zijn twee Peetersen.

En de spreker hier is Boorman, een terugkerende naam in Elsschots werk, een steen om onderweg op te rapen, even mee te nemen en dan weer te laten vallen. Noem Boorman Elsschots Robert, Elsschots Marchand. Ah, Marchand. Het feit dat Jack Peeters en Boorman hier met elkaar praten komt voort uit een advertentie geplaatst in het tijdschrift Journal de la Marine Marchande. Ah, Marchande. En wie kan er straatnamen in het Frans lezen zonder aan Koen Peeters te denken? En dan nog een straatnaam met een koning erin. Toeval ongetwijfeld, en onbelangrijk, maar net daardoor misschien ook wel zeer belangrijk. Elsschot, geschiedvervalser die hij is, verzamelde Koen Peeters al in 1941, jawel, en dat het allemaal om het geloven gaat, wist hij ook.

Wanneer Elsschot een sinaasappel at, dan pelde hij die eerst met een mes op een wit bordje, en at hem nadien partje per partje op. Zwijgend.

[Het is wel prettig in zoo'n ruimen, splinternieuwen, comfortabelen wagen die bij de minste beweging stopt als een betooverd monster om er dan geluidloos, maar als de bliksem, weer van door te gaan. (uit: Willem Elsschot Het tankschip. P.N. Van Kampen & zoon, 1942. p 6.)]

15.5.08

Niet dat ik echt geïnteresseerd ben in buitenliteraire bliksems, maar toch: op buienradar.nl kan je ook zien waar het het afgelopen uur bliksemde.

En je kan er ook zien dat ik nu gerust naar de bibliotheek kan fietsen. Het blijft nog wel even droog.

14.5.08

[Als we op een ochtend zitten te ontbijten, hoor ik geluiden bij de tent. Ik loer naar buiten en zie een hond die ik ken. Het is de hond van de rechtse man en ik denk, bliksemsnel, dat de rechtse man dan zelf ook niet ver uit de buurt kan zijn. Ik grijp mijn pijl en boog en ga op mijn hurken in de tentopening zitten (uit: Erlend Loe Doppler. De Geus, 2006. p 110.)]

13.5.08

14 betalingsbewijzen
Zondagmiddag vond ik een stapeltje betalingsbewijzen in een biljettenautomaat in het station.

[Het waren er veertien. Het oudste was van 10.43u en het recentste van 11.15u, dat was het mijne. Het laagste aangerekende bedrag was €2,40, het hoogst aangerekende €71 en dat was het mijne. In totaal werden er in die 32 minuten 14 biljetten verkocht, voor een totaalbedrag van €174,70. Dat maakt één verkocht biljet per 137 seconden met een omzet van €5,46 per minuut.
Ik vind dat veel. Zelfs zonder mijn railpass (d.w.z. -€71 en -3 minuten) was dat nog €3,57 per minuut geweest. Ook dat vind ik dus veel.]

We brachten de zondag door op het platteland. Ik las Vogels kijken van Bob den Uyl – mooie cover van Dolf Zwerver – en zag twee boerenzwaluwen, mijn eerste van het jaar.

9.5.08

Ik kreeg afgelopen week veel bliksems voor het archief, zeer veel bliksems voor het archief. Van Occy, Lena en K.Artman.

[Ik rende en rende. Rende recht in de armen van een politieagent. Het hele station stond in rep en roer. De sirenes bliksemden in mijn oren. Walkietalkies overlegden. (uit: Saskia De Coster Held. Prometheus, 2007. p 58.)

Mijn God, hier komt om te beginnen geen einde meer aan, / Je lach die zwart en langzaam insloeg als een bliksem, / Je lach die ons allemaal helemaal pijn deed, / Je drastische lach die met slaande deuren het pand verliet. (uit: Leonard Nolens Een dichter in Antwerpen en andere gedichten. Querido, 2005. p 21.)

Met één hand greep ze mijn blauwe konijnenoren en hees me bliksemsnel de lucht in. (uit: Eloin Colfer De stoerste jongen van de wereld. Pimento, 2007. p 87.)

Zijn ogen blinken als groen glas. De wolfman lacht en maanlicht spettert van zijn witte wolvengebit. Boven zijn hoofd knettert een bliksemstraal. (uit: Paul van Loon De griezelbus 0. Elzenga, 1999. p 11-12.)

Dooms reageerde als een sprinter die het startschot hoort: als de bliksem. (uit: Pieter Aspe De zevende kamer. Manteau, 2008. p 48.)

Hannelore negeerde de pijnscheuten die als bliksemschichten door haar hoofd schoten en bracht in een paar woorden verslag uit over haar bezoek aan de bungalow van Claes en de achtervolging die bijna fataal was afgelopen. (uit: Pieter Aspe Het Dreyse incident. Manteau, 1999. p 255.)

De lafste schutter schuilt in de bunker van blanke paleizen. / Wij zijn onschuldig en zien ons abstracte begrip van de dood / In het poolijs geslepen van sterren, wij zien hierbeneden / Zijn slordige dagindeling, de bloedende gehoorzaamheid / Een mens te zijn naar de bliksem. Prachtwerk van de gruwel. (uit: Leonard Nolens Bres. Querido, 2007. p 19.)

7.5.08

wat ik heb

Ik heb groenlingen voor de grote ruit in de woonkamer.
Ik heb zin in worsten van Zwan.

6.5.08

12.20u. Terras! Eerst dacht ik dat ik een broodje tonijn zou bestellen, maar ze hebben hier omelette saucisse. En dan neem ik omelette saucisse. Dat spreekt. Zo simpel is dat; het spreekt en traditie mag.

12.28u. Er rijdt een vrachtwagen voorbij van Nieuwkuis OKAPI Nettoyage à sec. Joggers op de Leopold II-laan, gierzwaluwen boven de huizen.

12.32u. Ik mors bier op mijn enkels. Het geeft niet. Terras!

1.5.08

Op de fruitetiketten van de natuurvoedingswinkel staat sinds mensenheugenis bedankt en tot. Daar kijk ik niet meer van op. Maar dat de blauwe accenten op diezelfde etiketten zo mooi zijn, dat was me nog niet eerder opgevallen, niet voor maandagmiddag. Ik kocht toen 626 gram bananen, zeer kleine bananen, tegen € 2,31 per kilo. Totaalprijs: € 1,45.

Ik ben zelden thuis op maandagnamiddag, maar deze week was ik het dus wel. Ik at een zeer kleine banaan in de zetel en vond het prijsetiket mooi. Ik kleefde het op een blad dat ik op het werk helemaal zwart gekopieerd had. Naast me lagen De boodschapper en De Koran van Kader Abdolah. Op BBC2 scoorde Ronny O'Sullivan een maximum break.

Omdat ze ook mooi is: Maria

[Toen hij dit hoorde, leek hij getroffen door bliksem. Een moment lang staarde hij me aan als een versteende man. Verder werd er geen woord tussen ons gewisseld. Hij trok zijn jas aan en we gingen samen eten, zo vertrouwd alsof we oude vrienden waren. (uit: Kader Abdolah De boodschapper. De geus, 2008. p 144.)]